Subsidieregeling extra plaatsen opleiding tot advanced nurse practitioner en opleiding tot physician assistant

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 oktober 2005, nr. IBE/BO-2621548, houdende nadere aanduiding van activiteiten waarvoor op grond van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies subsidie wordt verleend, alsmede nadere regels dienaangaande (Subsidieregeling extra plaatsen opleiding tot advanced nurse practitioner en opleiding tot physician assistant)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. bevoegd gezag: het college van bestuur van een hogeschool die van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een goedkeuring heeft verkregen om een opleiding tot advanced nurse practitioner of een opleiding tot physician assistant aan te bieden en die door genoemd ministerie hiervoor wordt bekostigd;

c. opleiding tot advanced nurse practitioner: een HBO-zorgmasteropleiding in de gezondheidszorg met een duur van 24 maanden;

d. opleiding tot physician assistant: een HBO-zorgmasteropleiding in de gezondheidszorg met een duur van 30 maanden;

e. buitenschoolse kosten: kosten die gemaakt worden door de zorgwerkgever in het kader van de HBO-zorgmasteropleidingen tot advanced nurse practitioner of tot physician assistant;

f. extra opleidingsplaatsen: een cohort van maximaal 75 opleidingsplaatsen die in september 2005 zal starten en een cohort van maximaal 75 opleidingsplaatsen die in september 2006 zal starten.

Artikel 2

1. De minister verstrekt in 2005 en in 2006 op aanvraag van het bevoegd gezag voor maximaal de duur van de opleiding subsidie ten behoeve van de buitenschoolse kosten van de opleidingen tot advanced nurse practitioner en tot physician assistant.

2. De subsidie per student bedraagt een vast normatief bedrag van € 1750,– per maand voor maximaal de duur van de opleiding. Het bevoegd gezag dient de subsidie door te geven aan de zorgwerkgever.

3. De subsidie wordt vastgesteld door vermenigvuldiging van de som van het aantal maanden per student dat de opleiding daadwerkelijk is gevolgd met het bedrag, genoemd in het tweede lid.

Artikel 3

1. Voor het studiejaar 2005 dient het bevoegd gezag binnen 4 weken na publicatie van deze regeling in de Staatscourant de subsidieaanvraag in. Voor het studiejaar 2006 dient het bevoegd gezag deze aanvraag in voor 1 augustus 2006.

2. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een opgave van het aantal op te leiden studenten.

Artikel 4

1. De bevoorschotting vindt plaats in gelijke maandelijkse termijnen tot 90% van het verleende subsidiebedrag.

2. Uiterlijk twee maanden na ontvangst van de volledige aanvraag voor de subsidievaststelling worden de voorschotten verhoogd tot het bedrag berekend op basis van artikel 6, tweede lid.

Artikel 5

1. Voor de cohort studenten waarvoor subsidie is verleend, die instroomt in 2005, dient het bevoegd gezag voor 1 mei 2008 voor de opleiding tot advanced nurse practice respectievelijk 1 november 2008 voor de opleiding tot physician assistant een aanvraag in voor de subsidievaststelling. Voor de cohort studenten, die in 2006 instroomt, dient het bevoegd gezag de aanvraag in voor de opleiding tot advanced nurse practice voor 1 mei 2009 respectievelijk 1 november 2009 voor de opleiding tot physician assistant.

2. De aanvraag voor de subsidievaststelling bestaat uit een opgave waarin het totaal aantal maanden dat een student is opgeleid vermeld wordt. Tevens wordt hierin melding gemaakt van het totaal aantal afgegeven diploma’s ten behoeve van de zorgmasteropleidingen tot advanced nurse practitioner en tot physician assistant. De vorengemelde opgave gaat vergezeld van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat de gegevens van de opgave juist zijn.

Artikel 6

1. Het bevoegd gezag verstrekt aan de door de minister aangewezen personen op hun verzoek alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak. De bescheiden worden op één adres getoond en de inlichtingen, op verzoek, schriftelijk verstrekt.

2. Het bevoegd gezag werkt mee aan de door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop zijn gericht de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het subsidiebeleid.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2005. Zij vervalt met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling extra plaatsen opleiding tot advanced nurse practitioner en opleiding tot physician assistant.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

In het kabinetsstandpunt op het rapport ‘De zorg van morgen’ (Commissie Implementatie Opleidingscontinuüm en Taakherschikking, 2003) is aan de Tweede Kamer medegedeeld dat de HBO-zorgmasteropleidingen tot nurse practitioner (advanced nursing practice) en physician assistant gefinancierd gaan worden. In dit kader stromen per 1 september 2005 en 1 september 2006 twee maal een extra cohort van 75 studenten van de genoemde HBO-zorgmasteropleidingen in. Beide opleidingen betreffen een duaal traject: werken-leren. Uitgangspunt bij de financiering is dat het Ministerie van OCW de binnenschoolse kosten ad € 15.000,– per student per jaar voor zijn rekening neemt en dat dit ministerie de buitenschoolse kosten zal financieren. Dit betreft een vast normatief bedrag ad € 21.000,– per jaar, ofte wel € 1750,– per student per maand, ter dekking van de kosten van de zorgwerkgever.

Studenten die in de zorgmasteropleiding instromen dienen:

in het bezit te zijn van een getuigschrift van een opleiding in de gezondheidszorg op HBO-niveau;

minimaal twee jaar relevante werkervaring te hebben met de directe zorg voor patiënten;

een leer-/arbeidsovereenkomst te sluiten voor de duur van de opleiding met de zorgwerkgever.

Deze gegevens dienen door de student te worden overhandigd aan de hogeschool waar hij/zij zijn opleiding zal volgen. De subsidiëring van de twee extra cohorten van 75 zal lopen via de hogescholen aan wie door het Ministerie van OCW opleidingsplaatsen ANP en PA zijn toebedeeld. Daartoe zal door de hogescholen een aanvraag voor subsidie worden ingediend bij VWS voor een instroom in 2005 en 2006 van het door OCW maximaal toegekende contingent van 75 in de beide jaren.

De maximale vergoeding van de totale opleiding per student voor een cohort ANP zal aldus € 42.000,– (24 × € 1750,–) bedragen en voor PA € 52.500,– (30 × € 1750,–). Indien een student eerder dan de maximale duur van de opleiding uitstroomt, zullen de hogescholen geen subsidie ontvangen voor de maanden waarin geen opleiding is gevolgd door de desbetreffende student. Zo zal er wanneer een student besluit om na 18 maanden te stoppen met de opleiding tot physician assistant een subsidievaststelling volgen voor 18 × € 1750,–.

Voor de opleiding tot physician assistant dient de hogeschool voor 1 november 2008 voor de cohort studenten dat in 2005 instroomt, en voor 1 november 2009 voor de cohort studenten dat in 2006 instroomt waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag in voor subsidievaststelling. Voor de opleiding tot advanced nurse practitioner is dit respectievelijk 1 mei 2008 en 1 mei 2009. Deze aanvraag zal vergezeld gaan van een accountantsverklaring, en een opgave van het aantal studenten dat de opleiding met goed gevolg heeft afgerond. De toebedeelde opleidingplaatsen worden de komende periode bekostigd op grond van de onderhavige subsidieregeling.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven