Tussentijds Bericht Nationaliteiten TBN 2005/7

Aan: de Burgemeesters (t.a.v. hoofd Burgerzaken)

i.a.a:

– de Minister van Buitenlandse Zaken

– de Gevolmachtigde Minister van Aruba

– de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen

– de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

– de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken Bezoekadres

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 7 november 2005

Ons kenmerk: IND UIT 05-7158

Code: TBN 2005/7

Juridische achtergrond: Art. 13, eerste lid Rijkswet op het Nederlanderschap;

Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002

Onderwerp: Indexeringsverhoging optiegelden en naturalisatiegelden

Geldig van: 1 januari 2006

Inleiding

Ingevolge artikel 9, eerste lid Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 (Stb. 2002, 325) worden de leges jaarlijks met ingang van 1 januari met een bepaald percentage gewijzigd. In verband hiermee worden met ingang van 1 januari 2006 de optieleges en de naturalisatieleges verhoogd. Het indexeringspercentage waarmee de nu geldende leges worden verhoogd, is door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in de hoedanigheid van Minister van het Koninkrijk bij beschikking van 3 november 2005 vastgesteld op 0,9%.

De verschuldigde leges zijn de bedragen die gelden op de datum van in ontvangstneming van de optieverklaring of het naturalisatieverzoek. In ontvangstneming van de optieverklaring of het naturalisatieverzoek vindt plaats op het tijdstip dat de optant of verzoeker in persoon bij de in ontvangstnemende instantie verschijnt en zijn verklaring of verzoek aflegt dan wel indient. De verklaring of het verzoek worden bij ontvangst door de instantie voorzien van een datum en dienststempel, waarna een kopie van de verklaring of het verzoek aan de optant of verzoeker wordt verstrekt. De datum waarop de verklaring wordt afgelegd dan wel het verzoek in ontvangst wordt genomen, kan derhalve worden afgeleid uit de aantekening op de verklaring of het verzoek. (Zie onder andere art. 7 en 33 Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BVVN)).

Tariefcodes

De hieronder genoemde tariefcodes A tot en met F hebben betrekking op de codes die zijn vermeld in de toelichting op artikel 13, eerste lid RWN in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003.

Optiegelden

Met ingang van 1 januari 2006 moet voor het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap worden betaald:

 

Tariefcode A (enkelvoudige optie)

Tariefcode B (gemeenschappelijke optie)

Nederland en buiten het Koninkrijk:

€ 133 (was € 132)

€ 228 (was € 226)

Nederlandse Antillen:

224 (was 222) N-A gulden

384 (was 381) N-A gulden

Aruba:

224 (was 222) florin

384 (was 381) florin

Ontvangen optiegelden behoeven niet te worden afgedragen.

Naturalisatiegelden Nederland en verzoeken van buiten het Koninkrijk

Met ingang van 1 januari 2006 moet voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden betaald:

hoge tariefgroep

– enkelvoudig verzoek (tariefcode E): € 351 (was € 348)

– gemeenschappelijk verzoek (tariefcode F): € 446 (was € 442)

lage tariefgroep

– enkelvoudig verzoek (tariefcode C): € 234 (was € 232)

– gemeenschappelijk verzoek (tariefcode D): € 329 (was € 326).

Afdracht burgemeester

Van ieder enkelvoudig verzoek behoudt de gemeente € 133 (was € 132).

Van een gemeenschappelijk verzoek behoudt de gemeente € 228 (was € 226).

Derhalve draagt de gemeente af aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND):

– € 218 (bij toepassing van de hoge tariefgroep, zowel een enkelvoudig als een gemeenschappelijk verzoek; dit was € 216).

Voor de hoge tariefgroep gelden de volgende IND-afdrachtcodes:

Voor een enkelvoudig verzoek: afdrachtcode 060

Voor een gemeenschappelijk verzoek: afdrachtcode 063

– € 101 (bij toepassing van de lage tariefgroep, zowel een enkelvoudig als een gemeenschappelijk verzoek; dit was € 100).

Voor de lage tariefgroep gelden de volgende IND-afdrachtcodes:

Voor een enkelvoudig verzoek: afdrachtcode 061

Voor een gemeenschappelijk verzoek: afdrachtcode 064

Afdracht hoofd Diplomatieke/consulaire post

Voor de verzoeken ingediend buiten het Koninkrijk gelden dezelfde afdrachtbedragen als vermeld bij de afdracht door de gemeente aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Naturalisatiegelden Antillen/Aruba

Met ingang van 1 januari 2006 zijn de naturalisatiegelden als volgt vastgesteld

(onderstaande bedragen zijn zowel in Nederlands-Antilliaanse gulden als in Arubaanse florin):

 

hoge tariefgroep

lage tariefgroep

– enkelvoudig verzoek:

589 (was 584)

390 (was 387)

– gemeenschappelijk verzoek:

750 (was 743)

551 (was 546)

Afdracht Antillen/Aruba

Van ieder enkelvoudig verzoek behoudt de regering van de Nederlandse Antillen 224 Nederlands-Antilliaanse gulden (voorheen: 222 N-A gulden).

Van ieder enkelvoudig verzoek behoudt de regering van Aruba 224 florin (voorheen: 222 florin).

Van ieder gemeenschappelijk verzoek behoudt de regering van de Nederlandse Antillen of Aruba het bedrag van 384 in eigen valuta (voorheen: 381 gulden of florin).

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
namens deze:
de directeur-generaalInternationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.

Naar boven