Het college, onderscheidenlijk de voorzitter van het college van de Onafhankelijke
Post en Telecommunicatie Autoriteit,
Overwegende dat het wenselijk is voor de uitvoering van de hun wettelijk
opgedragen taken de bevoegdheid tot het nemen van besluiten en de bevoegdheid
om privaatrechtelijke rechtshandelingen dan wel andere handelingen te verrichten,
neer te leggen bij de voorzitter van het college, bij diens plaatsvervanger,
alsmede bij functionarissen van het bureau van de OPTA;
Overwegende dat het wenselijk is deze tijdelijke vorm van regeling op
korte termijn te vervangen door een meer in regels uitgewerkte vorm;
Besluiten:
Paragraaf 1: Algemene bepaling
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit;
b. college: het college genoemd in artikel 2, eerste lid, van de wet;
c. voorzitter: de voorzitter van het college genoemd in artikel 3, derde
lid, van de wet;
d. plaatsvervangend voorzitter: plaatsvervangend voorzitter genoemd in
artikel 3, derde lid, van de wet;
e. bureau: het ambtelijk ondersteunend apparaat van het college;
f. afdelingshoofd: hoofd van de afdeling Integriteitstoezicht, Post en
Bestuursondersteuning resp. Telefonie en Nummers resp. Breedband en Omroep
resp. Algemene Zaken;
g. sectorleider: leidinggevende van één van de sectoren
binnen de afdelingen van het bureau.
h. mandaat: de bevoegdheid om in naam van het college besluiten te nemen;
i. volmacht: de bevoegdheid om in naam van het college privaatrechtelijke
rechtshandelingen te verrichten;
j. machtiging: de bevoegdheid om in naam van het college handelingen te
verrichten die noch een publiekrechtelijke rechtshandeling, noch een privaatrechtelijke
rechtshandeling zijn.
Paragraaf 2: Algemene mandatering van bevoegdheden, volmacht
en machtiging
Artikel 2
Aan de voorzitter wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien
van aangelegenheden die behoren tot de ingevolge de wet aan het college opgedragen
taken en die naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij
door het college behoren te worden afgedaan.
Artikel 3
Aan het college, de voorzitter van het college, plaatsvervangend voorzitter
van het college en de volgende functionarissen van het bureau wordt mandaat,
volmacht en machtiging verleend ten aanzien van de hieronder genoemde aangelegenheden:


1 Na beraadslaging in het managementteam.
Artikel 4
Aan de functionarissen werkzaam als (senior) juridisch toezichtmedewerker
wordt machtiging verleend om het college in rechte te vertegenwoordigen. Zij
maken van deze bevoegdheid uitsluitend gebruik voor zover het aangelegenheden
betreft die behoren tot hun werkzaamheden en die naar hun aard of inhoud niet
een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door een hogergeplaatste.
Paragraaf 3: Slotbepalingen
Artikel 5
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging OPTA 2004 wordt ingetrokken.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tijdelijk mandaat, volmacht
en machtiging OPTA 2005.