Wijziging Maatregelenbesluit UWV

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Besluit:

Artikel I

Wijziging Maatregelenbesluit UWV

Het Maatregelenbesluit UWV1 wordt als volgt gewijzigd:

A

De bijlage, genoemd in artikel 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. In hoofdstuk A, tweede categorie, wordt onder vervanging van de punt na onderdeel 1° door een puntkomma, een onderdeel 2° toegevoegd, luidende:

2°. de verzekerde dient op diens verzoek het reïntegratieverslag te verstrekken aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (artikel 45, eerste lid, onderdeel n, van de ZW).

2. In hoofdstuk A, vierde categorie, komt onderdeel 2° als volgt te luiden:

2°. de verzekerde dient gedurende de ongeschiktheid tot werken gedragingen na te laten, waardoor zijn genezing wordt belemmerd en voldoende mee te werken om aanpassing aan zijn ziekte of gebrek te verkrijgen (artikel 45, eerste lid, onderdeel b, van de ZW);

3. In hoofdstuk A, vierde categorie, komt onderdeel 6° als volgt te luiden:

6°. de verzekerde is verplicht mee te werken aan door zijn werkgever of een door die werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de verzekerde in staat te stellen passende arbeid te verrichten, en om voldoende reïntegratie-inspanningen te verrichten (artikel 45, eerste lid, onderdeel m, van de ZW).

4. In hoofdstuk C, vierde categorie, onderdeel 4e, vervalt: ‘artikel 69, en’.

B

In artikel 13, eerste lid vervalt: ‘, ten tweede’.

C

In artikel 13 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

Artikel II

Inwerkingtreding

1. Artikel I, de onderdelen A en B treden in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst.

2. Artikel I, onderdeel C, treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 9 augustus 2005.
De voorzitter Raad van bestuur UWV, J.M. Linthorst.

Toelichting

Algemeen

Met deze wijziging van het Maatregelenbesluit UWV wordt gevolg gegeven aan enige inhoudelijke wijzigingen in de Ziektewet. Drie verplichtingen zijn toegevoegd: meewerken om aanpassing aan zijn ziekte of gebrek te verkrijgen, het verstrekken van een reïntegratieverslag en het verrichten van voldoende reïntegratie-inspanningen. Tevens is het onderdeel Vakantie bij werkloosheid (artikel 13, tweede lid) gewijzigd. Een inmiddels overbodige afwijkende bepaling voor oudere werknemers wordt geschrapt, omdat deze situatie inmiddels afdoende is geregeld via de Regeling vrijstelling verplichtingen WW. Verder is de afwijkende termijn, waarin verwijtbaarheid ten aanzien van bepaalde overtredingen ontbreekt, vervallen ten aanzien van buitenlandse werknemers met vakantie in het land van herkomst. Hierdoor geldt nu voor alle werknemers tijdens vakantie hetzelfde regime. Ten slotte is een aantal onjuiste verwijzingen gecorrigeerd.

Ziektewet

Met ingang van 1 maart 2005 zijn in artikel 45 van de Ziektewet twee nieuwe verplichtingen van de werknemer opgenomen. Aan het eerste lid, onder b, is toegevoegd dat de verzekerde gedurende de ongeschiktheid tot werken voldoende moet meewerken om aanpassing aan zijn ziekte of gebrek te verkrijgen. Aan dit artikellid is verder een nieuw onderdeel n toegevoegd, waarin wordt bepaald dat de verzekerde op diens verzoek aan het UWV een reïntegratieverslag moet verstrekken als bedoeld in artikel 38, tweede lid, van de Ziektewet. De eerste verplichting betreft het meewerken aan de eigen reïntegratie, en wordt, gezien het grote belang dat daaraan wordt gehecht, ingedeeld in de vierde categorie. De tweede verplichting betreft het verstrekken van informatie die van invloed kan zijn op uitkering of de reïntegratie, en wordt om die reden ingedeeld in de tweede categorie.

Met ingang van 1 januari 2004 waren aan artikel 45 van de Ziektewet al twee nieuwe voorschriften toegevoegd, waarvan er één nog niet volledig in de bijlage bij het Maatregelenbesluit UWV was opgenomen. Aan hoofdstuk A, vierde categorie, onderdeel 6°, wordt daarom alsnog toegevoegd dat de verzekerde verplicht is om voldoende reïntegratie-inspanningen te verrichten.

Werkloosheidswet

In de bijlage, hoofdstuk C, vierde categorie, onderdeel 4°, wordt verwezen naar artikel 69 WW. Dit artikel is vervallen, waardoor de verwijzing eveneens vervalt.

In artikel 13 van het Maatregelenbesluit is geregeld in welke situaties sprake is van het ontbreken van verwijtbaarheid ten aanzien van bepaalde overtredingen in bepaalde omstandigheden. Wellicht ten overvloede: het ontbreken van verwijtbaarheid ten aanzien van overtredingen tijdens vakantie (Maatregelenbesluit UWV ex artikel 27 achtste lid) is van een geheel andere orde dan het behoud van uitkering tijdens vakantie (Vakantieregeling WW, Stcrt 2003, 242).

