Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Douane 2002

Besluit van de Minister van Justitie van 27 september 2005, nr. 5376385/505/CBK, houdende wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Douane 2002

De Minister van Justitie,

Gelezen het verzoek van het managementteam van de Belastingdienst d.d. 30 augustus 2005;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten, artikel 142, eerste lid, onder c, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 3a van de Wet wapens en munitie en op artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 20021 wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 4 wordt aan lid 3 een onderdeel toegevoegd:

d. de pepperspray van een door de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 27 september 2005.
De Minister van Justitie,
namens deze:
hoofdBureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden, R.R. Joesoef Djamil.

Toelichting

Bij besluit van 19 februari 2005 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar is ingevoerd dat buitengewoon opsporingsambtenaren kunnen beschikken over het geweldsmiddel pepperspray. De pepperspray is vooralsnog voorbehouden aan vuurwapendragende buitengewoon opsporingsambtenaren.

Een aantal buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de Belastingdienst/Douane is uitgerust met alle geweldsmiddelen, inclusief het vuurwapen. Gelet op de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit acht ik het noodzakelijk dat deze buitengewoon opsporingsambtenaren kunnen beschikken over de pepperspray bij de uitoefening van hun functie. Opgemerkt wordt, dat de mogelijkheid wordt geboden om de pepperspray te dragen en het vuurwapen neer te leggen. De buitengewoon opsporingsambtenaar heeft dan het bewapeningspakket met handboeien, wapenstok en pepperspray, te vergelijken met het bewapeningspakket van de surveillant van politie. De werkgever draagt de verantwoordelijkheid voor deze keuze van bewapening.

De Minister van Justitie

namens deze:

hoofdBureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,

R.R. Joesoef Djamil

  • 1

    Stcrt. 2002, 214.

Naar boven