Wijziging Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 november 2005, nr. TRCJZ/2005/3575, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op beschikking nr. 2005/734/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU L 274) en beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 november 2005 tot wijziging van Beschikking nr. 2005/734/EG tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden;

Gelet op artikel 17, 18, eerste lid, 32 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II¹ wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4, vierde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. voor de houder van watervogels behorend tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), indien:

1°. de vogels bij een vijver worden gehouden met een omvang groter dan 25 m²;

2°. over de vijver linten worden gespannen op zodanige wijze dat zo veel mogelijk wordt voorkomen dat de door hem gehouden dieren in contact komen met trekvogels en hun uitwerpselen, en

3°. voedsel en water wordt verstrekt in een ruimte die ten minste aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt.

B

Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:

2. De artikelen 1, onderdelen e, f en h, 2, eerste lid, onderdelen b, c en d, en tweede lid, 3, 4, 4a, 5, en 5c van deze regeling vervallen met ingang van 1 januari 2006.

Artikel II

Deze regeling treedt inwerking met ingang van 1 december 2005.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

§ 1. Inleiding

Onderhavige regeling wijzigt de Tijdelijke regeling tot wering van Aviaire Influenza II (hierna: Tijdelijke regeling). De regeling wordt op twee punten aangepast. In de eerste plaats wordt voorzien in een uitzondering van de afschermverplichting voor houders van bepaalde watervogels. Daarnaast wordt voorzien in verlenging van de maatregelen ter wering van de insleep van Aviaire Influenza.

§ 2. Watervogels

Ingevolge de Tijdelijke regeling dienen houders van pluimvee passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat gehouden pluimvee in contact komt met trekvogels en hun uitwerpselen. In hoogrisicogebieden betekent dit kort gezegd dat de dieren moeten worden opgehokt of afgeschermd. In laag risicogebieden kunnen voor het afschermen grofmazige netten of gaas worden gebruikt. De hobbyhouder die zich bevindt in laagrisicogebied of in hoogrisicogebied binnen de bebouwde kom hoeft overigens geen maatregelen te treffen.

In de praktijk is echter gebleken dat indien watervogels behorend tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae) bij een vijver worden gehouden met een omvang groter dan 25 m², deze vijver niet volledig, dan wel gedeeltelijk kan worden afgedicht. Om redenen van welzijn is het voor deze watervogels noodzakelijk dat zij zich in ruim water kunnen voortbewegen. Het is daarmee niet mogelijk deze dieren op te hokken. Gelet hierop geldt thans voor watervogels behorend tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae) die bij een vijver worden gehouden met een omvang van groter dan 25 m² een uitzondering op de afschermplicht. Om het veterinaire risico toch zo veel mogelijk te beperken moeten de vijvers groter dan 25 m² worden overspannen met linten. Daarnaast moet voeder en water op een plaats worden aangeboden die ten minste ondoorlaatbaar is overdekt. Een en ander is opgenomen in het nieuwe onderdeel d van artikel 4, vierde lid, van de Tijdelijke regeling.

§ 3. Verlenging maatregelen

De Tijdelijke regeling tot wering van Aviaire Influenza II was van toepassing tot 1 december 2005, overeenkomstig beschikking nr. 2005/734/EG. Op 23 november 2005 heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen een beschikking aangenomen waarmee voornoemde beschikking is verlengd tot 1 juni 2006. Tevens is in de beschikking de mogelijkheid opgenomen voor de lidstaten om op grond van risicobeoordeling te bepalen of de in de beschikking genoemde maatregelen al dan niet moeten worden gecontinueerd. Ten behoeve van deze risicobeoordeling is er advies ingewonnen bij vogeltrekdeskundigen. Uit dit advies blijkt dat de piek van de vogeltrek rond 15 december 2005 voorbij is. Voorts zijn er bij de monitoring van wilde vogels tot nu toe in West-Europa geen besmettingen met hoog pathogeen H5N1 gevonden. Gelet op het voorgaande is besloten om de afschermplicht met ingang van 1 januari 2006 voor het hele land te beëindigen, mits de omstandigheden ongewijzigd blijven. Eind december zal de situatie opnieuw worden beoordeeld.

De maatregelen in verband met het verzamelen van pluimvee, loopvogels of postduiven op grond van artikel 4b van de Tijdelijke regeling zullen in principe ook na 1 januari 2006 van kracht blijven. Ditzelfde geldt voor de voorschriften inzake de reiniging en ontsmetting die zijn opgenomen in de artikelen 5a en 5b van de Tijdelijke regeling. Deze laatste maatregelen lopen door na 1 januari 2006 omdat ze samenhangen met het vermijden van risico’s die voortvloeien uit contacten met vogels en pluimvee of specifieke transportwagens uit besmette landen. Van een directe relatie met de risico’s van de vogeltrek in Nederland is in deze gevallen geen sprake.

De onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

• 1 Stcrt. 2005, 187; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 18 november 2005 (Stcrt. 225).