Wijziging Rijksbesluit houdende aanwijzing van te bewaken en te beveiligen objecten

2 september 2005

Nr. C/2005011516

Directie Juridische Zaken

De Minister van Defensie,

Gelet op artikel 2 van de Rijkswet geweldgebruik bewakers militaire objecten;

Besluit:

Artikel I

Artikel 2, eerste lid, van het Rijksbesluit houdende aanwijzing van te bewaken en te beveiligen objecten komt te luiden:

1. Aan de Commandant Landstrijdkrachten, de Commandant Zeestrijdkrachten en de Commandant Luchtstrijdkrachten wordt mandaat verleend om, ieder voor zover het hem aangaat, namens de minister objecten aan te wijzen als voor een termijn van ten hoogste 12 weken te bewaken en te beveiligen objecten.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 5 september 2005.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

Den Haag, 2 september 2005.
De Minister van Defensie, H.G.J. Kamp.

Toelichting

Bij het Ministerie van Defensie voltrekt zich een veranderingsproces dat zijn weerslag heeft op de militaire verhoudingen. De Chef Defensiestaf maakt deel uit van de Bestuursstaf en is thans de belangrijkste militaire adviseur van de bewindslieden. Mede naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie Opperbevelhebberschap (ingesteld bij besluit van de Ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 september 2001, nr. D2001002919, Stcrt. 189) is besloten hem hiërarchisch boven de bevelhebbers van de krijgsmachtdelen te plaatsen wat de operationele inzet en de defensieplanning betreft, met uitzondering van de Bevelhebber der Koninklijke Marechaussee vanwege diens politietaken. Zoals aangekondigd in de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (kamerstukken II, 2003–2004, 29200 X, nr. 44) komen de functies van de bevelhebbers der Zeestrijdkrachten, Landstrijdkrachten en Luchtstrijdkrachten te vervallen. In verband met de gewijzigde taakinhoud van die functies zal de meer neutrale aanduiding ‘operationeel commandant’ worden gebruikt.

Het vervallen van de functie van Bevelhebber maakt het noodzakelijk het Rijksbesluit houdende aanwijzing van te bewaken en te beveiligen objecten aan te passen. In het voorliggende besluit wordt de oorspronkelijk aan de bevelhebbers der Zeestrijdkrachten, Landstrijdkrachten en Luchtstrijdkrachten gemandateerde bevoegdheid om tijdelijk te bewaken en beveiligen objecten aan te wijzen, gemandateerd aan de Commandant Zeestrijdkrachten, de Commandant Landstrijdkrachten en de Commandant Luchtstrijdkrachten. Hiervoor is gekozen vanwege de praktische en operationele aspecten die bij een dergelijke tijdelijke aanwijzing in het geding zijn.

De Minister van Defensie,

H.G.J. Kamp

Naar boven