Bekendmaking boetetoemeting ten behoeve van bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de betonsector

I. Inleiding en definities

1. Met deze Bekendmaking boetetoemeting ten behoeve van bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de betonsector (hierna: Bekendmaking) beoogt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: Raad) inzicht te geven in de wijze waarop hij voornemens is de hoogte van de boetes te bepalen voor ondernemingen die betrokken zijn bij overtredingen van artikel 6 van de Mededingingswet (hierna: Mw) en/of van artikel 81 van het EG-Verdrag in verband met mededingingsbeperkende activiteiten in de betonsector (hierna: Betonsector). Binnen het in randnummer 2 geschetste kader zal de Raad in afzonderlijke toepassingsverklaringen aangeven voor welke rapporten zoals bedoeld in artikel 59 Mw deze Bekendmaking geldt.

2. De Raad heeft deze Bekendmaking opgesteld vanwege de aard en omvang van het gebleken kartelgedrag in de bouw- en aan de bouw gerelateerde sectoren in Nederland en de gevolgen die het onverkort toepassen van de Richtsnoeren boetetoemeting1 voor deze sectoren in zijn geheel zou hebben. Met deze Bekendmaking geeft de Raad, in lijn met de eerdere bekendmakingen boetetoemeting in de bouwsector2, invulling aan deze bijzondere omstandigheden en de oproepen van de NMa en de regering aan de ondernemingen in de bouwsector om ‘schoon schip te maken’. De Richtsnoeren boetetoemeting3 zijn van toepassing, voor zover daarvan bij deze Bekendmaking niet wordt afgeweken.

3. De NMa onderzoekt verschillende deelsectoren van de bouwnijverheid. Vanwege de omvang van het gebleken kartelgedrag en de complexiteit van de onderzoeken in de deelsectoren alsmede de aard en samenhang binnen de deelsectoren, kan de NMa deze niet alle tegelijk afwikkelen. Afwikkeling vindt daarom per deelsector plaats.

4. In deze Bekendmaking wordt onder Betonsector verstaan de vervaardiging en/of afzet van producten van beton en/of betonmortel.

5. Per onderneming baseert de Raad een boete op de productomzet (hierna: Productomzet) zoals omschreven in de toepassingsverklaring (hierna: Toepassingsverklaring). De Raad baseert de boete op de Productomzet, aangezien deze direct verband houdt met de betrokken gedragingen. Tevens wordt de Productomzet geacht de mate van betrokkenheid van ondernemingen bij de verboden mededingingsafspraken afdoende te reflecteren. De Raad zal in de Toepassingsverklaring bepalen welk jaar geldt als representatief ijkjaar voor de opgave van de Productomzet (hierna: Representatief ijkjaar).

II. Opgave Productomzet

6. De onderneming dient opgave te doen van de Productomzet. Opgave van de Productomzet dient te geschieden door middel van het model opgave Productomzet (zie bijlage bij de Toepassingsverklaring: Model Opgave Productomzet), ondersteund door een rapport van feitelijke bevindingen opgesteld door een accountant (zie bijlage bij de Toepassingsverklaring: Model Rapport van feitelijke bevindingen).

7. De rechtspersoon die opgave doet van de Productomzet dient een origineel exemplaar van de meest recente (intern) vastgestelde (enkelvoudige) jaarrekening, met, indien van toepassing, in de toelichting opgenomen de geconsolideerde jaarrekening van het concern waartoe de onderneming behoort en in de overige gegevens de accountantsverklaring, mee te zenden.

8. De Raad is van oordeel dat ondernemingen, volgens de wijze zoals in deze Bekendmaking en de Toepassingsverklaring uiteengezet, inzicht kunnen geven in de Productomzet, zonder dat dit voor de betrokken ondernemingen of de NMa excessieve lasten tot gevolg heeft.

III. Boetebepaling

9. Voor een onderneming waarvan wordt vastgesteld dat zij met betrekking tot activiteiten binnen de Betonsector artikel 6, eerste lid, Mw en/of artikel 81, eerste lid, EG-Verdrag heeft overtreden, zoals omschreven in een rapport waarop deze Bekendmaking van toepassing is verklaard, is de grondslag voor de boetebepaling de Productomzet van het Representatief ijkjaar (hierna: Boetegrondslag), zoals nader omschreven in de Toepassingsverklaring.

10. De boete wordt bepaald per overtreding, zoals omschreven in een rapport waarop deze Bekendmaking van toepassing is verklaard, op maximaal 12% van de Boetegrondslag.

11. De Raad beoordeelt de hoogte van de boete(s), zoals deze voor een onderneming uit de voorgaande randnummers voortvloeit, vanuit het oogpunt van de gewenste bestraffing en de gewenste bevordering van de naleving van de Mededingingswet (speciale en generale preventie). De Raad is van oordeel dat deze met toepassing van de methodiek zoals uiteengezet in de voorgaande randnummers, in het algemeen worden bereikt. De hoogte van de boete(s) kan evenwel in een concreet geval worden aangepast indien de Raad dit in dit verband passend acht.

