Wijziging Regeling T100-bussen en enkele andere regelingen

Regeling tot wijziging van de Regeling T100-bussen in verband met de aanpassing van de eisen die worden gesteld aan bussen met een capaciteit van maximaal 22 personen en tot wijziging van een tweetal regelingen in verband met enkele technische aanpassingen, 23 november 2005, nr. HDJZ/AWW/2005-2128, Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 37, derde en zevende lid, en 71 van de Wegenverkeerswet 1994 en de artikelen 3.3.1a, eerste lid, en 6.15a van het Voertuigreglement;

Besluit:

Artikel I

Artikel 3, onderdeel d, van de Regeling T100-bussen1 komt te luiden:

d. voldoet voor wat betreft de doorgangen en zitplaatsruimten aan hetgeen voor bussen van de klasse B of van de klasse III is bepaald in richtlijn 2001/85/EG.

Artikel II

In artikel 1, eerste lid, van de Regeling handelaarskentekens en -⁠kentekenbewijzen2 wordt de zinsnede ‘De aanvrager van een handelaarskentekenbewijs dient te voldoen aan de krachtens de wet vastgestelde aanvraageisen voor de erkenning bedrijfsvoorraad’ vervangen door: De aanvrager van een handelaarskentekenbewijs dient te beschikken over een erkenning bedrijfsvoorraad als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de wet.

Artikel III

Artikel VII van de Regeling tot wijziging van enkele regelingen op het gebied van de Voertuigreglementering in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen en de introductie van een nieuw type bromfietsrollentestbank3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Hoofdstuk 3, titel 4, afdeling 1, van de Regeling permanente eisen, zoals deze afdeling luidde voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze regeling is met ingang van 1 december 2005 van kracht:

a. voor wat betreft een bromfiets die voor 1 september 2005 in het verkeer is gebracht tot voor de betrokken bromfiets een kentekenbewijs is afgegeven op grond van artikel IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281), of, indien dat later is,

b. tot het tijdstip waarop artikel IV van die wet vervalt.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.H.M. Peijs.

Toelichting

Door middel van de onderhavige regeling worden drie regelingen gewijzigd, de Regeling T100-bussen, de Regeling handelaarskentekens en -⁠kentekenbewijzen en de Regeling tot wijziging van enkele regelingen op het gebied van de Voertuigreglementering in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen en de introductie van een nieuw type bromfietsrollentestbank.

Regeling T100-bussen

Door middel van het besluit van 27 april 2005, houdende wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en enkele andere algemene maatregelen van bestuur in verband met de aanpassing van de snelheidslimiet voor bepaalde autobussen, almede enkele technische wijzigingen (Stb. 235) is in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de maximumsnelheid voor bepaalde bussen, de zogenaamde T100-bussen, verhoogd tot 100 kilometer per uur en zijn in het Voertuigreglement de eisen opgenomen waaraan een bus moet voldoen om te worden aangemerkt als een T100-bus. Voor een nadere toelichting in dit verband wordt verwezen naar de nota van toelichting van het genoemde besluit van 27 april 2005.

De bovengenoemde wijziging van het Voertuigreglement maakt het mogelijk om bij ministeriële regeling nadere technische eisen te stellen waaraan T100-bussen moeten voldoen. Deze eisen zijn neergelegd in de Regeling T100-bussen. In artikel 3, onderdeel d, van deze regeling is neergelegd waaraan een T100-bus moet voldoen voor wat betreft de doorgangen en zitplaatsruimten. Hierbij was verzuimd op te nemen aan welke eisen bussen van de klasse B moeten voldoen op dit punt. Bussen van de klasse B zijn bussen met een capaciteit van maximaal 22 passagiers. Door middel van de onderhavige regeling wordt deze omissie hersteld. Een T100-bussen met een capaciteit van maximaal 22 passagiers moet voor wat betreft de doorgangen en zitplaatsruimten voldoen aan hetgeen voor bussen van de klasse B is bepaald in richtlijn nr. 2001/85/EG.

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de in artikel 3, onderdeel d, opgenomen verwijzingen naar ECE-Reglementen te schrappen. Indien wordt verwezen naar een dergelijk reglement dient dit op grond van artikel 1.7, vierde lid, van het Voertuigreglement te worden vertaald en bekend te worden gemaakt in de Staatscourant. Dit stuit wegens de omvang en de complexiteit van de bedoelde ECE-reglementen op bezwaren. Bij nader inzien is de verwijzing naar ECE-reglementen ook niet noodzakelijk en worden deze dan ook geschrapt uit de regeling. Dit heeft geen consequenties voor de toekenning van de aanduiding T100-bus. Bussen in gebruik genomen na 12 februari 2004, het tijdstip waarop bussen op basis van richtlijn 2001/85/EG moeten voldoen aan de in deze richtlijn opgenomen technisch eisen (nationaal geïmplementeerd door middel van het besluit van 12 november 2003, houdende wijziging van het Voertuigreglement ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/85/EG van het Europees parlement en de Raad van 20 november 2001 betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad en van Richtlijn 97/27/EG betreffende bussen, Stb. 2003, nr. 484) voldoen voor wat betreft de doorgangen en zitplaatsruimten per definitie aan richtlijn nr. 2001/85/EG. Met betrekking tot bussen toegelaten tot de weg voor dit tijdstip kan dit niet worden gesteld. In het algemeen zal een bus in gebruik genomen voor dit tijdstip die niet voldoet aan richtlijn nr. 2001/85/EG echter ook niet kunnen voldoen aan de andere eisen opgenomen in de onderhavige regeling. Indien toch een dergelijke bus wordt aangeboden voor een keuring als T100-bus die voldoet aan alle in de Regeling T100-bussen opgenomen eisen, inclusief hetgeen voor wat betreft de doorgangen en zitplaatsruimten voor bussen is bepaald in ECE-Reglementen die door middel van de onderhavige regeling worden geschrapt, maar op dit punt niet voldoet aan richtlijn nr. 2001/85/EG, zal Nederland op grond van de Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorvoertuigen (Trb. 1959, 83), deze bus aanmerken als T100-bus.

Regeling handelaarskentekens en -⁠kentekenbewijzen

Op grond van artikel 62, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 kan de Dienst Wegverkeer (RDW) een erkenning verlenen waardoor de erkenninghouder gerechtigd is motorrijtuigen en aanhangwagens in zijn bedrijfsvoorraad op te nemen. Op grond van artikel 37, derde lid, van die wet heeft een erkend bedrijf voor die voertuigen een zogenaamd handelaarskenteken nodig. In artikel 42 van het Kentekenreglement is neergelegd door wie handelaarskentekenbewijzen kunnen worden aangevraagd en aan wie ze worden afgegeven. Handelaarskentekenbewijzen kunnen onder andere worden aangevraagd door en afgegeven aan een erkend bedrijf als bedoeld in artikel 62 van de wet. In artikel 1 van de Regeling handelaarskentekens en -kentekenbewijzen is nader uitgewerkt waaraan een aanvrager van een dergelijk kenteken moet voldoen. Tussen artikel 42 van het Kentekenreglement en artikel 1 van de Regeling handelaarskentekens en -⁠kentekenbewijzen bestaat een onwenselijke discrepantie. In artikel 42 van het Kentekenreglement is opgenomen dat een handelaarskenteken kan worden aangevraagd door een erkend bedrijf als bedoeld in artikel 62 van de wet. In artikel 1 van de Regeling handelaarskentekens en -kentekenbewijzen daarentegen is op opgenomen dat de aanvrager dient te voldoen aan de krachtens de wet gestelde aanvraageisen voor deze erkenning. Dit laatste is niet correct. Het voldoen aan de eisen is niet voldoende. De aanvrager van een handelaarskentekenbewijs dient daadwerkelijk te beschikken over de genoemde erkenning.

Regeling tot wijziging van enkele regelingen op het gebied van de Voertuigreglementering in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen en de introductie van een nieuw type bromfietsrollentestbank

Op 1 september 2005 is een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen geïntroduceerd. Vanaf deze datum kunnen bromfietsen worden voorzien van een kenteken. De introductie van een kenteken voor bromfietsen is mogelijk gemaakt door middel van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281).

In verband met de introductie van een kenteken voor bromfietsen is de bepaling in het Voertuigreglement (artikel 5.6.1 oud) betreffende het goedkeuringsmerk en het gele en oranje plaatje komen te vervallen door middel van het Besluit tot wijziging van het Kentekenreglement, het Voertuigreglement en het RVV 1990 in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen (Stb. 406). Met betrekking tot een gekentekende bromfiets vervult deze bepaling niet langer een functie. Aangezien een reeds voor 1 september 2005 tot de weg toegelaten bromfiets echter pas uiterlijk op 31 december 2006 gekentekend behoeft te zijn, is door middel van het overgangsrecht neergelegd in artikel VII van het genoemde besluit geregeld dat artikel 5.6.1 (oud) van toepassing blijft op ongekentekende bromfietsen. Hierbij is echter verzuimd om op het niveau van de ministeriële regeling overgangsrecht op te nemen betreffende de in hoofdstuk 3, titel 4, afdeling 1, van de Regeling permanente eisen nader uitwerkte eisen over de samenstelling van het goedkeuringsmerk en het gele of oranje plaatje en de wijze waarop deze zijn aangebracht op de bromfiets. Deze omissie wordt thans hersteld, met als gevolg dat Hoofdstuk 3, titel 4, afdeling 1, van de Regeling permanente eisen vanaf 1 december 2005 weer toepasbaar is. Tussen 1 september en 1 december 2005 was dit niet het geval.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.H.M. Peijs

  • 1

    Stcrt. 2005, 89.

  • 2

    Stcrt. 1994, 242; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 augustus 2005 (Stcrt. 161).

  • 3

    Stcrt. 2005, 161; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 augustus 2005 (Stcrt. 181).

Naar boven