Wijziging Regeling verantwoordingsformulieren Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 januari 2005, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/KO/2004/77383, tot wijziging van de Regeling verantwoordingsformulieren Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang in verband met de verlenging van de Extra taakstelling 2003

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 56 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

Besluit:

Artikel I

De Regeling verantwoordingsformulieren Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Bij de verantwoording door gemeenten van de uitkering gedaan op grond van artikel 2, tweede lid, van de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang ten behoeve van de verlenging van de Extra taakstelling 2003, gebruikt de gemeente de verantwoordingsformulieren vastgesteld overeenkomstig bijlage 4, 5, 6 en 7 bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting en bijlagen 4, 5, 6 en 7 in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 januari 2005.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Algemeen

In de laatste wijziging van de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (verder: Rkb) van 13 november 2003, Stcrt. 226, is de duur van één onderdeel, de uitkering Extra taakstelling 2003, verlengd naar 31 december 2004.

Gemeenten die hiervan gebruik wilden maken konden dit krachtens de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb aangeven bij code 702 op het officiële verantwoordingsformulier (bijlage 1a van deze regeling).

Deze Regeling verantwoordingsformulieren Rkb van 20 februari 2004, Stcrt. 41, heeft betrekking op de periode tussen 1996 tot en met 2003. Hiermee kon dus nog geen verantwoording worden afgelegd over het kalenderjaar 2004, een relevant jaar indien men gebruik heeft gemaakt van de verlenging van de Extra taakstelling 2003. Met de voorliggende wijziging wordt het mogelijk gemaakt om verantwoording af te leggen over de verlenging van de Extra taakstelling 2003, onder dezelfde voorwaarden en eisen als uit de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb.

Artikelsgewijs

Wijzigingsonderdeel A (artikel 1)

Door invoeging van Artikel 1a heeft de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb betrekking op de gehele looptijd van alle onderdelen van de Rkb. Dus inclusief de verlenging van de Extra taakstelling 2003.

Voor dit onderdeel van de uitkering is een apart verantwoordingsdocument opgesteld (bijlage 4), een aparte toelichting (bijlage 5), een aparte accountantsverklaring (bijlage 6) en een apart controle- rapportageprotocol (bijlage 7).

Deze bijlagen worden gepubliceerd in de Staatscourant en worden tevens verzonden naar de betreffende gemeenten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Bijlage 4, behorende bij artikel 1a van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb

stcrt-2005-19-p12-SC68617-1.gif

Bijlage 5, behorende bij artikel 1a van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb

Toelichting op het verantwoordingsformulier behorende bij de verlenging van de Extra taakstelling 2003 van de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (Rkb)

1. Inleiding

Dit document is de toelichting bij het officiële verantwoordingsformulier van de verlenging van de Extra taakstelling 2003, behorende bij artikel 2, tweede lid, van de specifieke uitkering Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (verder Rkb).

U kunt alleen met bijgevoegd en uniek verantwoordingsdocument vaststelling van uw subsidie in het kader van de verlenging van de Extra taakstelling 2003 aanvragen bij het ministerie van SZW.

U dient zich er van te vergewissen dat de aantallen die u invult ook de definitieve aantallen zijn die voor dat meetmoment relevant zijn. De ingevulde aantallen per meetmoment vormen namelijk de basis van uw declaratie en de berekeningsgrondslag waarop uw toegekende uitkering zal worden vastgesteld.

1.1. Accountant

Zodra het verleende subsidiebedrag voor de verlenging van de Extra taakstelling 2003 boven de € 125.000 uitkomt1 , dienen de door u opgegeven aantallen opvangplaatsen op dit verantwoordingsformulier, gecontroleerd te worden, door uw accountant. U kunt alleen gebruik maken van de bijgevoegde standaard accountantsverklaring (bijlage 6).

De accountant zal de controle uitvoeren conform bijgevoegd controle- en rapportageprotocol (zie bijlage 7). Ook u wordt aangeraden goed kennis te nemen van dit protocol en het zo spoedig mogelijk aan uw accountant ter beschikking te stellen. Dit geldt ook voor de voorliggende toelichting.

Er zal in deze toelichting veelvuldig verwezen worden naar bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb (de toelichting bij het verantwoordingsformulier).

Beide documenten vermelden welke achterliggende stukken men kan gebruiken om de verantwoorde aantallen opvangplaatsen te controleren of om te controleren of uw administratie compleet is en de benodigde achterliggende stukken bevat.

Accountantsverklaringen van binnen uw gemeentegrenzen opererende kinderopvanginstellingen en gastouderbureaus zullen de controle vergemakkelijken. Bereid uw instellingen daarom voor deze gegevens, indien van toepassing, ter beschikking te stellen.

1.2. Indiening

Uiterlijk 10 maanden (art. 50 Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid) na afloop van de verlenging van dit deel van de Rkb, dus vóór 1 november 2005 moet het door de accountant gewaarmerkte verantwoordingsdocument (bijlage 4), inclusief de ondertekende accountantsverklaring, ontvangen zijn door:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Directie GOB, afdeling BFO

Postbus 90801

2509 LV Den Haag

• Verklaring

Vergeet niet het verantwoordingsformulier door Burgemeester en Wethouders te laten ondertekenen.

U kunt bij het indienen van uw verantwoording uitsluitend gebruik maken van de originele formulieren die door het ministerie aan u zijn verstrekt. Het gebruik van kopieën of zelf ontworpen formulieren is niet toegestaan. Ook gefaxte formulieren kunnen niet worden verwerkt. U kunt de originele verantwoordingsdocumenten herkennen aan de gekleurde horizontale balk in het SZW-logo.

De Minister zal uiterlijk zes maanden na ontvangst van de verantwoordingsformulieren en de accountantsverklaring(en) een beschikking tot vaststelling van de uitkering afgeven.

2. Toelichting bij het invullen

2.1. Algemeen

Bij de kolom ‘Stand per 31-12-2004’ vult u per code de aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen (conform de voorwaarden van de Rkb) binnen uw gemeente in.

Het spreekt voor zich dat de opgegeven opvangplaatsen geëxploiteerd worden door kindercentra en of gastouderbureaus (artikel 2, vijfde lid, van de Rkb) en dus minimaal voldoen aan het gestelde in het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang.

Er is sprake van een (gerealiseerde) opvangplaats BSO (buitenschoolse opvang) indien het aanbod op jaarbasis voor buitenschoolse opvang tenminste 1050 uur betreft. Er is sprake van een (gerealiseerde) opvangplaats HDO indien het aanbod voor dagopvang tenminste 2160 uur betreft (zie ook de Rkb, artikel 1, onder j). Dit betekent dat bij het tellen van het aantal gerealiseerde opvangplaatsen, geteld wordt op basis van capaciteit.

Bij het vaststellen van de soort opvang door uw accountant, kan men gebruik maken van vergunningen, inspectierapporten, brochures van de instelling, jaarrekeningen van de instelling etc.

De accountant zal voor de vaststelling van de in exploitatie zijnde aantallen per code gebruik kunnen maken van vergunningen, inspectierapporten, (gecontroleerde) jaarrekeningen van de instelling, raadsbesluiten, besluiten van B&W, subsidiebeschikkingen etc.

Voor de omschrijvingen van de begrippen ‘in exploitatie zijnde, urencriteria, financiële relatie, koppelingen gastouderopvang, koppelingen gastouderopvang, opvang in andere gemeenten’ wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de Toelichting bij het verantwoordingsformulier van de Rkb 1996–2003 (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb).

Bij de kolom ‘Stand per 31-12-2003’ neemt u de aantallen over uit de vaststellingsbeschikking 1996–2003.

2.2. Toelichting per code en meetmoment

Bij onderdeel A, code 101, neemt u het aantal over dat in de vaststellingsbeschikking voor 1996–2003 staat vermeld. Dit aantal vermenigvuldigt u met € 1841,65. Het resultaat hiervan is de rijksvergoeding, die u krachtens dezelfde vaststellingsbeschikking bij wijze van voorschot volledig uitgekeerd heeft gekregen.

Onderdeel B, code 201 tot en met 208, bestaat uit drie kolommen: in de eerste kolom vermeldt u de stand per 31 december 2004, in de tweede kolom noteert u de stand per 31 december 2003 (neem hiervoor de aantallen over van de vaststellingsbeschikking 1996–2003) en in de derde kolom berekent u het verschil tussen kolom 1 en 2, na vermenigvuldiging met de bijbehorende factor.

Onder code 299 vermeldt u het totaal van de derde kolom.

Bij onderdeel C, code 999, vult u het laagste aantal in dat staat vermeldt bij A (code 101) en B (code 299). Bij een negatief aantal vult u het getal 0 in.

Dit laagste aantal vermenigvuldigt u met € 1841,65. Het resultaat van deze vermenigvuldiging staat voor uw rechtmatige rijksbijdrage.

Bij onderdeel D, code 901, wordt gekeken of er een verschil is tussen het bevoorschotte deel van uw rijksbijdrage (het bedrag onder A) en uw rechtmatige rijksbijdrage (het bedrag onder C).

Bij een positief verschil is dit het bedrag dat door het ministerie zal worden teruggevorderd. Indien het verschil negatief is, dient de bij code 901 een 0 ingevuld te worden.

2.3. In 2004 samengevoegde/heringedeelde gemeenten

De heringedeelde gemeenten in 2004 (Westland, Midden-Delfland en Geldrop-Mierlo) vullen op het verantwoordingsdocument (dat op naam van de nieuwe gemeente wordt verstuurd) bij de kolom ‘31-12-2004’ de gerealiseerde aantallen in.

Onder de kolom ‘31-12-2003’ vult men in de som van de aantallen uit de vaststellingsbeschikkingen 1996–2003 (op naam van de oude gemeenten).

