Vaststelling beleidsregels ontslagtaak CWI 2005

CWI 2005/009

De Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen,

Gelet op artikel 21 sub i van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen waarin is bepaald dat aan de Centrale organisatie werk en inkomen bij of krachtens deze of enige andere wet taken kunnen worden opgedragen;

Gelet op artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 waarin is bepaald dat een werkgever voor de opzegging van de arbeidsverhouding voorafgaande toestemming behoeft van de Centrale organisatie werk en inkomen en dat de Centrale organisatie werk en inkomen derhalve uitvoerder is van de wettelijke ontslagtaak ex artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;

Gelet op artikel 6, derde en vierde lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 waarin is bepaald dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld met betrekking tot voornoemde toestemming, welke regeling is neergelegd in het Ontslagbesluit (Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Arbeidsverhoudingen, 7 december 1998, Nr. AV/RV/98/38505, Stcrt. 1998, nr. 238, p. 12, laatstelijk gewijzigd in Stcrt. 2003, nr. 49, p. 24);

Overwegende dat het wenselijk is om bekendheid te geven aan de na de invoering van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen uitgevaardigde instructies en nieuw ontwikkelde uitvoeringsnotities, welke betrekking hebben op de wettelijke ontslagtaak, heeft de Centrale organisatie werk en inkomen deze integraal vastgesteld;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde bevoegdheid om als bestuursorgaan beleidsregels vast te stellen;

Besluit:

Artikel 1

Bij de uitvoering van de in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 opgenomen taak past de Centrale organisatie werk en inkomen het beleid toe dat is neergelegd in de als bijlage bij dit besluit gevoegde publicatie Beleidsregels Ontslagtaak CWI 2005.

Artikel 2

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij de vestigingen van de afdeling Juridische Zaken van de Centrale organisatie werk en inkomen belast met de uitvoering van de in artikel 1 genoemde taak.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels Ontslagtaak CWI 2005.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2005.

Amsterdam, 6 september 2005.
R. de Groot, voorzitter Raad van bestuur.

Toelichting

Op basis van artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhouding 1945 (BBA) behoeft een werkgever voor de opzegging van de arbeidsverhouding voorafgaande toestemming van de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI). Het Ontslagbesluit is een ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 6, derde en vierde lid BBA en bevat naast procedurevoorschriften inhoudelijke toetsingscriteria voor de beoordeling van een toestemmingsverzoek.

Vanaf 1 januari 2002 wordt de beslissing omtrent verzoeken om toestemming voor opzegging van de arbeidsverhouding genomen door de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen. Tot dat moment lag de beslissingsbevoegdheid bij de Regionaal Directeur van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (RDA).

Op basis van het Mandaatbesluit CWI 2004 (Stcrt. 2004, nr. 234) zijn medewerkers op een lager niveau binnen CWI bevoegd om op basis van mandaat namens de Raad van bestuur te beslissen. Dit heeft tot gevolg dat er sprake is van een centrale aansturing bij de uitvoering van de wettelijke ontslagtaak.

In 2002 is door de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) onderzoek gedaan naar de uitvoering van de ontslagtaak en IWI constateerde daarbij dat er sprake was van een beleidsmatig juiste werkwijze waarbinnen CWI bij de beoordeling van ontslagaanvragen een discretionaire bevoegdheid heeft. CWI heeft in haar reactie aangegeven dat gestreefd wordt naar een zo uniform mogelijke uitvoering en vastlegging van een schriftelijk beleidskader voor de interne uitvoering.

Eind 2002 is een werkgroep gestart met het verder verdiepen en redigeren van het uitvoeringsbeleid, gericht op procedurele aspecten, inhoudelijke toetsingscriteria en te volgen werkwijzen. Het uitvoeringsbeleid is in nauwe samenspraak met de uitvoering vorm gegeven. De door de werkgroep opgestelde notities vormen een weerslag van enerzijds beleidsmatige inzichten en anderzijds de best practises uit de uitvoering. De eindversies zijn vastgesteld door het landelijk management van de Bedrijfseenheid Juridische Zaken van CWI en gelden als instructies voor de uitvoering. Op vrijwel alle beleidsonderdelen is nu beleid geformuleerd.

Door middel van dit besluit formaliseert CWI het beleid dat zij hanteert bij de uitvoering van de wettelijke ontslagtaak, ingaande per 1 oktober 2005. Middels publicatie wordt dit kenbaar gemaakt aan derden. Het vaststellingsbesluit wordt bekend gemaakt middels publicatie in de Staatscourant. De bijlage, waarnaar in het besluit wordt verwezen, ligt voor eenieder ter inzage bij de vestigingen van de afdeling Juridische Zaken van CWI, zoals opgenomen in artikel 1 onder d van het Besluit werkgebieden CWI (Raad van bestuur CWI 7 maart 2002, CWI 2002/002, Stcrt. 2002, nr. 53, p. 20, laatstelijk gewijzigd in Stcrt. 2005, nr. 133, p. 25). In bijlage 2 van het Besluit werkgebieden CWI is aangegeven in welke plaatsen de vestigingen van CWI Juridische Zaken zijn gevestigd. Een actuele adreslijst is geplaatst op de website www.cwinet.nl.

Naar boven