Wijziging Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 september 2005, nr. TRCJZ/2005/67, houdende wijziging van de Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet en artikel 2 van de Kaderwet LNV -subsidies;

Besluit:

Artikel I

In Bijlage 1, onderdeel B, van de Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen¹ wordt ‘Gelders paard 75’ vervangen door: Gelders paard n.v.t..

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 september 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

De Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen (hierna: de regeling) biedt de mogelijkheid om steun te verlenen voor het houden van zeldzame veerassen. De regeling is onder meer van toepassing op het Gelders paard. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de aanvrager te verklaren, dat de opgegeven dieren voldoen aan de in bijlage 1 van de regeling genoemde bloedvoeringspercentages. Op grond van deze wijzigingsregeling vervalt deze eis voor wat betreft het houden van het Gelders paard. De reden hiervoor is dat het betrokken stamboek, het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland (KWPN), bij de fokkerij van het Gelderse paard vooral fokt op de gebruikseigenschappen. Daarbij zijn de type-kenmerken leidend voor inschrijving in de fokrichting ‘Gelders Paard’. Al decennialang wordt, ten behoud van de specifieke Gelderse typekenmerken, nu en dan ingekruist met paarden(hengsten) van andere rassen met geschikt type en gebruikseigenschappen. Een minimumbloedvoeringspercentage is daarbij niet het primaire fokdoel. In plaats daarvan ziet het stamboek toe op een maximaal bloedvoeringspercentage van 25% zogenoemd veredelingsbloed (volbloedrassen), omdat dat volgens de stamboekorganisatie wél bepalend is voor de instandhouding van de fokrichting ‘Gelders Paard’. Daardoor kan niet gesproken worden van een specifieke Gelderse bloedvoering en ontvalt de betekenis aan een minimumpercentage bloedvoering als eis voor subsidiabiliteit.

Onderhavige wijziging is goedgekeurd door de Europese Commissie bij beschikking C(2005) 3173 van 10 augustus 2005.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

• 1 Stcrt. 1998, 128; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 12 februari 2002 (Stcrt. 32).