2.4. Verklaring van begrippen

• BSO, 1050-1650, >1650, GOO.

Bij de codes met deze aanduiding (201, 202 en 203) vult u het aantal in exploitatie zijnde opvangplaatsen met het bijbehorende aantal uren opvang in (zie ook het overzicht in hoofdstuk 5 van bijlage 1b: de toelichting op het verantwoordingsformulier 1996–2003).

Dus u vult hier het aantal in exploitatie zijnde opvangplaatsen in, dat u voor de buitenschoolse opvang (BSO) heeft gerealiseerd met een opvangaanbod van bijvoorbeeld tussen de 1050 en 1650 uur per jaar. Of met een opvangaanbod van meer dan 1650 uren per jaar.

De gastouderopvang koppelingen worden apart aangegeven in de kolom GOO. Hiervoor dient u het gemiddelde te nemen van het aantal koppelingen op 31 augustus 2004, 31 oktober 2004 en 31 december 2004 (zie ook bijlage 1b, de toelichting op het verantwoordingsformulier Rkb, pag. 19). De omrekening met de verschillende vermenigvuldigingsfactoren doet u pas in de kolom: ‘Realisatie’.

• HDO, 2160–2850, 2850–3240, 3240-6120, >6120, GOO.

Bij deze codes met deze aanduiding (204, 205, 206, 207 en 208) vult u het aantal in exploitatie zijnde opvangplaatsen met het bijbehorende aantal uren opvang in (zie ook het overzicht in hoofdstuk 5 van bijlage 1b: de toelichting op het verantwoordingsformulier 1996–2003).

Dus u vult hier het aantal opvangplaatsen in met een opvangaanbod van bijvoorbeeld tussen de 2160 en 2850 uur per jaar. Of met een opvangaanbod van meer dan 6120 uren per jaar etc.

De gastouderopvang koppelingen worden apart aangegeven in de kolom GOO. Hiervoor dient u het gemiddelde te nemen van het aantal koppelingen op 31 augustus 2004, 31 oktober 2004 en 31 december 2004 (zie ook bijlage 1b, de toelichting op het verantwoordingsformulier Rkb, pag. 19). De omrekening met de verschillende vermenigvuldigingsfactoren doet u pas in de kolom: ‘Realisatie’.

3. Vaststelling

3.1. Algemeen

Hieronder volgt de beleidslijn die gevolgd gaat worden bij de vaststelling van uw subsidie (uitkering).

Bij correct ingevulde verantwoordingen en/of verantwoordingen met een goedkeurende accountantsverklaring, wordt afhankelijk van het halen (realiseren) van de taakstelling het subsidiebedrag vastgesteld overeenkomstig de subsidieverlening. Indien er minder plaatsen zijn gerealiseerd dan vastgelegd in de taakstelling dan wordt dit mindere aantal gerealiseerde plaatsen teruggevorderd (conform artikel 51 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid).

Indien u een voorschot heeft ontvangen2 van meer dan € 125.000 voor de verlenging van de Extra uitkering 2003, dan wordt overeenkomstig het controle- en rapportageprotocol van uw accountant verwacht, dat indien de in het verantwoordingsformulier aangetroffen fouten de 1% en/of de onzekerheden de 3% (van het totale aantal in exploitatie zijnde opvangplaatsen) overschrijden, de fouten en onzekerheden worden gerapporteerd.

Als de fouten de 1% overschrijden en/of de onzekerheden de 3% overschrijden, kan dit leiden tot een afkeurende verklaring, een verklaring van oordeelonthouding of een verklaring met beperking.

De accountant zal in het rapport van bevindingen vermelden om hoeveel opvangplaatsen het gaat en in welk toetspunt de oorzaak van de onzekerheden of fouten ligt. Indien de toleranties worden overschreden, dient de accountant de geëxtrapoleerde fouten of onzekerheden apart te rapporteren met vermelding van de oorzaken, gekwantificeerd (en geëxtrapoleerd) naar de toetspunten uit hoofdstuk 5 van de Toelichting bij het verantwoordingsformulier van de Rkb (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb).

Bovenstaande houdt in dat het ministerie in staat moet zijn de gekwantificeerde fouten en onzekerheden te corrigeren op de aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen zoals verantwoord in de vakjes op het verantwoordingsformulier (bij de codes 201 t/m 208).

Afhankelijk van de aard van de fouten en onzekerheden in het rapport van bevindingen zal meer of minder coulance worden genomen, voordat tot correctie zal worden overgegaan. Deze correcties vloeien voort uit artikel 51 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en artikel 4:46 van de AwB.

• In geval van door de accountant geconstateerde fouten:

In geval van fouten zal 100% van het aantal foutieve opvangplaatsen of koppelingen welke zijn opgegeven door de accountant, gecorrigeerd worden op de aantallen zoals opgegeven op het verantwoordingsformulier.

