Besluit vaststelling Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005

Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot vaststelling van het Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005 (Besluit vaststelling Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005)

3 november 2005

Nr. HDJZ/AWW/2005-2104

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer;

Besluit:

Artikel 1

Als subsidieprogramma als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer wordt vastgesteld het Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005, dat is opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel 2

Als aanvraagformulieren als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer worden vastgesteld de aanvraagformulieren Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005, die zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005.

Mededeling

Tegen dit besluit staat voor belanghebbenden bezwaar open ingevolge de Algemene wet bestuursrecht. Het gemotiveerde bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, worden ingediend bij:

De Minister van Verkeer en Waterstaat

T.a.v. de Hoofddirectie Juridische Zaken

Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken

Postbus 20906

2500 EX Den Haag

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlage 2, die ter inzage wordt gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Dit besluit strekt tot vaststelling van een subsidieprogramma op grond van de Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer. Op grond van het Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005 in het natransport kunnen ondernemingen en decentrale overheden subsidie aanvragen voor projecten die gericht zijn op het invoeren van een snel uniform fietsverhuursysteem met als doel het reduceren van CO2-uitstoot. Snel houdt in dat er binnen een minuut een fiets moet worden kunnen gehuurd. Uniform betekent dat de uitstraling en betaalwijzen op elke locatie hetzelfde zijn. Het natransport wijst op de laatste schakel in de reis, het gaan van (bus)station naar bestemming.

Voorts strekt dit besluit tot vaststelling van de aanvraagformulieren waarvan bij indiening van een subsidieaanvraag gebruik moet worden gemaakt. Vanwege hun omvang is ervoor gekozen om de aanvraagformulieren ter inzage te leggen bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, per adres Hoofddirectie Juridische Zaken, Koningskade 4 te Den Haag. De aanvraagformulieren zijn tevens te verkrijgen bij SenterNovem Utrecht, Personenvervoer, Postbus 8242, 3503 RE Utrecht,

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Bijlage 1

Subsidieprogramma Snel fietsverhuur 2005

§ 1. Inleiding

Het Subsidieprogramma ‘Snel fietsverhuur 2005’, hierna genoemd het programma, is een CO2-programma als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer (Staatscourant 2 november 2001, nr. 213), hierna genoemd de subsidieregeling. Doel van het programma is invulling geven aan de subsidiemogelijkheden voor CO2-reductieprojecten, die voldoen aan de doelstellingen van de subsidieregeling. Het programma beperkt zich daarbij tot het ondersteunen van projecten die een substantiële bijdrage leveren aan de CO2-reductie in de sector personenvervoer en bijdragen aan de invoering van een snel en uniform fietsverhuursysteem voor het natransport voor reizigers in het openbaarvervoer. Snel houdt in dat er binnen een minuut een fiets moet worden kunnen gehuurd. Uniform betekent dat de uitstraling en betaalwijzen op elke locatie hetzelfde zijn voor de gebruiker. Het natransport wijst op de laatste schakel in de reis, het gaan van (bus)station naar bestemming.

Naast de voorwaarden en criteria zoals neergelegd in het programma zijn de voorwaarden en criteria zoals neergelegd in de subsidieregeling onverkort van toepassing. Het programma heeft een looptijd tot 30 juni 2008.

§ 2. Typeringen projecten

a. Dit programma staat open voor investeringsprojecten en toepassingsprojecten als bedoeld in artikel 1 van de subsidieregeling.

b. Ten aanzien van investering- en toepassingsprojecten komen alle in Nederland gevestigde ondernemingen, andere organisaties, lokale en regionale overheden in aanmerking, die investeringen plegen met betrekking tot een CO2-reductieproject waarbij de reductie in het personenvervoer plaatsvindt.

c. Het project moet vastgesteld kunnen worden vóór 30 juni 2008. De eindrapportage en het verzoek tot vaststelling dienen uiterlijk 31 maart 2008 door SenterNovem te zijn ontvangen.

d. De aanvrager is in staat om te voldoen aan de verplichting, bedoeld in paragraaf 9, van dit programma.

e. Het resultaat van het project mag niet significant in strijd zijn met andere doelstellingen van het huidige beleid op het gebied van personenvervoer en milieu.

f. Het project mag niet leiden tot een significant verhoogde emissie van NOx, CO, VOS, PM of SOx, noch tot een significant hoger geluidsniveau.

