Procesregeling belastingkamers gerechtshoven 2005

Regeling van de belastingsectoren van de gerechtshoven met richtlijnen voor de behandeling van belastingzaken in hoger beroep (Procesregeling belastingkamers gerechtshoven 2005). Het wettelijk kader voor de behandeling van hoger beroepszaken is opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr).

Artikel 1 Ontvangstbevestiging/kennisgeving

1. De griffier van het gerechtshof verzendt binnen een week na binnenkomst van het beroepschrift een ontvangstbevestiging aan de indiener van het beroepschrift.

Een beroepschrift dat bij de eerste leging op een werkdag in de brievenbus van het gerechtsgebouw wordt aangetroffen, wordt geacht te zijn ingediend op de direct voorafgaande werkdag.

2. Een partij kan hoger beroep instellen door middel van een faxbericht. Als datum van binnenkomst geldt de dag waarop het eerste vel blijkens de faxregistratie van de griffie is ontvangen. Het gerechtshof neemt geen beroep in behandeling dat enige partij op elektronische wijze kenbaar heeft gemaakt.

3. De griffier van het gerechtshof verzendt binnen een week na het instellen van hoger beroep, een kennisgeving aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank die de uitspraak heeft gedaan.

Artikel 2 Machtiging

Indien een belanghebbende zich laat vertegenwoordigen door een gemachtigde (niet zijnde een advocaat) dient het beroepschrift vergezeld te zijn van een schriftelijke machtiging. Zonder een schriftelijke machtiging kan het gerechtshof het beroep nietontvankelijk verklaren.

Artikel 3 Herstel verzuimen

1. Indien het beroepschrift niet voldoet aan de vereisten als bedoeld in artikel 6:5, eerste en tweede lid, van de Awb of artikel 2 van deze procesregeling, deelt de griffier dit binnen twee weken na de ontvangst van het beroepschrift mee aan de indiener van het beroepschrift en stelt hij hem in de gelegenheid binnen vier weken na verzending van de mededeling het geconstateerde verzuim te herstellen.

2. Indien de indiener van het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn van vier weken het geconstateerde verzuim heeft hersteld, geeft de griffier de indiener alsnog bij aangetekende brief de gelegenheid het verzuim binnen een termijn van twee weken te herstellen. In deze uitnodiging wordt vermeld dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het geconstateerde verzuim niet binnen de gestelde termijn is hersteld.

Artikel 4 Uitnodiging betaling griffierecht

1. Binnen twee weken na de ontvangst van het beroepschrift verzendt de griffier aan de indiener van het beroepschrift, niet zijnde een bestuursorgaan, een uitnodiging het verschuldigde griffierecht zo spoedig mogelijk te betalen.

2. Als deze indiener het griffierecht niet binnen vier weken na de verzending van de uitnodiging heeft betaald, verzendt de griffier bij aangetekende brief een mededeling waarbij de indiener een termijn van vier weken krijgt om het griffierecht te betalen en waarin deze wordt gewezen op de mogelijkheid dat bij het niet of niet-tijdig betalen het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.

3. Indien het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, hoger beroep heeft ingesteld en de uitspraak van de rechtbank in stand blijft, wordt de rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort, binnen twee weken na de datum van verzending van de uitspraak van het gerechtshof uitgenodigd het verschuldigde griffierecht binnen vier weken na de datum van verzending van de uitnodiging te voldoen.

Artikel 5 Toezending van stukken

1. Binnen twee weken nadat de indiener van het beroepschrift eventuele verzuimen heeft hersteld en hij ook het verschuldigde griffierecht heeft voldaan, zendt de griffier een afschrift van het beroepschrift aan de wederpartij met het verzoek binnen vier weken een verweerschrift in te dienen. De griffier wijst de wederpartij op de mogelijkheid om bij de indiening van het verweerschrift alsnog eveneens hoger beroep in te stellen (incidenteel hoger beroep) op daartoe aan te geven gronden en de griffier verzoekt de wederpartij nadrukkelijk te vermelden dat er sprake is van incidenteel hoger beroep.

2. De griffier zendt een afschrift van het geschrift waarbij incidenteel hoger beroep is ingesteld binnen twee weken na ontvangst aan de partij die het hoger beroep heeft ingesteld en biedt deze de gelegenheid binnen vier weken een reactie te geven op het incidenteel hoger beroep.

3. Binnen de twee weken, genoemd in het eerste lid, wordt de griffier van de rechtbank verzocht de gedingstukken, het proces-verbaal van de zitting(en) (in viervoud) en de uitspraak (in viervoud) binnen een week aan de griffier van het gerechtshof te zenden.