• In geval van geconstateerde onzekerheden:

Indien niet met zekerheid vastgesteld kan worden dat er sprake is van een financiële relatie tussen de gemeente en het kindcentrum, dan zal 100% van het aantal onzekere opvangplaatsen of koppelingen gecorrigeerd worden op de aantallen zoals opgegeven op het verantwoordingsformulier.

In geval van overige onzekerheden zal 50% van de geconstateerde onzekere opvangplaatsen of koppelingen worden gecorrigeerd op de aantallen zoals opgegeven op het verantwoordingsformulier.

In feite betekenen bovenstaande correcties een zekere coulance bij bijna alle toetspunten. Dit is mede ingegeven door een review op de nulmeting, waaruit bleek dat de meest onzekerheden bij de eindmeting zullen ontstaan op het toetspunt koppelingen gastouderopvang.

Voor deze coulance is gekozen om te voorkomen dat aangetroffen onzekerheden bij de gastouderopvang een te grote invloed hebben op de totale verantwoording, aangezien gastouderopvang slechts een klein deel uitmaakt van de totale gerealiseerde uitbreiding (landelijk ongeveer 5%) terwijl de registratie en administratie van gastouderopvang (koppelingen) een bewerkelijke en complexe opzet kent.

Met name het registeren en tellen van de koppelingen (zijnde het gemiddelde van verschillende maanden) op de juiste peildata is een extra moeilijkheidsfactor bij het registreren van uitbreidingen bij deze vorm van kinderopvang, waarbij de gemeente ook nog afhankelijk is van (al dan niet beschikbare gegevens bij) het gastouderbureau.

3.2. Terugvordering

De toegepaste correcties op de aantallen zoals opgegeven op het verantwoordingsformulier hebben pas gevolgen voor de gemeente als de correcties leiden tot minder gerealiseerde opvangplaatsen op bepaalde meetmomenten, dan waarvoor voorschotten zijn verstrekt.

Indien de ingediende verantwoording of de correcties op de aantallen leiden tot verrekening van verstrekte voorschotten, dan zal hierbij geen wettelijke rente worden berekend.

4. Technische invulinstructie

4.1. Inleiding

Het verantwoordingsdocument voor de verlenging van de Extra taakstelling van de Rkb wordt automatisch verwerkt door middel van OCR (scanning). Dit stelt een aantal eisen aan de wijze waarop u dit document kunt indienen. Doel van deze invulinstructie is de geautomatiseerde verwerking van de verantwoordingsdocumenten zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen en het aantal onjuist of niet volledig ingevulde formulieren te beperken.

U kunt deze invulinstructie gebruiken bij het invullen van de diverse verantwoordingsdocumenten. Deze invulinstructie is van zuiver technische aard en gaat inhoudelijk niet op de verantwoordingsdocumenten in.

4.2. Algemeen

• Gebruik van de voorgeschreven formulieren

U kunt bij het indienen van uw verantwoording uitsluitend gebruik maken van het originele formulier dat door het ministerie aan u is verstrekt. Het gebruik van kopieën of zelf ontworpen formulieren is niet toegestaan. Ook gefaxte formulieren kunnen niet worden verwerkt. U kunt de originele verantwoordingsdocumenten herkennen aan de gekleurde horizontale balk in het SZW-logo.

• Ondertekening

Het verantwoordingsdocument dient te worden ondertekend door het bevoegd gezag. In de regel is dit het College van Burgemeester en Wethouders (B&W). Bij de ondertekening kan geen sprake zijn van mandatering. Bij mandatering is namelijk sprake van een besluit dat wordt genomen in naam van een bestuursorgaan. Bij de ondertekening van de verantwoordingsdocumenten is echter geen sprake van het nemen van een besluit maar van het verrichten van een feitelijke handeling. Voor deze handelingen kan op grond van art. 10:12 Algemene wet bestuursrecht een machtiging voor ondertekening aan een ondergeschikte worden verleend. Voor ondertekening door een niet-ondergeschikte moet op grond van titel 3 van boek 3 BW een machtiging zijn verleend.

Uitsluitend in die gevallen dat het bevoegd gezag (B&W) een machtiging heeft afgegeven aan een ondergeschikte of aan een niet-ondergeschikte, is het de gemachtigde toegestaan de verantwoordingsdocumenten namens het bevoegd gezag te ondertekenen. Uit de ondertekening moet te allen tijde blijken namens wie het is ondertekend. Zie hiervoor art. 10:10 Algemene wet bestuursrecht.

• Het invullen van de formulieren

U kunt de formulieren met zwarte of blauwe inkt in vullen. Ook het gebruik van een schrijfmachine of printer is toegestaan. U dient daarbij rekening te houden met het volgende:

– karakters buiten de invulvelden worden niet herkend;

– schrijf karakters los en in blokletters;

– het plaatsen van strepen of kruizen door de velden die u niet gebruikt, is niet toegestaan.

