Besluit verlening van mandaat aan de Stichting Cogis ter verstrekking van subsidies aan vrijwilligersorganisaties ten behoeve van oorlogsgetroffenen, hun partners en hun kinderen

Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 25 oktober 2005, nr. OHW-U-2612682, houdende verlening van mandaat aan de Stichting Cogis ter verstrekking van subsidies aan vrijwilligersorganisaties ten behoeve van oorlogsgetroffenen, hun partners en hun kinderen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gezien de schriftelijke instemming van de Stichting Cogis van 27 september 2005;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. mandaat: de bevoegdheid om namens de minister besluiten te nemen;

c. wet: de Welzijnswet 1994;

d. bekostigingsbesluit: het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

e. regeling: de Subsidieregeling welzijnsbeleid;

f. vrijwilligerswerk: werk dat onbetaald, onverplicht en niet beroepsmatig in organisatorisch verband wordt uitgevoerd;

g. oorlogsgetroffene: een persoon die met het oog op de verwerking van leed dat een gevolg is van ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog ondersteuning behoeft.

Artikel 2

1. Aan de raad van bestuur van de Stichting Cogis (hierna: gemandateerde) wordt mandaat verleend besluiten te nemen in het kader van de uitvoering van de wet, het bekostigingsbesluit en dit besluit, voor zover de besluiten betrekking hebben op de verstrekking van instellings- en projectsubsidies voor vrijwilligerswerk ten behoeve van oorlogsgetroffenen, hun partners en hun kinderen.

2. Van het mandaat is uitgezonderd het beslissen op een bezwaarschrift.

Artikel 3

1. De gemandateerde beslist op een aanvraag met inachtneming van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, de wet, het bekostigingsbesluit en de Beleidsregels subsidiebepalingen VWS.

2. De gemandateerde beslist overeenkomstig de door de minister gestelde doelen zoals die zijn geformuleerd in de Welzijnsnota, danwel in mededelingen overeenkomstig artikel 8, vierde lid, van de wet of nadere instructies van de minister.

3. De gemandateerde neemt de aanbevelingen die zijn opgenomen in de (in april 1997 verschenen) ‘Verkenning Subsidiebeheer VWS’ zoveel mogelijk in acht.

Artikel 4

De gemandateerde stuurt de minister een afschrift van elk besluit.

Artikel 5

1. Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bewindspersoon het besluit is genomen.

2. Elk besluit bevat de volgende tekst:

‘Tot slot wijs ik u erop, dat op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken daartegen binnen zes weken na de dag waarop het aangevallen besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift kan indienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ter attentie van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.’

Artikel 6

De gemandateerde richt de administratie zodanig in, dat daarin alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zijn vastgelegd.

Artikel 7

1. De gemandateerde verstrekt aan de minister alle gevraagde inlichtingen omtrent de toepassing van het bekostigingsbesluit en dit besluit.

2. De gemandateerde signaleert tijdig of er problemen zijn, die aan de minister moeten worden voorgelegd, en informeert de minister hieromtrent.

Artikel 8

De gemandateerde stuurt binnen drie maanden na afloop van een jaar aan de minister een financiële verantwoording betreffende de uitgekeerde bedragen en de uitvoeringskosten. Deze verantwoording gaat vergezeld van een mededeling van een accountant waaruit zijn oordeel over de naleving van dit besluit door de gemandateerde blijkt.

Artikel 9

Het besluit van 28 april 1998, kenmerk DVVB/IB-U-98594 1 , wordt ingetrokken.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Bezwaar

Binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit kunnen belanghebbenden daartegen schriftelijk en gemotiveerd bezwaar indienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Een dergelijk bezwaarschrift dient u te adresseren aan de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C.I.J.M. Ross-van Dorp.

Toelichting

In dit mandaatbesluit is de verstrekking door de Stichting Cogis van instellings- en projectsubsidies voor vrijwilligerswerk ten behoeve van oorlogsgetroffenen, hun partners en hun kinderen geregeld. Tot 1 januari 2005 was bij mandaatbesluit van 28 april 1998, kenmerk DVVB/IB-U-98594, de Stichting Informatie- en Coördinatie Orgaan Dienstverlening Oorlogsgetroffenen (ICODO) belast met de subsidiëring van vrijwilligersorganisaties voor oorlogsgetroffenen, hun partners en hun kinderen.

ICODO is per 1 januari 2005 opgegaan in de Stichting Cogis, het landelijke kenniscentrum vervolging, oorlog en geweld. De Stichting Cogis is opgericht door ICODO, het Centrum ’45 en het Sinai Centrum. ICODO heeft in het kader van dit samenwerkingsverband en de ontwikkeling van het nieuwe kenniscentrum (de exploitatie van) al haar activiteiten en personele en financiële middelen inclusief alle rechten en verplichtingen alsmede haar overige vermogenbestanden overdragen aan de Stichting Cogis, waarna ICODO is ontbonden.

De Stichting Cogis verzamelt, onderzoekt, ontwikkelt en verbreidt kennis over de (late) gevolgen van vervolging, oorlog en geweld voor individuen, hun omgeving en de samenleving als geheel en over de behandeling en bejegening van geweldsgetroffenen. Gelet op de door ICODO opgebouwde expertise op het terrein van de ondersteuning van hulpverlening aan oorlogsgetroffenen en daarmee samenhangend de deskundigheid om de subsidieverzoeken op het terrein van het vrijwilligerswerk te beoordelen, acht ik continuering van de subsidiëring door rechtsopvolger, de Stichting Cogis, gewenst.

  • 1

    Stcrt. 84, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 maart 2000; Stcrt. 63.

Naar boven