§ 3. Subsidiebedrag

a. Het in de subsidieregeling vermelde percentage onder artikel 4 het eerste lid, onder a, wordt met maximaal 10 procentpunten bruto verhoogd indien de aanvrager geen onderneming drijft en het CO2-reductieproject niet tot doel heeft de levering, tegen vergoeding, van goederen en diensten.

b. In aanmerking nemende het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de subsidieregeling zijn projectkosten gemaakt vanaf 1 januari 2005 subsidiabel.

§ 4. Criteria voor de subsidie

a. Een investeringsproject voldoet in elk geval aan het volgende criterium:

– het project levert een CO2 -reductie van ten minste 60 ton per jaar gemiddeld op, over de technische levensduur van de voorziening.

b. Een toepassingsproject voldoet in elk geval aan het volgende criterium:

– het project levert een CO2-reductie van ten minste 60 ton per jaar gemiddeld op, berekend over een exploitatieperiode van 10 jaar vanaf de start van het project;

c. Voor een project gelden voorts de volgende criteria:

– Het project leidt tot een uniform fietsverhuursysteem.

– Het project biedt een dienst aan in het natransport voor de reiziger in het openbaar vervoer.

– Het project moet aansluiten bij landelijke ontwikkelingen op het gebied van betaal- en informatiesystemen ten behoeve van de reiziger.

– Het project heeft herhalingspotentieel.

Indien niet wordt voldaan aan alle bovenstaande criteria zal de aanvraag worden afgewezen.

§ 5. Verdeling van de gelden

De beschikbare gelden worden verdeeld in volgorde van ontvangst van aanvragen die voldoen aan het vereiste van artikel 8, tweede lid, van de subsidieregeling.

§ 6. Indiening en beoordeling van een subsidieaanvraag

Aanvragen voor het programma worden ingediend met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en dienen uiterlijk op 31 januari 2006 te zijn ontvangen. Binnen maximaal 16 weken na sluiting van de aanvraagperiode zal de minister op een aanvraag beschikken.

Een subsidieaanvraag wordt ingediend bij SenterNovem door middel van een daar te verkrijgen aanvraagformulier.

Het postadres is:

SenterNovem Utrecht

Afdeling Mobiliteit en Ruimte

Postbus 8242

3503 RE Utrecht

Het bezoekadres is:

SenterNovem Utrecht

Catharijnesingel 59

3511 GG Utrecht

Telefoon: (030) 2393556

Fax: (030) 2316491

E-mail: snelfietsverhuur@senternovem.nl

Website: http://www.senternovem.nl/snelfietsverhuur

§ 7. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 600.000,– voor investering- en toepassingsprojecten samen.

§ 8. Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger zal gedurende een periode van ten hoogste drie jaar, ingaand na goedkeuring van het eindverslag als bedoeld in artikel 17 van de subsidieregeling, informatie verstrekken met betrekking tot het resultaat van het project voor zover het de CO2-emissie betreft. Voor de wijze waarop dit zal gebeuren wordt door SenterNovem een opzet verstrekt.

§ 9. Uitgangspunten voor berekening

Bij de berekening van de CO2-reductie, de subsidie-effectiviteit en de subsidiabele projectkosten gelden de volgende uitgangspunten:

1. bij de berekening van de beperking van de CO2-emissie geldt als referentie de referentiesituatie. De referentiesituatie is de situatie die ontstaat dan wel gecontinueerd wordt als het project geen doorgang vindt, waarbij de in de branche gangbare praktijk de norm is;

bij de berekening van de subsidie-effectiviteit wordt voor investeringsprojecten de annuïteitfactor gebaseerd op een disconto van 6% en is de technische levensduur van een voorziening ten hoogste 25 jaar;

2. het subsidiabele deel van de projectkosten kan maximaal bestaan uit de additionele kosten zoals genoemd in artikel 4 en 5 van de subsidieregeling. De berekening van het subsidiabele deel van de projectkosten vindt plaats volgens de berekeningswijze die is opgenomen in de aanvraagformulieren behorend bij dit programma.

§ 10. Forfaitaire kentallen

Waar van toepassing gelden bij berekeningen voor diverse energiebronnen de volgende forfaitaire waarden voor energie-inhoud en CO2-emissiefactoren:

 

Energie-inhoud in MJ per eenheid

(stookwaarde)

CO2-emissiefactor in kg per eenheid:

Aardgas

32 per nm3

1,8 per nm3

LPG

24 per liter

1,6 per liter

Benzine

33 per liter

2,4 per liter

Dieselolie

36 per liter

2,6 per liter

Gasolie

43 per kg

3,1 per kg

Stookolie, alle gradaties

42 per kg

3,1 per kg

Elektriciteit

3,6 per kWh

0,37 per kWh

Naar boven