Invulvoorbeeld

stcrt-2005-19-p12-SC68617-2.gifstcrt-2005-19-p12-SC68617-3.gif

• Code

De in deze kolom opgenomen codes zijn bestemd voor verwerking door het ministerie. Deze zijn voor u uitsluitend van belang wanneer deze codes ook worden gebruikt als verwijzing naar elders op de verantwoordingsdocumenten.

• Gebruik van komma’s en punten

Het gebruik van punten op de verantwoordingsdocumenten is niet toegestaan. Op de documenten vermeldt u dan ook geen scheidingstekens bij de duizendtallen. Het gebruik van de komma is uitsluitend toegestaan als decimaalteken.

• Afrondingen

Bij aantallen kunt u afronden tot maximaal één cijfer achter de komma.

• Lege velden en het gebruik van ‘nullen’

Als u op een bepaald veld niets wilt verantwoorden laat u het desbetreffende veld leeg. Dus geen nullen of strepen invullen.

1

Zie de vaststellingsbeschikking betreffende uw uitkering Rkb over 1996–2003.

2

Zie de vaststellingsbeschikking betreffende uw uitkering Rkb 1996–2003.

Bijlage 6, behorende bij artikel 1a van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb

stcrt-2005-19-p12-SC68617-4.gif

Bijlage 7, behorende bij artikel 1a van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb

Controle- en rapportageprotocol behorend bij de verlenging van de Extra taakstelling 2003 van de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (Rkb)

Inleiding

De Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (Rkb) heeft als doel gemeenten te ondersteunen bij de verdubbeling (landelijk) van de capaciteit aan kinderopvang tussen 1996 en 2003 (in totaal 82.140 opvangplaatsen). De Rkb is een Ministeriële regeling vallend onder de Welzijnswet 1994 en het daarbij horende Bekostigingsbesluit. Op basis hiervan kunnen gemeenten een specifieke uitkering ontvangen om de uitbreiding van het aantal plaatsen kinderopvang te stimuleren. De gemeenten blijven gedurende de Rkb-periode verantwoordelijk voor algemeen kinderopvangbeleid (toezicht, kwaliteit, aanbod etc.).

Over de toegekende Rkb-middelen dienen gemeenten verantwoording af te leggen aan het Rijk. De uitkering is op outputbasis verstrekt. Dit betekent dat er niet wordt afgerekend op werkelijk gemaakte kosten, maar dat er verantwoording wordt afgelegd, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de uitkering was bedoeld, zijn uitgevoerd.

Voor de extra taakstelling 2003 is de regeling in 2004 verlengd. Dit houdt in dat gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheid om de realisatie van opvangplaatsen uit deze taakstelling nog in 2004 te bewerkstelligen. Bij de vaststelling van de Rkb over de periode 1996–2003 diende aangegeven te worden dat van deze mogelijkheid gebruik gemaakt gaat worden. Bij de verantwoording van de Rkb (in november 2004) zijn de gerealiseerde aantallen 2003 bepaald en is daarop afgerekend. Op het verantwoordingsformulier voor de Rkb is bij code 701 en 702 aangegeven of de extra taakstelling in 2003 wordt behaald. Zo niet, dan kon gekozen worden of deze in 2004 alsnog worden gerealiseerd. In het geval dat een gedeelte van de extra taakstelling niet in 2003 is gerealiseerd en bij code 702 niet is aangegeven dat dit alsnog in 2004 wordt gerealiseerd, is het niet gerealiseerde deel van de extra taakstelling 2003 teruggevorderd. Zie hiervoor ook de vaststellingbeschikking Rkb 1996–2003.

In het geval gekozen is voor realisatie in 2004 van het niet gerealiseerde gedeelte van de extra taakstelling 2003, is een voorschot in 2004 verstrekt voor het niet gerealiseerde gedeelte van de extra taakstelling 2003, verder aangegeven als restanttaakstelling.

Binnen 10 maanden na 31-12-2004 dient een verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 ingevuld te worden, eventueel voorzien van een accountantsverklaring (indien het verleende voorschot over 2004 groter of gelijk is aan € 125.000). Op het verantwoordingformulier Rkb verlenging Extra taakstelling 2003 wordt het aantal plaatsen per 31-12-2004 aangegeven.

Verantwoordingsdocument voor de verlenging van de Extra taakstelling 2003

Op basis van de aantallen per 31-12-2004 wordt de groei over 2004 ten opzichte van 2003 uitgerekend en vergeleken met de restanttaakstelling (op grond waarvan het voorschot voor 2004 is verleend, zoals aangegeven in de vaststellingsbeschikking Rkb 1996–2003).

De groei over 2004 ten opzichte van de stand per 31 december 2003 is het aantal in 2004 gerealiseerde opvangplaatsen.

Indien het in 2004 gerealiseerde aantal opvangplaatsen groter of gelijk is aan de restanttaakstelling, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag van het verleende voorschot.

