Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Stichting Veiligheid en Toezicht te Gorinchem 2003

Besluit van de Minister van Justitie van 19 oktober 2005, nr. 5380606/Justis/05, strekkende tot wijziging van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Stichting Veiligheid en Toezicht te Gorinchem 2003, nr. 5207894/DBZ/03

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken Ministers;

Gelezen het verzoek van de Stichting Veiligheid en Toezicht te Gorinchem;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

– artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

Besluit:

Artikel I

Het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Stichting Veiligheid en Toezicht te Gorinchem 2003, 30 januari 2003, met nr. 5207894/DBZ/03, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

1. De personen, werkzaam bij de Stichting Veiligheid en Toezicht te Gorinchem, aangesteld in de functie van gemeentelijk opsporingsambtenaar zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

2. De personen, werkzaam bij de Stichting Veiligheid en Toezicht te Gorinchem, aangesteld in de functie van controleur openbare ruimte zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam als gemeentelijk opsporingsambtenaar, is bevoegd tot de opsporing van feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

a. De in artikel 1a van de Wet op de economische delicten (WED) genoemde wetten en alsmede de artikelen 26, 33 en 34 van de WED; de Wet wapens en munitie; de Visserijweg 1963; de Wet op de openluchtrecreatie; de Plantenziektenwet; de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; de Veewet; het Besluit gebruik meststoffen; artikel 45 luchtverkeersreglement; het Binnenvaartpolitiereglement; de Binnenschepenwet; Wegenverkeerswet 1994 (de toepassing van deze bevoegdheid dient zich te beperken tot stilstaand verkeer met uitzondering van de artikelen 5, 6, 10, 60, 62 en 82 RVV 1990); artikel 2, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (i.v.m. onverzekerd crossen); de Wet op de Ruimtelijke Ordening; de Woningwet; de Monumentenwet 1988; de Huisvestingswet; de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing; de Wet openbare manifestaties; de Zondagswet;

b. de artikelen 141, 157, 158, 161, 162, 163, 173, 173a, 173b, 174, 175, 177, 179, 180, 181, 182, 184, 185, 198, 199, 225, 239, 266, 267, 310, 311, 314, 315, 350, 351, 351 bis, 352, 424 t/m 429, 430a, 435, onder ten vierde, 447e en 458 t/m 461 van het Wetboek van Strafrecht.

2. De buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam als controleur openbare ruimte, is bevoegd tot de opsporing van feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

a. De Wet op de openluchtrecreatie; de Wet openbare manifestaties; de Zondagswet; de Monumentenwet;

b. De artikelen 177, 179, 180, 184, 266, 267, 310, 350, 351, 351bis, 424 t/m 429, 435, onder ten vierde, 461 en 447e van het Wetboek van Strafrecht.

c. De verordeningen van de gemeenten van het politiedistrict Alblasserwaard/Vijfheerenlanden waarbinnen de buitengewoon opsporingsambtenaar diens functie van gemeentelijk opsporingsambtenaar uitoefent, voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.

3.

a. De opsporingsbevoegdheid, voor de gemeentelijk opsporingsambtenaar, geldt voor het grondgebied van de gemeenten van het politiedistrict Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

b. De opsporingsbevoegdheid, voor de functie van controleur openbare ruimte, geldt voor het grondgebied vaan de gemeente Geldermalsen.

c. De verordeningen van de gemeente Geldermalsen waarbinnen de buitengewoon opsporingsambtenaar diens functie van controleur openbare ruimte uitoefent, voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen.

C

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd bij de opsporing van de in artikel 3, eerste en tweede lid, genoemde strafbare feiten gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel II

Dit besluit treedt inwerking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, dienst Justis, afdeling IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 oktober 2005.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de coördinator Buitengewoon Opsporingsambtenaar, G.V.A. van Raaij.

Toelichting

De Stichting Veiligheid en Toezicht (SVT) heeft bij brief van 26 april 2005 verzocht om de categoriale beschikking Stichting Veiligheid en Toezicht 2003, kenmerk 5207894/DBZ/03 te wijzigen.

Momenteel zijn er bij de SVT reeds buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst in de functie van gemeentelijk opsporingsambtenaar voor het grondgebied van het politiedistrict Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

De directeur van de SVT te Gorinchem verzoekt om wijziging van het categoriaal besluit ter zake het toevoegen van de functie van controleur openbare ruimte voor het grondgebied van de gemeente Geldermalsen.

De reden hiervan is gelegen in het feit dat de SVT, conform het Handhavingsarrangement, opsporingstaken verricht op en nabij stations gelegen aan de Merwede-Lingelijn. De gemeente Geldermalsen ligt buiten de regio Zuid-Holland-Zuid. De gemeente Geldermalsen is gelegen in het arrondissement Arnhem.

De hoofdofficier van justitie te Arnhem en de korpschef van de politieregio Gelderland-Zuid alsmede de hoofdofficier van justitie te Dordrecht en de korpschef van de regiopolitie Zuid-Holland-Zuid hebben hun goedkeuring gegeven aan de uitbreiding van het categoriaal besluit.

De Minister van Justitie

namens deze:

de coördinator Buitengewoon Opsporingsambtenaar,

G.V.A. van Raaij

Naar boven