Wijziging Richtlijn jaarverslaggeving hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

18 oktober 2005

Nr. CFI/EFA-2005/130785

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 2.14 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

Artikel I

De Richtlijn jaarverslaggeving hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 26, twaalfde lid, komt te luiden:

12. Opgegeven worden in de toelichting op de exploitatierekening het bedrag van de bezoldigingen, met inbegrip van de pensioenlasten en van de andere uitkeringen van de afzonderlijke leden en gewezen leden van het College van bestuur en afzonderlijk van de afzonderlijke leden van de Raad van Toezicht. De voorgaande zin heeft betrekking op de bedragen die in het boekjaar ten laste van de instelling zijn gekomen. Indien de instelling verbonden partijen heeft of de financiële gegevens van andere partijen consolideert. Worden de bedragen die in het boekjaar te hunnen laste zijn gekomen, in de opgave begrepen.

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vindt voor het eerst toepassing op het verslag over het boekjaar 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel in behandeling over de openbaarmaking van topsalarissen opgenomen dat de transparantie van topinkomens zal worden geregeld in het wetsvoorstel ‘Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens’ van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Hierin is geregeld dat bij organisaties die in overwegende mate uit publieke middelen gefinancierd worden alle inkomens die uitstijgen boven het belastbare jaarloon van een minister openbaar moeten worden gemaakt in het jaarverslag. De bekostigde universiteiten en hogescholen vallen onder de reikwijdte van deze wet.

Het voornemen van de Minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschap is dat naast dit voorschrift zal worden geregeld dat de individuele salarissen van bestuurders van universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen, ongeacht de hoogte ervan, openbaar worden gemaakt in het jaarverslag van de instelling. Hiertoe wordt de Richtlijn jaarverslaggeving hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek reeds met ingang van het verslagjaar 2005 aangepast.

Het bevoegd gezag vermeldt in het jaarverslag het belastbare loon, de functie(s) en de duur van het dienstverband van eenieder van wie het belastbare loon van zijn functie(s) het gemiddelde belastbare loon van Onze Ministers te boven is gegaan. Onder belastbaar loon wordt verstaan het loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de Loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffings-bestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.

Met de duur van het dienstverband wordt bedoeld het deel van het jaar dat de betrokkene in dienst is van de organisatie. Het is immers relevant te weten of het vermelde belastbaar loon voor een heel jaar of in een gedeelte ervan is betaald.

Voor het modelmatige verantwoordingsoverzicht en het EFJ-programma betekent dit dat vanaf het verslagjaar 2005 het model 4.1.B zal worden aangepast aan de bovenstaande wijziging.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven