Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers regiopolitie Gelderland-Zuid 2005

Besluit van de Minister van Justitie van 30 augustus 2005, nr. 5371939/Justis/05, houdende aanwijzing van ‘Teleservicemedewerkers’ van de regiopolitie Gelderland-Zuid tot buitengewoon opsporingsambtenaar

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken ministers;

Gelezen het verzoek van de Korpschef van de regiopolitie Gelderland-Zuid van 7 juli 2005;

Gelet op artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

1. De ambtenaren van de regiopolitie Gelderland-Zuid werkzaam in de functie van medewerker publiekservice als ‘teleservicemedewerker’ zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

2. Aan de hiervoor onder lid 1 omschreven ‘teleservicemedewerker’ wordt in overeenstemming met mijn besluit van 26 mei 2003, kenmerk 5228033/503, discretionaire ontheffing, onder b, verleend van de bekwaamheidseis als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar een certificaat is overgelegd, waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg binnen een periode van 5 jaar voorafgaande aan de aanvraag heeft deelgenomen aan een op deze functie gerichte interne opleiding.

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van alle strafbare feiten.

Het gebruik van de hiervoor beschreven opsporingsbevoegdheid dient zich te beperken tot het opnemen van (telefonisch) aangiften, zonder daderindicatie, zonder dat getuigen worden gehoord en gericht op relatief eenvoudige strafbare feiten.

2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de politieregio Gelderland-Zuid en voor de politieregio Gelderland-Midden.

Artikel 4

1. De Korpschef van het regionaal politiekorps Gelderland-Zuid is bevoegd tot de beëdiging van de buitengewoon opsporingsambtenaar.

2. Op grond van dit besluit kunnen maximaal 50 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Arnhem.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Korpschef van het regionaal politiekorps Gelderland-Zuid.

Artikel 6

1. De Korpschef van de regiopolitie Gelderland-Zuid brengt jaarlijks, voor 1 april, met betrekking tot de onder diens verantwoordelijkheid werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de artikel 2 genoemde functie;

b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

c. de stand van zaken met betrekking tot de door deze categorie van buitengewoon opsporingsambtenaren verplicht te volgen (interne) opleiding(en).

2. Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, dienst Justis, afd. IBB, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 5 jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar teleservicemedewerkers regiopolitie Gelderland-Zuid 2005.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, dienst Justis, afdeling IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

Den Haag, 30 augustus 2005.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de coördinator Buitengewoon Opsporingsambtenaar, G.V.A. van Raaij.

Toelichting

De Korpschef van de regiopolitie Gelderland-Zuid verzocht om de medewerkers publiekservice onder te brengen in de – zoals in de circulaire van 8 december 2004, kenmerk 5164519/502/CBK genoemde – functie van teleservicemedewerker.

In verband met de samenwerking met de regiopolitie Gelderland-Midden (detacheringen) is het noodzakelijk dat de opsporingsbevoegdheid zich ook uitstrekt over het grondgebied van de politieregio Gelderland-Midden.

De Minister van Justitie

namens deze:

G.V.A. van Raaij

Naar boven