Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2006–2007
13-09-2005
Nr. SFB/2005/36309
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 5, tweede en derde lid, van de Les- en cursusgeldwet;
Besluit:
Artikel 1
Indexering
Onder consumentenprijsindex wordt verstaan de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals die wordt berekend en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 2
Hoogte lesgeld
Het lesgeld, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, wordt voor het cursusjaar 2006–2007 vastgesteld op € 963.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2007.
Artikel 4
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2006–2007.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Rutte.
Toelichting
Algemeen
Indien het voorstel van wet tot afschaffing van het lesgeld in het voortgezet onderwijs en voor 16 en 17 jarigen in het beroepsonderwijs wordt aangenomen, is met ingang van cursusjaar 2005–2006 lesgeld slechts nog verschuldigd door leerlingen van 18 jaar en ouder in het beroepsonderwijs en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer vindt plaats in september 2005.
Het lesgeld wordt jaarlijks aan de inflatie aangepast aan de hand van het indexcijfer van de consumentenprijs, zo bepaalt artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet.
Het lesgeld voor het cursusjaar 2006–2007 is aan de hand van de in artikel 5, derde lid, van de Les- en cursusgeldwet beschreven indexeringsmethodiek vastgesteld op een bedrag van (afgerond) € 963. Dit betekent een verhoging van € 14 ten opzichte van het voor het cursusjaar 2005–2006 vastgestelde lesgeld van € 949.
Het lesgeld wordt volledig of gedeeltelijk gecompenseerd voor de leerlingen voor wie aanspraak bestaat op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage als bedoeld in hoofdstuk 3 of 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Voor de deelnemers aan het beroepsonderwijs die vallen onder de Wet studiefinanciering 2000 wordt, indien zij aanspraak hebben op aanvullende financiering, de lesgeldverhoging eveneens gecompenseerd.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Op grond van artikel 5, tweede en derde lid, van de Les- en cursusgeldwet wordt het lesgeld jaarlijks aangepast aan de hand van het indexcijfer van de consumentenprijs.
Als indexcijfer wordt gehanteerd de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals dat wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en bekendgemaakt in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 2
De indexering wordt bepaald door de procentuele wijziging die het indexcijfer van de consumentenprijs over de maand april, voorafgaand aan de aanpassing, heeft ondergaan ten opzichte van de maand april van het daaraan voorafgaande jaar.
Bedoeld indexcijfer over de maand april 2004 bedraagt 111,5 en over de maand april 2005 113,2. De procentuele wijziging is 1,5247%.
Het lesgeld voor het cursusjaar 2005–2006 bedraagt € 949. Het lesgeld voor het cursusjaar 2006–2007 is derhalve als volgt berekend: € 949 + 1,5247% is € 963,47, afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is dit € 963.
Het lesgeld voor het cursusjaar 2006–2007 vindt toepassing met betrekking tot het cursusjaar dat aanvangt op 1 augustus 2006.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Rutte