Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders
23 september 2005
Nr. DDS/5372356
Directoraat-Generaal Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
Gelet op artikel 60b, tweede en vierde lid, van de Huisvestingswet;
Maakt bekend:
Het aantal nieuwe vergunninghouders in wier huisvesting in de periode
van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 naar verwachting zal dienen te
voorzien bedraagt, als bedoeld in artikel 60b, eerste lid, van de Huisvestingswet
en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, 3.100.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,M.C.F.
Verdonk.
Toelichting
Deze bekendmaking betreft het aantal te huisvesten vergunninghouders in
de periode 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006. Hierbij gaat het om de
huisvesting van vergunninghouders die in de centrale opvang zitten dan wel
vergunninghouders die in aanmerking komen voor de huisvestingstaakstelling
en aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde
tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asielgerelateerde
verblijfstitel sinds het tijdstip van inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet
2000 onder de reikwijdte van de taakstellingensystematiek van de Huisvestingwet
valt.
De nieuwe prognose is berekend aan de hand van de prognose van de IND
van het aantal nieuwe personen dat een verblijfsvergunning krijgt en het aantal
vergunninghouders dat naar verwachting op 1 januari 2006 nog in de opvang
verblijft om te worden uitgeplaatst. De aanvullende huisvestingstaakstelling
voor de komende taakstellingsperiode bedraagt aldus 3.100 te huisvesten vergunninghouders.
Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen
uit vorige perioden onverminderd van kracht en zullen de huisvestingsplaatsen
alsnog moeten worden geleverd. Geprognosticeerd is dat per 1 januari 2006
sprake zal zijn van een achterstand op de taakstellingen van 2.400 personen.
Dit aantal dient te worden toegevoegd aan de aanvullende taakstelling voor
de eerste helft van 2006, zodat gedurende deze periode in totaal 5.500 vergunninghouders
van huisvesting in de gemeenten dient te worden voorzien.
Opgemerkt wordt dat, gebaseerd op het huidige inzicht, gedurende de periode
1 juli 2006 tot en met 31 december 2006 naar verwachting 2.900 nieuwe vergunninghouders
van huisvesting in de gemeenten dienen te worden voorzien. Bij deze omvang
is geen rekening gehouden met nog voorafgaande aan deze periode van kracht
zijnde huisvestingsverplichtingen.
De gemeenten, toezichthouders en andere ketenpartners zullen over de huisvestingstaakstellingen
voor vergunninghouders in een afzonderlijke circulaire van de Minister van
VROM en mij op de hoogte worden gebracht.