Wijziging Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 21 januari 2005, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/SAM/2005/2147, houdende wijziging van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen in verband met de afhandeling van de aanvragen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel I

Artikel 6 van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt ‘uiterlijk 1 december 2004’ vervangen door: uiterlijk 31 januari 2005.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

3. In de eerste zin van het tweede lid wordt ‘uiterlijk 4 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening’ vervangen door: uiterlijk 31 januari 2005.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 28 november 2004.

Den Haag, 21 januari 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Op 21 februari 2002 is de Tijdelijke Stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen (stimuleringsregeling) gepubliceerd in de Staatscourant (nummer 37). Deze regeling is op 1 maart 2003 in werking getreden; vanaf 1 juli 2004 kunnen geen aanvragen voor subsidie meer worden ingediend. De regeling beoogt 10.000 ID-dienstbetrekkingen om te zetten in reguliere banen. De regeling is tot stand gekomen in overleg met sociale partners en de VNG (Convenant gesubsidieerde arbeid 20 december 2002). De werknemersorganisaties en gemeenten hebben een groot deel van de financiën van de regeling ingebracht.

Op de sluitingsdatum van de stimuleringsregeling hebben ruim 12.500 werkgevers een aanvraag gedaan voor subsidie om een ID’er een reguliere baan te bieden. Werkgevers aan wie voor 12 november 2004 subsidie is verleend, moesten er voor zorgen dat binnen 20 weken na beschikking tot subsidieverlening, doch uiterlijk op 1 december 2004, de in de regeling genoemde aanvullende documenten door de Minister van SZW waren ontvangen. Werkgevers aan wie na 12 november 2004 subsidie is verleend, hebben na de datum van subsidieverlening nog vier weken de tijd de in de regeling genoemde aanvullende documenten te versturen.

De periode tot 1 december om aanvullend informatie te versturen, waaronder een verklaring die werkgevers van gemeenten moeten krijgen, is erg kort gebleken voor werkgevers. Zeker voor werkgevers aan wie de beschikking tot subsidie kort voor 12 november 2004 is verleend.

Artikel 6 van de regeling is nu zodanig aangepast dat de aanvullende informatie binnen 20 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening, doch uiterlijk 31 januari 2005 door de Minister van SZW moet zijn ontvangen.

Voor werkgevers aan wie subsidie is verleend ná 12 november 2004 geldt dat de aanvullende informatie uiterlijk 31 januari 2005 door de Minister van SZW moet zijn ontvangen. Van toepassing blijft het voorschrift dat de reguliere dienstbetrekking in dit geval uiterlijk 4 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening moet zijn ingegaan.

Het oorspronkelijke tweede lid is vervallen omdat de daarin opgenomen overgangstermijn inmiddels is geëxpireerd.

Deze wijziging werkt terug tot en met 28 november 2004. Hierdoor sluit deze wijziging van de regeling naadloos aan bij de wijziging van de regeling van 19 november 2004 (Stcrt. 229), welke wijziging destijds met ingang van 28 november 2004 in werking is getreden.

De Staatssecretaris van Sociale Zakenen Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 2003, 37; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 november 2004 (Stcrt. 229).

Naar boven