Wijziging Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2005, nr. VGP/VL 2636893, houdende wijziging van de Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 13 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen;

Besluit:

Artikel I

Na artikel 3 van de Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4

De hoeveelheid benzo(a)pyreen is ten hoogste:

a. 2 µg/kg in voedingssupplementen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit voedingssupplementen, zonder kruidenpreparaten;

b. 10 µg/kg in kruidenpreparaten, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Op 8 februari 2005 is gepubliceerd verordening (EG) nr. 208/2005 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 februari 2005 (PbEU L 34) tot wijziging van verordening (EG) nr. 466 wat betreft polycyclische koolwaterstoffen, verder te noemen: verordening (EG) 208/2005. Verordening (EG) 208/2005 stelt ten hoogste toegelaten hoeveelheden vast voor benzo(a)pyreen in diverse levensmiddelen, echter niet voor voedingssupplementen en kruidenpreparaten.

Bij de onderhandelingen in Brussel over verordening (EG) 208/2005 heeft Nederland erop aangedrongen ook voor voedingssupplementen en kruidenpreparaten geharmoniseerde limieten vast te stellen. De reden hiervoor was dat ook in deze producten soms hoge gehaltes benzo(a)pyreen worden aangetroffen. In sommige gevallen leidt dit ertoe dat de consument die de gebruiksaanwijzing van de fabrikant volgt, alleen al door het eten van deze supplementen (meer dan) de maximale hoeveelheid benzo(a)pyreen binnenkrijgt die nog als veilig wordt beschouwd. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft echter besloten om voorlopig voor de productgroepen ‘voedingssupplementen’ en ‘kruidenpreparaten’ geen maximum limieten vast te stellen aangezien hiervoor, behalve in Nederland, onvoldoende gegevens voorhanden waren.

Gezien het voorgaande worden bij deze regeling nationale normen voor benzo(a)pyreen in (a) voedingsupplementen die geen kruidenpreparaten bevatten en (b) in kruidenpreparaten vastgesteld. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) hanteert al enige tijd een handhavingsbeleid dat erop gericht is om de producten met te hoge gehaltes van de markt te weren, ten einde de consument te behoeden voor deze, vaak vermijdbare, onnodig hoge bloostelling. De hierbij door de VWA gehanteerde richtwaarden komen overeen met de bij deze regeling vastgestelde normen. Het omzetten van deze door de VWA gebruikte richtwaarden in wettelijke normen vergroot de rechtszekerheid en schept duidelijkheid voor de handhaver, de consument en het bedrijfsleven.

Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven.

De ontwerpregeling is op 11 augustus 2005 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204). De notificatie aan de Commissie was noodzakelijk, aangezien artikel I van de ontwerpregeling een technisch voorschrift is in de zin van richtlijn 98/34/EG. Voor zover de ontwerpregeling kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd ter bescherming van de volksgezondheid. De notificatie heeft niet geleid tot een reactie van de Commissie of een lidstaat van de Europese Unie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

  • 1

    Stcrt. 1999, 30; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 22 juni 2005, Stcrt. 124.

Naar boven