Indien het in 2004 gerealiseerde aantal opvangplaatsen kleiner is dan de restanttaakstelling wordt het subsidiebedrag berekend op de in 2004 realiseerde opvangplaatsen en wordt het verschil met het verleende voorschot teruggevorderd.

Binnen 10 maanden na 31-12-2004 dienen de betreffende gemeenten een verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 betreffende de restanttaakstelling in te leveren met de aantallen opvangplaatsen per 31 december 2004, eventueel voorzien van een accountantsverklaring (indien het verleende voorschot over 2004 groter of gelijk is aan € 125.000). In de accountantsverklaring en toelichting bij de verantwoording verlenging Extra taakstelling 2003 dient verwezen te worden naar het voorliggende controleprotocol en de toelichting bij het verantwoordingsformulier 1996–2003 (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb).

Het controle- en rapportageprotocol heeft de volgende indeling:

I. Algemene uitgangspunten

1. Het accountantsonderzoek

2. Het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003, de accountantsverklaring en het rapport van bevindingen

I.1.1. Het onderwerp van onderzoek

I.1.2. De reikwijdte van de accountantsverklaring

I.1.3. De te hanteren goedkeuringstoleranties

I.1.4. De accountantsverklaring

I.1.5. Het rapport van bevindingen

II. Het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003

III. Aandachtspuntenlijst Rkb

IV. Model Accountantsverklaring

I. Algemene uitgangspunten

I.1. Het accountantsonderzoek

Het onderzoek door de accountant omvat:

a. gebruik van het voorgeschreven verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003;

b. de tijdigheid en juistheid van de op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 opgenomen aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen en koppelingen gastouderopvang;

c. de rekenkundige juistheid van de op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 opgenomen bedragen;

d. de rechtmatigheid van de wetsuitvoering.

I.2. Het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003, de accountantsverklaring en het rapport van bevindingen

I.2.1. Het onderwerp van onderzoek

De gemeente vult de aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen en koppelingen gastouderopvang ultimo 2003 en 2004 en de bedragen in op het verantwoordings-formulier verlenging Extra taakstelling 2003 (artikel 6 van de Rkb), welke uitgangspunt is voor de controle door de accountant.

Het onderzoek door de accountant omvat de controle op de aantallen (juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid) van de in exploitatie zijnde opvangplaatsen en de rekenkundige juistheid van de aantallen en bedragen, zoals door de gemeente ingevuld op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 (bijlage 4 van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb).

De controle richt zich op de vaststelling van de juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid van de door de gemeente op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 ingevulde aantallen en bedragen.

Uitgangspunt bij het onderzoek zijn de normen zoals deze ontleend worden aan de Algemene Wet Bestuursrecht, de Welzijnswet 1994, het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, de Rkb, de uitgegeven circulaires, de Toelichting bij het verantwoordingsformulier van de Rkb (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb), de Toelichting op het verantwoordingsformulier van de verlenging van de Extra taakstelling 2003 (bijlage 5 van de Regeling verantwoordingsformulieren) en het voorliggende controleprotocol.

I.2.2. De reikwijdte van de accountantsverklaring

De accountantsverklaring heeft betrekking op de tijdigheid en juistheid van de door de gemeente op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 ingevulde aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen BSO en HDO en koppelingen GOO, de rekenkundige juistheid van de bedragen, alsmede op de rechtmatigheid van de wetsuitvoering, zoals benoemd in de toelichting bij het verantwoordingsdocument Rkb, de Toelichting op het verantwoordingsformulier van de verlenging van de Extra taakstelling 2003 en de naar aanleiding van de regeling uitgebrachte circulaires.

I.2.3. De te hanteren goedkeuringstoleranties

De goedkeuringstolerantie voor fouten bedraagt 1% over het totaal van de aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen. De goedkeuringstolerantie voor onzekerheden bedraagt 3% over het totaal van de aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen. Dit totaal is opgebouwd uit de volgende onderdelen (conform de codes op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003):

 

Uren

Code

Stand 31-12-2004

Vermenigvuldigingsfactor

Stand x Vermenigv.factor

BSO >

1050–1650

201

 

1.00

 
 

> 1650

202

 

1.20

 
 

GOO

203

 

0.43

 

HDO

2160–2850

204

 

1.00

 
 

2850–3240

205

 

1.30

 
 

3240–6120

206

 

1.50

 
 

> 6120

207

 

3.50

 
 

GOO

208

 

0.43

 
 

Totaal

    

Aantal opvangplaatsen = som van de totalen vermenigvuldigd met de factor.

Fouten in de bedragen dienen omgerekend te worden naar in exploitatie zijnde opvangplaatsen.

De aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen zijn rechtmatig indien deze tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang (Rkb) en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen.

I.2.4. De accountantsverklaring

De controle van de aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen en koppelingen op verschillende meetpunten en de bedragen wordt afgesloten met een accountantsverklaring. De accountantsverklaring omvat een oordeel over de juistheid en tijdigheid van de aantallen, de rekenkundige juistheid van de bedragen en over de rechtmatigheid van de wetsuitvoering.

