Warenwetregeling algemene productveiligheid

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 november 2005, nr. VGP/P&L 2626666, houdende regels betreffende algemene productveiligheid

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op richtlijn nr. 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 2001 inzake de algemene productveiligheid (PbEG L11);

Gelet op de artikelen 21a, tweede lid, en 21b, derde lid, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

De informatie, bedoeld in artikel 21a, eerste lid, van de Warenwet wordt aan het publiek beschikbaar gesteld op de website en ten kantore van de Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel 2

Het op de hoogte stellen van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bedoeld in artikel 21b, eerste lid, van de Warenwet, geschiedt door middel van een kennisgeving aan Voedsel en Waren Autoriteit in de gevallen bedoeld in en met inachtneming van de Beschikking van de Europese Commissie van 14 december 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor het melden van gevaarlijke producten aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten door producenten en distributeurs overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2001/95/ van het Europees Parlement en de Raad (Pb EG L 381).

Artikel 3

De in artikel 21b, derde lid, van de Warenwet bedoelde medewerking wordt verleend aan en met inachtneming van de aanwijzingen van de Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking op 1 december 2005.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling algemene productveiligheid.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Algemeen

Richtlijn nr. 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (PbEG L11) (hierna ook te noemen: APV richtlijn), vervangt de ‘oude’ algemene productveiligheidsrichtlijn, richtlijn nr. 92/59/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 juni 1992 inzake algemene productveiligheid (PbEG L 228).

De onderhavige regeling vormt het sluitstuk van de implementatie van de APV richtlijn. Met de wijziging van de Warenwet (Wet tot wijziging van de Warenwet met het oog op de implementatie van richtlijn nr. 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid, Kamerstukken I, 29882, nr. A) is een belangrijk deel van richtlijn 2001/95/EG uitgevoerd in de Nederlandse wetgeving. Daarnaast is de APV richtlijn tevens geïmplementeerd in een wijziging van het Warenwetbesluit algemene produktveiligheid.

Met de wijziging van de Warenwet wordt de implementatietermijn van 15 januari 2004 van de APV richtlijn overschreden. Deze overschrijding brengt naar verwachting geen gevolgen met zich aangezien ook de huidige warenwetgeving een adequate bescherming kent van de veiligheid en gezondheid van de consument.

Het doel van de APV richtlijn is het beschermen van de gezondheid en veiligheid van de consument door het opleggen van algemene verplichtingen aan producenten en distributeurs om veilige producten op de markt te brengen.

Administratieve lasten

De onderhavige Regeling voegt geen nieuwe verplichtingen toe voor het bedrijfsleven die leiden tot een toename van de administratieve lasten. Deze lasten van de nieuwe verplichtingen zijn al inzichtelijk gemaakt in het voorstel van wet tot wijziging van de Warenwet (TK 2004–2005, 29982, nr. 3, blz. 8 en 9) met het oog op de implementatie van richtlijn nr. 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid.

Het besluit brengt geen verplichtingen met zich voor de burger die leiden tot administratieve lasten.

Transponeringstabel

Richtlijn

Warenwetregeling algemene productveiligheid

artikel 5, leden 3 en 4

artikelen 2 en 3

artikel 16

artikel 1

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel wordt vastgelegd dat het beschikbaar stellen van informatie over de risico’s van producten voor de gezondheid en veiligheid van de consument onder andere openbaar wordt gemaakt op de website (www.vwa.nl) van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). De VWA kan zonodig besluiten om daarnaast ook andere kanalen te benutten om de consument te informeren. Hierbij moet vooral worden gedacht aan informatie over de identificatie van de producten, de aard van het risico en de genomen maatregelen. De verplichting tot het beschikbaar stellen van deze informatie is opgenomen in artikel 16 van richtlijn nr. 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 2001 inzake de algemene productveiligheid (APV richtlijn). Daarnaast verplicht dit artikel 16, gelet op de omstandigheden, tot het openbaar maken van die informatie die veiligheidskenmerken betreft, die de gezondheid en de veiligheid van de consumenten beschermen. In de Nederlandse wetgeving heeft de Wet op de openbaarheid van bestuur (WOB) betrekking op deze materie. De WOB hoeft geen wijziging ter implementatie van artikel 16. Het in dit artikel van de APV richtlijn bepaalde over het beschikbaar stellen van informatie ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van consumenten is een bijzondere verplichting die in voorkomend geval voorrang heeft ten opzichte van het ter zake bepaalde in de WOB.

Artikel 2

De plicht voor het bedrijfsleven van waren te melding waarvan de onveiligheid bekend is of bekend had moeten zijn bij degene die de waren verhandelt of heeft verhandeld, is verwoord in artikel 5, derde lid, van de APV richtlijn.

De in Bijlage I van de APV richtlijn opgesomde eisen waaraan de door de verhandelaar te verstrekken informatie moet voldoen zijn nader uitgewerkt in de Beschikking van de Europese Commissie van 14 december 2004. Deze eisen hebben onder andere betrekking op de reikwijdte van de verplichting tot het melden, de relevante criteria voor de toepassing van het begrip ‘gevaarlijke producten’ en criteria wanneer het melden niet noodzakelijk is.

Artikel 3

In dit artikel wordt de Voedsel en Waren Autoriteit aangewezen als de instantie waaraan die medewerking moet worden verleend en die de aanwijzingen geeft.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven