Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2005, 18 pagina 19 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2005, 18 pagina 19 | Besluiten van algemene strekking |
24 januari 2005
Nr. OVW-2004/909
Overlegorganen Verkeer en Waterstaat
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gehoord de Overlegorganen verkeer en waterstaat;
Gelet op artikel 7 van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder besluit: Besluit overleg verkeer en waterstaat 2004.
Voor het Overlegorgaan Water en Noordzee, genoemd in artikel 1, aanhef en onder a, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a. ANWB;
b. Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën (FODI);
c. Koninklijk Nederlands Watersportverbond (KNWV);
d. Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR);
e. LTO-Nederland;
f. Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Produktie Associatie (NOGEPA);
g. Nederlandse Vereniging Van Sportvissersfederaties (NVVS);
h. Stichting Natuur en Milieu;
i. Stichting van de Nederlandse Visserij;
j. Stichting De Noordzee;
k. Stichting Reinwater;
l. Vereniging VNO-NCW;
m. Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland (VEWIN);
n. Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken (VBKO);
o. Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI);
p. Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW).
Voor het Overlegorgaan Goederenvervoer, genoemd in artikel 1, aanhef en onder b, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a. Air Cargo Netherlands (ACN);
b. Branche Vereniging van Spoorvervoerders (BVS);
c. Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB);
d. Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB);
e. CNV Bedrijvenbond;
f. Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG);
g. EVO;
h. Federatie van Werknemers in de Zeevaart (FWZ);
i. FENEX, Nederlandse Organisatie voor Expeditie en Logistiek;
j. FNV Bondgenoten;
k. Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV);
l. Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM);
m. Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR);
n. Nederlandsch Binnenvaartbureau;
o. Onafhankelijke Nederlandse Schippersvakbond (ONS);
p. Railion Benelux B.V.;
q. Transport en Logistiek Nederland (TLN);
r. Verenigde Nederlandse Cargadoors (VNC);
s. Vereniging van Leidingeigenaren in Nederland (VELIN);
t. Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken (VBKO).
Voor het Overlegorgaan Personenvervoer, genoemd in artikel 1, aanhef en onder c, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a. ABVAKABO FNV;
b. ANWB;
c. BOVAG;
d. Bureau Verkeershandhaving OM (BVOM);
e. Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB);
f. CNV Bedrijvenbond;
g. Consumentenbond;
h. Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO);
i. EVO;
j. FNV Bondgenoten;
k. Fietsersbond;
l. Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM);
m. Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC);
n. Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV);
o. Koninklijke Schippersvereniging “Schuttevaer”;
p. Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV);
q. Milieudefensie;
r. MKB-Nederland;
s. Mobis, de brancheorganisatie van ondernemingen in het collectief personenvervoer;
t. Nederlands Politie Instituut (NPI);
u. Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting (NIROV);
v. Nederlandse Spoorwegen (NS);
w. Nederlandse Vereniging van Luchthavens;
x. RAI vereniging;
y. ROVER, Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer;
z. Schiphol Group;
aa. Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR);
bb. Stichting Natuur en Milieu;
cc. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV);
dd. Transport en Logistiek Nederland (TLN);
ee. Unie van Onafhankelijke Vakorganisaties (UOV);
ff. Verbond van Verzekeraars;
gg. 3VO, Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie;
hh. Vereniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland (KvK);
ii. Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA);
jj. Vereniging VNO-NCW.
Voor het Overlegorgaan Oppervlaktedelfstoffen, genoemd in artikel 1, aanhef en onder d, van het besluit, worden aangewezen als betrokkenen of hun organisaties die zich in het overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen:
a. Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS);
b. Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën (FODI);
c. Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB;
d. LTO-Nederland;
e. Nederlandse Vereniging van Zandwinners (NVZ);
f. Stichting Natuur en Milieu;
g. Verenigde Infrastructuur Aannemers Nederland (VIANED);
h. Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland (VOBN)/Bond van Fabrikanten van Betonprodukten in Nederland (BFBN);
i. Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken (VBKO);
j. Vereniging voor Industriële Bouwstoffen (VIB).
Het Besluit aanwijzing betrokkenen overlegorganen verkeer en waterstaat 2002 wordt ingetrokken.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit aanwijzing betrokkenen Overlegorganen verkeer en waterstaat 2004.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Bij het Besluit overleg verkeer en waterstaat 2004, een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 4 van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat, zijn organen ingesteld voor het geïnstitutionaliseerd overleg over onderdelen van het beleid inzake verkeer en waterstaat. Op grond van artikel 7 van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat wijst de Minister van Verkeer en Waterstaat, het overlegorgaan gehoord, de betrokkenen of hun organisaties aan, die zich in een overlegorgaan kunnen doen vertegenwoordigen. Sedert de laatste wijziging van het Besluit aanwijzing betrokkenen overlegorganen verkeer en waterstaat 2002 hebben diverse mutaties plaatsgevonden in de overlegstructuur. Zo zijn het Overlegorgaan Verkeersinfrastructuur (OVI), het Overlegorgaan Verkeersveiligheid (OVV) en het Overlegorgaan Personenvervoer samengevoegd tot een Overlegorgaan op het brede terrein van het personenvervoer.
Het beleidsterrein bouwgrondstoffen zal door het ministerie van Verkeer en Waterstaat worden afgestoten. Het afstemmen van vraag en aanbod van bouwgrondstoffen (waarvan oppervlaktedelfstoffen het belangrijkste deel vormen) zal aan de markt worden overgelaten. Daarbij is aangegeven dat de afbouw van de regierol zorgvuldig zal geschieden en sprake zal zijn van overgangsbeleid. In verband daarmee is besloten dat het Overlegorgaan Oppervlaktedelfstoffen zijn werkzaamheden per 1 juni 2005 zal beëindigen.
Voorts is het beleidsterrein post en telecommunicatie in 2002 naar het ministerie van Economische Zaken overgegaan, met als gevolg dat het Overlegorgaan Post en Telecommunicatie (OPT) niet meer onder dit besluit valt.
Verder heeft een aantal wijzigingen in de vertegenwoordiging plaatsgevonden die in dit besluit worden geactualiseerd. Zo laat een aantal organisaties zich niet meer vertegenwoordigen in een overlegorgaan, terwijl andere organisaties hebben aangegeven juist aangewezen te willen worden om zich in een overlegorgaan te kunnen doen vertegenwoordigen.
In overleg met de betrokken partijen is besloten geen medeoverheden formeel meer aan te wijzen als betrokkene in een overlegorgaan. Hun rol wordt gewijzigd van adviserend deelnemer in gesprekspartner. Medeoverheden blijven wel actief deelnemen aan het overleg vanwege de informatie- en netwerkfunctie.
Een aantal factoren gaf aanleiding de positie van de medeoverheden te heroverwegen:
- de gewijzigde verhoudingen tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de medeoverheden sinds de instelling van de overlegorganen;
- het toegenomen belang van het Nationaal Mobiliteitsberaad (NMB), waarin op bestuurlijk niveau afspraken tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en medeoverheden worden gemaakt;
- de overlegorganen zijn in de praktijk een platform voor overleg tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en maatschappelijke organisaties op landelijk niveau.
Over de bovenstaande wijzigingen in het deelnemersveld zijn de overlegorganen, conform artikel 7 van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat, gehoord.
Vanwege het grote aantal wijzigingen is besloten het Besluit aanwijzing betrokkenen overlegorganen verkeer en waterstaat 2002 in te trekken en een nieuw besluit vast te stellen. Het onderhavige besluit bevat dan ook een geactualiseerde opsomming van de betrokkenen of hun organisaties die bevoegd zijn om vertegenwoordigers aan te wijzen voor deelname aan het overleg in het betreffende overlegorgaan.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K.M.H. Peijs.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt tegen dit besluit bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Minister van Verkeer en Waterstaat, Hoofddirectie juridische zaken, Sector ABR, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag.
Het ondertekende bezwaarschrift dient tenminste te bevatten:
- uw naam en adres;
- de dagtekening;
- vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en zo mogelijk de datum en het kenmerk van het besluit;
- een opgave van redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.
U bent voorts in de gelegenheid om - gelijktijdig met of na de indiening van het bezwaarschrift - een verzoek te doen tot het treffen van een voorlopige herziening. Een zodanig verzoek dient te worden gericht tot de Voorzieningenrechter te Den Haag. In verband met het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dit dient te betalen krijgt u na de indiening van het verzoek om voorlopige voorziening bericht van de griffie.
Tenzij anders vermeld kan er niet langs elektronische weg bezwaar worden ingesteld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2005-18-p19-SC68714.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.