Voor de verklaring moet gebruik gemaakt worden van het door het Ministerie voorgeschreven formulier (zie paragraaf IV; Model Accountantsverklaring). Het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 van de gemeente dient door de accountant gewaarmerkt te worden.

Indien de verklaring een niet goedkeurende strekking heeft (bij overschrijding van de goedkeuringstoleranties), moet op het vervolgblad de motivering worden opgenomen. In het rapport van bevindingen wordt een uitgebreidere toelichting gegeven op de geconstateerde fouten of onzekerheden die tot een niet goedkeurende accountantsverklaring hebben geleid.

I.2.5. Het rapport van bevindingen

In het rapport van bevindingen wordt (indien van toepassing) ingegaan op:

• Een nadere uitgebreide toelichting op een niet goedkeurende accountantsverklaring;

• De geëxtrapoleerde fouten of onzekerheden, die hebben geleid tot het overschrijden van de voorgeschreven rapportagetoleranties.

De fouten en onzekerheden dienen geëxtrapoleerd te worden naar de massa, omgerekend te worden naar opvangplaatsen (zie de tabel onder paragraaf I.2.3) en vergeleken met de goedkeuringstoleranties.

De rapportagetoleranties zijn gelijk aan de goedkeuringstoleranties.

Voor de toetspunten per onderdeel wordt verwezen naar paragraaf II; Verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 en paragraaf III; Aandachtspuntenlijst en naar hoofdstuk 5 van de Toelichting bij het verantwoordingsformulier van de Rkb (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb).

Indien de toleranties worden overschreden, dient u de geëxtrapoleerde fouten of onzekerheden apart te rapporteren met vermelding van de oorzaken, gekwantificeerd (en geëxtrapoleerd) naar de toetspunten 1, 2, 3, 4a, 4b, 4c, 4d en 4e (zie toetsingseisen onder paragraaf III; aandachtpuntenlijst), alsmede de overige toetspunten (per toetspunt) onder paragraaf II; Het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003.

Bovenstaande houdt in dat het ministerie in staat moet zijn de gekwantificeerde (en geëxtrapoleerde) fouten en onzekerheden te corrigeren op de aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen en koppelingen zoals verantwoord in de vakjes op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 (bij de codes 201 t/m 208).

II. Het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003

– Vaststellen dat de verantwoorde aantallen opvangplaatsen en aantallen koppelingen per 31-12-2004 op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 (code 201 tot en met 208) voldoen aan de gestelde urencriteria (zie onder paragraaf III; Aandachtspuntenlijst toetsingseisen 1 en 3);

– Vaststellen dat de in het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 verantwoorde aantallen opvangplaatsen buitenschoolse en hele dagopvang en aantallen koppelingen gastouderopvang (code 201-208) per 31-12-2004 juist en tijdig zijn (zie onder paragraaf III; Aandachtspuntenlijst toetsingseisen 1, 2 en 3);

– Vaststellen dat met betrekking tot de in het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 verantwoorde aantallen opvangplaatsen en aantallen koppelingen per 31-12-2004 de voorwaarden, zoals vastgelegd in de Rkb en circulaires, zijn nageleefd (rechtmatigheid, zie onder paragraaf III; Aandachtspuntenlijst toetsingseisen 4a, 4b, 4c, 4d en 4e);

– Vaststellen dat gebruik is gemaakt van het door het ministerie voorgeschreven en verstrekte verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 en dat deze volledig en tekstueel ongewijzigd is ingevuld (cf. artikel 6 van de Rkb);

– Vaststellen dat de opgegeven aantallen opvangplaatsen bij onderdeel A ‘Maximaal te realiseren groei in 2004’ (code 101) en bij onderdeel B ‘Stand per 31-12-2003’ (code 201-208) overeenkomen met de aantallen vermeld in de vaststellingsbeschikking Rkb 1996-2003 van het ministerie;

– Vaststellen dat het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 rekenkundig juist is ingevuld (code 101, 299, 999, 901 en aantallen in kolom ‘Realisatie’ bij code 201-208);

– Vaststellen dat bij de aantallen koppelingen gastouderopvang ultimo 2004 het gemiddelde van de peildata juist is berekend (zie onder III Aandachtspuntenlijst toetsingseis 2).

III. Aandachtspuntenlijst Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang

Toetsingseisen

Naast bovengenoemde eisen gesteld aan het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 (zie onderdeel II), welke de accountant dient te toetsen, wordt onderstaand de eisen beschreven waaraan de op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 verantwoorde aantallen ultimo 2004 moeten voldoen.