IV. Vermindering van de boete: clementie

12. Naar aanleiding van de rapporten waarop deze Bekendmaking van toepassing is verklaard, geeft de Raad bij de boetetoemeting in de Betonsector uitvoering aan de Richtsnoeren Clementietoezegging4 met inachtneming van het navolgende.

13. De boete voor ondernemingen die een clementieverzoek hebben ingediend met betrekking tot activiteiten binnen de Betonsector waarvoor een rapport en de Toepassingsverklaring is opgesteld wordt verminderd met het aan hen toegekende clementiepercentage dat is gebaseerd op de door de onderneming verstrekte informatie en medewerking. De wijze waarop het clementiepercentage is bepaald, zal worden opgenomen in de Toepassingsverklaring.

14. Indien sprake is van een gedraging die de onderzoeksactiviteiten van de NMa kan belemmeren, kan de Raad ingevolge de Richtsnoeren Clementietoezegging besluiten dat dientengevolge aan de desbetreffende onderneming geen boetevermindering zal worden toegezegd, dan wel dat dientengevolge de aan die onderneming toekomende boetevermindering zal worden verlaagd. De Raad beschouwt als een gedraging die onderzoeksactiviteiten van de NMa kan belemmeren in de zin van de Richtsnoeren onder meer het aan derden, anders dan bevoegde autoriteiten, openbaar maken van informatie met betrekking tot het clementieverzoek en de inhoud van de (voorwaardelijke) clementietoezegging.

V. Vermindering van de boete: versnelde procedure

15. De hoogte van de boete zoals voortvloeiend uit de randnummers 10 en 11 van deze Bekendmaking wordt met 15% verminderd voor een onderneming die heeft deelgenomen aan een door de Raad voorgestelde versnelde procedure voor de afwikkeling van rapporten in de Betonsector. In een voorkomend geval wordt dit percentage opgeteld bij de vermindering toegekend op basis van de Richtsnoeren Clementietoezegging, zoals beschreven onder IV.

VI. Vermindering van de boete: overig

16. De hoogte van de boete zoals voortvloeiend uit de randnummers 10, 11, 13, 15 en eventueel 18 van deze Bekendmaking wordt met 15% verminderd voor een onderneming waarvan de totale omzet op concernniveau minder bedraagt dan EUR 10 miljoen. De Raad zal in de Toepassingsverklaring aangeven welk jaar als uitgangspunt wordt genomen voor de opgave van de totale omzet op concernniveau. Deze boetevermindering geldt enkel indien de onderneming heeft deelgenomen aan een door de Raad voorgestelde versnelde procedure voor de afwikkeling van rapporten in de Betonsector.

17. De hoogte van de boete zoals voortvloeiend uit de randnummers 10, 11, 13, 15 en eventueel 18 van deze Bekendmaking wordt verminderd met 1% tot een maximum van EUR 10.000 voor ondernemingen die (i) vrijwillig informatie aan de NMa hebben verstrekt, (ii) een clementietoezegging hebben ontvangen met betrekking tot activiteiten binnen de Betonsector en (iii) akkoord zijn gegaan met doorzending van deze informatie aan de Belastingdienst.

18. Bij de vaststelling van de boete kan de Raad tevens andere boeteverlagende omstandigheden in aanmerking nemen. De Raad bepaalt in redelijkheid de mate waarin de betrokken omstandigheid leidt tot een verlaging van de boete.

VII. Vaststelling van de boete

19. De Raad stelt de boete vast volgens deze Bekendmaking en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur. De Raad kan van deze Bekendmaking afwijken indien onverkorte toepassing ervan tot evidente onbillijkheden leidt.

VIII. Bekendmaking, inwerkingtreding en besluit

20. Deze Bekendmaking wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

21. Dit besluit wordt aangehaald als Bekendmaking boetetoemeting ten behoeve van bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de Betonsector.

Den Haag, 24 november 2005.

Overeenkomstig het door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingautoriteit genomen besluit.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,
namens deze:
R.J.P. Jansen,
lid van de Raad van Bestuur.

1 Richtsnoeren boetetoemeting met betrekking tot het opleggen van boetes ingevolge artikel 57 van de Mededingingswet, besluit van de directeur-generaal NMa (hierna: d-g NMa) van 19 december 2001 (Stcrt. 19 december 2001, nr. 248).

2 Bekendmaking boetetoemeting aangaande bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de GWW-deelsector (Stcrt. 14 oktober 2004, nr. 198) , Bekendmaking boetetoemeting aangaande bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de Installatie-deelsector (Stcrt. 22 april 2005, nr. 78) en Bekendmaking boetetoemeting aangaande bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de burgerlijke & utiliteitsbouw (Stcrt. 6 september 2005, nr. 172) en de Rectificatie van de Bekendmaking boetetoemeting aangaande bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de burgerlijke & utiliteitsbouw (Stcrt . 12 oktober 2005, nr. 198).

3 Zie noot 1.

4 Richtsnoeren Clementietoezegging met betrekking tot het niet opleggen of verminderen van geldboeten in zaken ingevolge de artikelen 6 juncto 56, 57 en 62 Mededingingswet, besluit van de d-g NMa van 28 juni 2002, Stcrt. 2002, nr. 122, nadien gewijzigd Stcrt. 2005, 122.

Naar boven