Wijziging Regeling bezwarenprocedure functiewaardering BBRA 1984

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 oktober 2005, nr. 2005-0000238510 DGMOS/POIR/AV, tot wijziging van de Regeling bezwarenprocedure functiewaardering BBRA 1984 in verband met de benoeming van de secretaris

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 5a, derde lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

Besluit:

Artikel I

De Regeling bezwarenprocedure functiewaardering BBRA 1984 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. De bezwarencommissie wordt bijgestaan door een secretaris die deel uitmaakt van een secretariaat. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties draagt er zorg voor dat een secretariaat ter beschikking wordt gesteld van de bezwarencommissie.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. De voorzitter en zijn plaatsvervanger, zomede de in het zevende lid bedoelde personen, worden benoemd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die eveneens bevoegd is een benoeming in te trekken.

B

Het eerste lid van artikel 11 komt te luiden:

1.

Het advies, dat met redenen is omkleed, wordt door de voorzitter dan wel de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris ondertekend en toegezonden aan het bevoegd gezag.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 oktober 2005.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
namens deze:
de directeur-generaalManagement Openbare Sector, R.IJ.M. Kuipers.

Toelichting

De commissie van advies bezwaren functiewaardering (CABF) wordt bij de advisering over een geschil betreffende functiewaardering en op de hoorzitting bijgestaan door een secretariaat dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter beschikking wordt gesteld en dat is uitbesteed aan een andere organisatie. Het blijkt in de praktijk wenselijk dat meerdere personen behorend tot deze organisatie, hierbij als secretaris kunnen optreden. Uit praktische overwegingen is daarom besloten dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet langer een secretaris of plaatsvervanger benoemt. Het wordt aan de betreffende organisatie overgelaten om te bepalen wie in een concreet geval als zodanig zal optreden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

namens deze:

de directeur-generaalManagement Openbare Sector,

R.IJ.M. Kuipers

Naar boven