De eisen waaraan de op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 opgegeven aantallen in exploitatie zijnde opvangplaatsen en koppelingen ultimo 2004 moeten voldoen (aan alle onderstaande eisen moet zijn voldaan):

1. vaststellen dat de aantallen verantwoord bij BSO en HDO voldoen aan artikel 1 lid d en e (zie toelichting (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb) bij de verantwoording § 5.2.1) én

2. vaststellen dat de aantallen bij de juiste meetmomenten (standen) zijn verantwoord cf. artikel 2, lid 1, 2, 3, 6, 9 en 10 (zie toelichting (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb) bij de verantwoording § 5.2.2) én

3. vaststellen dat de aantallen bij de juiste urencriteria zijn verantwoord cf. artikel 2 lid 7, 8 en 11 en artikel 1 lid j (zie toelichting (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb) bij de verantwoording § 5.2.3) én

4. vaststellen dat de in exploitatie zijnde opvangplaats en koppeling rechtmatig is. Dit houdt in:

a. de capaciteit van de opvangplaatsen en koppelingen dient vastgesteld te worden, cf. artikel 1 lid j (zie toelichting (bijlage 1b van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb) bij de verantwoording § 5.2.4) én

b. vastgesteld dient te worden dat de opvangplaatsen in exploitatie zijn, cf. artikel 2 lid 3 en 5 (zie toelichting (bijlage 1b) bij de verantwoording § 5.2.4) én

c. vastgesteld dient te worden dat de gemeente een financiële relatie heeft met de kindercentra waar in exploitatie zijnde opvangplaatsen en koppelingen betrekking op hebben, cf. artikel 1 lid f, g, h (zie toelichting (bijlage 1b) bij de verantwoording § 5.2.5) én

d. in geval van koppelingen dient vastgesteld te worden dat er schriftelijke overeenkomsten met ouder(s), pleeg- of stiefouder(s) zijn, cf. artikel 1 lid i (zie toelichting (bijlage 1b) bij de verantwoording § 5.2.6) én

e. in geval van in exploitatie zijnde opvangplaatsen in andere gemeenten dient vastgesteld te worden dat schriftelijke afstemming met de betreffende gemeenten heeft plaatsgevonden en dat de opvangplaatsen maar bij één gemeente worden verantwoord (zie toelichting (bijlage 1b) bij de verantwoording § 5.2.7).

Indien, bij gebrek aan vergunningen, afgegaan wordt op gegevens uit de jaarrekening van de betreffende kinderopvanginstelling, dient de accountant via eigen werkzaamheden de betrouwbaarheid van de gegevens te beoordelen, bijv. d.m.v. een review bij de accountant van de betreffende kinderopvanginstelling of door eigen onderzoek. Indien een review wordt uitgevoerd gelden de voorschriften uit de Richtlijn Accountantscontrole (nr. 600). De omvang van de reviews en eigen onderzoek is afhankelijk van de materialiteit van de op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 verantwoorde aantallen ten opzichte van het totaal. Indien de aantallen op het verantwoordingsformulier verlenging Extra taakstelling 2003 materieel ontleend zijn aan jaarrekeningen van de kindercentra dient een review plaats te vinden. Indien er sprake is van vele kleine kindercentra dan dienen ook reviews te worden uitgevoerd.

Van de accountant mag worden verwacht dat aan de van belang zijnde aspecten zodanige aandacht wordt gegeven dat er voldoende werkzaamheden zijn verricht om een oordeel te geven over de volledigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid van de betreffende opgaven. Er dient in het dossier van de accountant op heldere wijze inzicht te worden gegeven omtrent de door de accountant uitgevoerde werkzaamheden en de wijze waarop de accountant tot het oordeel is gekomen.

Heringedeelde gemeenten in 2004 (Westland, Midden-Delfland en Geldrop-Mierlo) dienen één verantwoording en een accountantsverklaring in voor de nieuwe gemeente. De aantallen opvangplaatsen bij onderdeel A ‘Maximaal te realiseren groei in 2004’ (code 101) en bij onderdeel B ‘Stand per 31-12-2003’ (code 201-208) dienen overeenkomen met het totaal van de aantallen vermeld in de afzonderlijke vaststellingsbeschikkingen Rkb 1996–2003 van de ‘oude’ gemeenten (die in 2003 niet meer bestaan).

Uiteraard moet alleen een accountantsverklaring worden ingediend als het verleende voorschot over 2004 groter is dan € 125.000. Bij overschrijding van de goedkeuringstoleranties dient ook een rapport van bevindingen te worden ingediend.

In hoofdstuk 5 van de toelichting (bijlage 1b) bij het verantwoordingsformulier van de Rkb zijn de aandachtspunten ten aanzien van de controle en de verduidelijking van de begrippen opgenomen. De invulinstructie voor het verantwoordingsformulier van de verlenging van de Extra taakstelling 2003 is verstrekt als bijlage 5 van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb.

IV. Model Accountantsverklaring

De voorgeschreven tekst voor de accountantsverklaring is opgenomen in bijlage 6 van de Regeling verantwoordingsformulieren Rkb.

  • 1

    Regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 41.

Naar boven