Mandaatbesluit LNV Algemene Inspectiedienst

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 november 2005, nr. TRCJZ/2005/3210, houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst (Mandaatbesluit LNV Algemene Inspectiedienst)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1

De directeur en plaatsvervangend directeur van de Algemene Inspectiedienst worden gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst;

b. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;

c. de beantwoording van aan de Minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van zijn directie betreffende voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.

Artikel 2

De directeur, de plaatsvervangend directeur en de hoofdinspecteurs van de Algemene Inspectiedienst zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst, voorzover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend.

Artikel 3

De directeur, de plaatsvervangend directeur, de hoofdinspecteurs, de plaatsvervangend hoofdinspecteurs en de hoofden bedrijfsbureau van de Algemene Inspectiedienst zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het in rekening brengen van de kosten, bedoeld in artikel 3 van de Regeling gebruik hormonen en beta-agonisten en bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten;

b. de ondertoezichtplaatsing, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten;

c. de toestemming inzake het verlaten of de overdracht van dieren, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten;

d. de maatregelen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Regeling verbod handel met bepaalde stoffen behandelde dieren en producten;

e. het besluit tot toepassing van bestuursdwang van de artikelen 106 en 117 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 96 van de Veewet, alsmede om ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan te wijzen die de beslissing tot bestuursdwang uitvoeren;

f. het besluit om, in plaats van de bestuursdwang van de artikelen 106 en 117 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 96 van de Veewet toe te passen, een last onder dwangsom op te leggen als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht;

g. het dwangbevel, bedoeld in de artikelen 5:26 en 5:33 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover betrekking hebbend op het besluit tot toepassing van bestuursdwang als bedoeld in de artikelen 106 en 117 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 96 van de Veewet, dan wel betrekking hebbend op een in verband met de artikelen 106 en 117 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 96 van de Veewet opgelegde verbeurde dwangsom;

h. de uitvoering, bedoeld in artikel 27 van de Regeling identificatie en registratie van dieren 2003, alsmede om ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan te wijzen die deze beslissing uitvoeren;

i. de toestemming, bedoeld in artikel 98, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

j. besluiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling invoercontrole citruspulp 1998.

Artikel 4

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3, luidt:

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

de Directeur van de Algemene Inspectiedienst,’,

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

de plaatsvervangend Directeur van de Algemene Inspectiedienst,’,

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

de Hoofdinspecteur van de Algemene Inspectiedienst,’,

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

de plaatsvervangend Hoofdinspecteur van de Algemene Inspectiedienst,’.

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

Het Hoofd Bedrijfsbureau van de Algemene Inspectiedienst,’.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit LNV Algemene Inspectiedienst.

Artikel 6

Het Mandaat Algemene Inspectiedienst wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. de Dienst Regelingen, afdeling Recht en Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 november 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Naar boven