Bij het vermelden van deze overtredingen werd ook verwezen naar de overtreding als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel b ten tweede van de WW. UWV is echter niet bevoegd om ter zake nadere regels te stellen. De verwijzing naar deze overtreding is dan ook vervallen.

In de Regeling vrijstelling verplichtingen WW (Stcrt. 2003, 241; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 27 december 2004, Stcrt. 2004, 250) is bepaald dat oudere werknemers zijn vrijgesteld van enige verplichtingen. Hetgeen daarover tevens in het Maatregelenbesluit UWV was opgenomen, kon daardoor wegens doublure vervallen.

Voorts bevatte het tweede lid van artikel 13 een bijzondere regeling voor buitenlandse werknemers, die vakantie genieten in het land van herkomst. Voor deze verzekerden ontbreekt gedurende 40 dagen de verwijtbaarheid ten aanzien van de genoemde overtredingen. Deze bepaling was overgenomen uit eerdere (gelijksoortige) besluiten van Lisv, Tica en SVr. In deze besluiten is geen toelichting gegeven op deze afwijkende (langere) termijn voor buitenlandse werknemers. Bij het tot stand komen van het SVr besluit (en een eerder FBV advies) had een aanzienlijk deel van de (eerste generatie) buitenlandse werknemers nog een gezin in het land van herkomst. Gelet hierop was de langere vrijstellingstermijn van 40 dagen (8 weken) te billijken. Inmiddels is de feitelijke situatie al jaren gewijzigd door de gezinsherenigingen in Nederland, die sindsdien hebben plaatsgevonden. In de WW praktijk wordt deze uitzondering de laatste jaren overigens zelden toegepast. In de Regeling vrijstelling verplichtingen WW is deze categorie werknemers evenmin apart vermeld. Er is dan ook aanleiding, om deze uitzondering in het Maatregelenbesluit UWV te laten vervallen.

Voor de overige werknemers, die vakantie genieten geldt een termijn van maximaal 20 dagen. Gedurende deze termijn ontbreekt de verwijtbaarheid t.a.v. de overtreding van bepaalde verplichtingen. Deze laatste termijn is gerelateerd aan dezelfde termijn van maximaal 20 dagen in de Vakantieregeling WW. Ook in de Regeling vrijstelling verplichtingen WW wordt een vrijstelling van maximaal 20 dagen verleend voor werknemers met recht op uitkering tijdens vakantie. De bepaling in het Maatregelenbesluit UWV is echter ruimer geformuleerd: de werknemer is tijdens het genieten van vakantie vrijgesteld tot 20 dagen per vakantiejaar.

Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Een werknemer boekt in februari een vakantie van drie weken in oktober. Op 1 juli wordt hij werkloos. Hij kan in oktober twee weken vakantie met behoud van WW-uitkering genieten. Gedurende de derde vakantieweek wordt hij van uitkering uitgesloten op grond van de vakantieregeling. Voor deze periode heeft hij tijdens zijn dienstverband recht op vakantiedagen opgebouwd. Gedurende de hele vakantieperiode van drie weken ontbreekt echter de verwijtbaarheid en wordt geen maatregel opgelegd op grond van het Maatregelenbesluit UWV. De tekst van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW gaat echter sedert 1 januari 2005 uit van vakantieperioden met behoud van uitkering (dus twee weken vrijstelling in het eerdergenoemde voorbeeld) en is dus minder ruim geformuleerd dan de tekst in het Maatregelenbesluit UWV. Het Maatregelenbesluit UWV heeft dus in bepaalde situaties een meerwaarde ten opzichte van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW en sluit bovendien aan bij de huidige uitvoeringspraktijk. Uiteraard kan nooit meer dan 20 dagen per jaar de verwijtbaarheid ontbreken van verplichtingen tijdens vakantie.

Inwerkingtreding

De toevoeging van enkele verplichtingen op grond van de Ziektewet treedt om praktische redenen in werking met het in gebruik nemen van een nieuw uniform geautomatiseerd systeem voor de uitvoering van de Ziektewet. De ingangsdatum is de tweede dag na de publicatiedatum van dit besluit in de Staatscourant. Het vervallen van de aparte bepaling omtrent buitenlandse werknemers met vakantie in het land van herkomst treedt in werking per 1 januari 2006. Door deze uitgestelde inwerkingtreding kunnen alle werknemers vóór de aanvang van het nieuwe vakantiejaar op de hoogte zijn van de gewijzigde bepaling, en daar met het vaststellen van de vakantie voor het nieuwe jaar rekening mee houden. Een andere ingangsdatum zou ingewikkelde nadere regels en herberekeningen tijdens het lopende vakantiejaar noodzakelijk maken. Bij invoering per 1 januari kunnen deze administratieve problemen worden vermeden. De overige wijzigingen van het Maatregelenbesluit UWV kunnen zo spoedig mogelijk in werking treden.

De voorzitter Raad van bestuur UWV,

J.M. Linthorst

  • 1

    Staatscourant 2004, 163.

Naar boven