Wijziging Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2002

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 december 2004, nr. SFB/2004/59919, houdende wijziging van de Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2002 (VISIE-beursregeling)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2002 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

Ondersteuningsbedrag

1. De financiële ondersteuning bedraagt naar de maatstaf van 1 januari 2005 € 356,25 per kalendermaand.

2. Het ondersteuningsbedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks per 1 januari van ieder kalenderjaar aangepast op de wijze bedoeld in artikel 17, tweede en derde lid, van het Besluit studiefinanciering 2000.

B

Artikel 20 komt te luiden:

Artikel 20

Inwerkingtreding en expiratie

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en vervalt met ingang van 1 januari 2015.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Rutte.

Toelichting

Algemeen

Het bedrag aan financiële ondersteuning dat studenten op grond van de Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2002 kunnen krijgen, wordt jaarlijks geïndexeerd. De bijstelling geschiedde tot nog toe aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex waarbij de reeks werknemersgezinnen met een laag inkomen als indexcijfer werd gebruikt. Daarmee werd voor de indexering van dit bedrag dezelfde methode gehanteerd als voor de jaarlijkse bijstelling van de normbedragen studiefinanciering. Aangezien het Centraal Bureau voor de Statistiek deze reeks niet meer berekent, is deze indexeringsmethode niet meer uitvoerbaar.

Als alternatieve indexeringsmethode voor de normbedragen studiefinanciering is gekozen voor indexering aan de hand van de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens (2000 = 100)’ zoals die wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en wordt bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Door in de Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2002 te verwijzen naar de regeling van de indexering voor de normbedragen studiefinanciering, lopen beide indexeringsmethoden weer gelijk.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Het bedrag aan financiële ondersteuning bedraagt voor het jaar 2005 € 356,25. Dit bedrag is berekend aan de hand van de ontwikkeling van de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens (2000 = 100)’ zoals die wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en wordt bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Als consumentenprijsindex wordt gehanteerd de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens (2000 = 100)’ zoals die wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en wordt bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De indexering is bepaald door de procentuele wijziging die het consumentenprijsindexcijfer over het jaar voorafgaand aan de aanpassing heeft ondergaan ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar. Bedoeld indexcijfer over 2002 bedraagt 107,6 en over 2003 109,9. De procentuele ontwikkeling is 1,0214%. De prijsgevoelige WSF-normbedragen voor het jaar 2005 zijn berekend met gebruikmaking van deze laatste procentuele ontwikkeling.

De geïndexeerde bedragen zullen in het vervolg tegelijk met de geïndexeerde normbedragen studiefinanciering bekend worden gemaakt.

Artikel I, onderdeel B

Aangezien op basis van de Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2002 geen nieuwe studenten meer voor ondersteuning in aanmerking kunnen worden gebracht, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om aan de regeling een expiratiedatum toe te voegen. De regeling is – uiterlijk tot die datum – van toepassing op studenten aan wie thans een beurs is toegekend.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Rutte

Naar boven