Wijziging Regeling randapparaten en radioapparaten

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 14 oktober 2005, nr. EZ-AT/5666694.JZ, houdende wijziging van de Regeling randapparaten en radioapparaten in verband met eisen voor Cospas-Sarsat-noodbakens

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op beschikking nr. 2005/631/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 augustus 2005 betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen (PbEU L 225) en op artikel 6, derde lid, van het Besluit randapparaten en radioapparaten;

Besluit:

Artikel I

De Regeling randapparaten en radioapparaten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g komt te luiden:

g. beschikking nr. 2005/631/EG: beschikking nr. 2005/631/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 augustus 2005 betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen (PbEU L 225);

2. Na onderdeel g wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. Agentschap Telecom: Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken.

B

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Radioapparaten als bedoeld in artikel 1 van beschikking nr. 2005/631/EG voldoen aan artikel 2 van deze beschikking.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 oktober 2005.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling randapparaten en radioapparaten in verband met de implementatie van beschikking nr. 2005/631/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 augustus 2005 betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen (PbEU L 225) (hierna: beschikking nr. 2005/631/EG). Beschikking nr. 2005/631/EG strekt tot uitvoering van artikel 3, derde lid, onderdeel e, van Richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (PbEG L 91) (hierna: de richtlijn).

In artikel 3 van de richtlijn zijn de essentiële eisen neergelegd waar randapparaten en radioapparaten aan moeten voldoen. De in artikel 3, eerste lid, van de richtlijn genoemde essentiële eisen hebben betrekking op de gezondheid en veiligheid van de gebruiker of van anderen en op de elektromagnetische compatibiliteit. Artikel 3, eerste lid, van de richtlijn is geïmplementeerd in artikel 6, eerste lid, van het Besluit randapparaten en radioapparaten (hierna: het besluit).

De in artikel 3, tweede lid, van de richtlijn genoemde essentiële eis geldt specifiek voor radioapparaten. Radioapparaten moeten zo zijn geconstrueerd, dat zij het voor aarde/ruimtecommunicatie toegewezen spectrum en de satellietcapaciteit efficiënt gebruiken, zonder schadelijke interferentie te veroorzaken. Artikel 3, tweede lid, van de richtlijn is geïmplementeerd in artikel 6, tweede lid, van het besluit.

Op grond van artikel 3, derde lid, van de richtlijn kan de Commissie van de Europese Gemeenschappen – naast de in artikel 3, eerste en tweede lid, van de richtlijn neergelegde essentiële eisen – bijzondere essentiële eisen formuleren welke onder meer kunnen inhouden dat randapparaten of radioapparaten zodanig zijn geconstrueerd dat zij geschikt zijn voor bepaalde voorzieningen die de toegang tot alarmdiensten moeten waarborgen (artikel 3, derde lid, onderdeel e, van de richtlijn). De voorschriften inzake de bijzondere essentiële eisen worden neergelegd in een beschikking van de Commissie. Beschikking nr. 2005/631/EG is één van de beschikkingen die de Europese Commissie op grond van artikel 3, derde lid, van de richtlijn heeft vastgesteld. Artikel 6, derde lid, van het besluit biedt de basis voor het stellen van regels ter uitvoering van de voorschriften van de Commissie. Dergelijke regels zijn neergelegd in de Regeling randapparaten en radioapparaten.

Beschikking nr. 2005/631/EG behelst een bijzondere essentiële eis voor noodbakens (radioapparaten) die via het Cospas-Sarsat-systeem op de 406 MHz frequentieband zenden en niet vallen onder het toepassingsbereik van beschikking nr. 2004/71/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 september 2003 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet-SOLAS-schepen te worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) (PbEU L 54) (hierna: beschikking nr. 2004/71/EG).

Deze bijzondere essentiële eis is neergelegd in artikel 2 van beschikking nr. 2005/631/EG. Zij houdt in, dat deze radioapparaten zodanig moeten zijn ontworpen dat een correcte werking overeenkomstig de erkende operationele eisen gewaarborgd is wanneer zij worden blootgesteld aan de omgeving waarin zij kunnen worden gebruikt. In noodsituaties moeten zij duidelijke, krachtige signalen met een hoog betrouwbaarheidsniveau geven, waartoe zij aan alle vereisten van het Cospas-Sarsat-systeem moeten voldoen.

Het Cospas-Sarsat-systeem is een internationaal nood- en veiligheidssysteem dat gebruik maakt van communicatie via satelliet. Het Cospas-Sarsat-systeem maakt onderdeel uit van het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS), zoals vastgesteld in hoofdstuk IV van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 (SOLAS-verdrag). Om die reden worden bijzondere eisen gesteld aan radioapparaten die functioneren in het Cospas-Sarsat-systeem. Onderdeel van deze eisen is de bijzondere essentiële eis zoals neergelegd in artikel 2 van beschikking nr. 2005/631/EG. Aangezien de hiervoor bedoelde bijzondere essentiële eis reeds geldt voor radioapparaten die onder de werkingsfeer vallen van beschikking nr. 2004/71/EG, zijn deze radioapparaten uitgezonderd van de werkingsfeer van beschikking nr. 2005/631/EG. Voor de noodbakens als bedoeld in artikel 1 van beschikking nr. 2005/631/EG, gold deze bijzondere essentiële eis echter nog niet. Teneinde te voorkomen dat als gevolg van het gebruik van deze categorie radioapparaten de goede werking van het GMDSS-systeem in gevaar komt, is het noodzakelijk om te regelen dat de hiervoor bedoelde bijzondere essentiële eis ook geldt voor deze noodbakens. Beschikking nr. 2005/631/EG strekt hiertoe.

Ter implementatie van beschikking nr. 2005/631/EG zijn de artikelen 1 en 3 van de Regeling randapparaten en radioapparaten gewijzigd.

Administratieve lasten

Ingevolge deze regeling geldt dat fabrikanten die noodbakens (radioapparaten) die via het Cospas-Sarsat-systeem op de 406 MHz-band zenden (en niet onder de werkingsfeer van beschikking nr. 2004/71/EG vallen) in de handel brengen, ervoor moeten zorgen dat deze apparaten voldoen aan de in artikel 3, vijfde lid, gestelde bijzondere essentiële eis. Aangezien er op dit moment geen Nederlandse fabrikanten van dergelijke apparaten zijn, zijn er geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

  • 1

    Stcrt. 2000, 90; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 3 maart 2005 (Stcrt. 49).

Naar boven