Artikel 6 Vereenvoudigde behandeling

1. Indien de indiener van het beroepschrift niet tijdig heeft voldaan aan de verplichtingen voor het in behandeling nemen van het hoger beroep doet het gerechtshof in beginsel binnen zes weken uitspraak op de voet van artikel 8:54 van de Awb (vereenvoudigde behandeling).

2. Indien de wederpartij niet tijdig heeft voldaan aan het verzoek een verweerschrift in te dienen kan binnen zes weken uitspraak worden gedaan op de voet van artikel 8:54 van de Awb.

3. Het gerechtshof doet binnen drie maanden na ontvangst van het verzetschrift, uitspraak op het ingestelde verzet.

Artikel 7 Versnelde behandeling

1. Binnen twee weken na ontvangst van een verzoek om versnelde behandeling, beslist het gerechtshof op dit verzoek.

2. De griffier deelt de beslissing van het gerechtshof op het verzoek vervolgens binnen een week aan partijen mee.

Artikel 8 Beperkte kennisneming

Het gerechtshof zal slechts bij hoge uitzondering gebruik maken van de mogelijkheid tot beperkte kennisneming als bedoeld in artikel 8:29, derde en vijfde lid, en artikel 8:32 van de Awb.

Artikel 9 Repliek en dupliek

1. Het gerechtshof kan de indiener van het beroepschrift in de gelegenheid stellen binnen een termijn van vier weken schriftelijk te reageren op het verweerschrift door middel van een conclusie van repliek.

2. De wederpartij krijgt bij de toezending van de conclusie van repliek, een termijn van vier weken om een conclusie van dupliek in te dienen.

Artikel 10 Schriftelijke inlichtingen

Indien het gerechtshof schriftelijke inlichtingen inwint en/of stukken opvraagt bij partijen en anderen, geeft het een termijn van ten hoogste vier weken om aan het verzoek te voldoen.

Artikel 11 Uitstel

1. Het gerechtshof zal slechts in uitzonderlijke gevallen uitstel verlenen van de hiervoor genoemde termijnen en alleen indien daarom binnen de eerder gestelde termijn schriftelijk en gemotiveerd is verzocht. De griffier geeft geen uitstel voor het betalen van het in rekening gebrachte griffierecht.

2. De beslissing tot het verlenen van uitstel wordt schriftelijk aan de verzoeker medegedeeld binnen een week na ontvangst van het verzoek.

3. Bij inwilliging van het verzoek geldt een uitsteltermijn van maximaal vier weken.

Artikel 12 Onderzoek ter zitting

1. In beginsel zes weken voor de datum van de zitting wordt de uitnodiging als bedoeld in artikel 8:56 van de Awb of de oproeping als bedoeld in artikel 8:59 van de Awb per aangetekende brief aan partijen verzonden met een aanduiding van de behandelende kamer.

2. Een verzoek om uitstel van de behandeling ter zitting dient zo spoedig mogelijk na ontvangst van de uitnodiging, schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend. Een verzoek om uitstel dat binnen een termijn van drie weken voor de zitting is ontvangen wordt afgewezen, tenzij sprake is van een overmachtsituatie.

3. Het gerechtshof deelt zijn beslissing op het verzoek om uitstel aan partijen en eventueel overige betrokkenen mee binnen één week na ontvangst van dit verzoek.

4. Stukken die binnen de termijn van 10 dagen voor de zitting zijn ingekomen, worden buiten beschouwing gelaten indien de toelating van deze stukken in strijd is met de goede procesorde.

Artikel 13 Uitspraak

1. Indien de noodzaak bestaat de termijn waarbinnen schriftelijk uitspraak wordt gedaan te verlengen, beslist het gerechtshof hierover binnen de termijn van zes weken na de zitting en ontvangen partijen hieromtrent een mededeling.

2. De griffier verzendt een afschrift van de uitspraak aan partijen binnen twee weken na de datum waarop het gerechtshof uitspraak heeft gedaan.

3. Een partij kan uiterlijk ter zitting een gemotiveerd verzoek doen de uitspraak niet vrij te geven voor publicatie.

Artikel 14 Afwijkingsbevoegdheid

Het gerechtshof kan op grond van bijzondere omstandigheden van deze procesregeling afwijken.

Artikel 15 Overgangs- en slotbepalingen

1. Op de termijnen, genoemd in deze procesregeling, is de Algemene termijnenwet van toepassing.

2. De tekst van deze procesregeling wordt in de Staatscourant gepubliceerd en op internet onder www.rechtspraak.nl geplaatst.

3. Deze procesregeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2005 en is van toepassing op de zaken die de belastingkamers van de gerechtshoven in hoger beroep behandelen.

4. Deze regeling kan worden aangehaald als: Procesregeling belastingkamers gerechtshoven 2005.

Naar boven