Beleidsregel Educatieve master en verlenging studiefinanciering
Datum: 17 augustus
Kenmerk: AG OCW/MT/05.057
Datum inwerkingtreding: 1 september 2005
Juridische grondslag: artikel 11.5 WSF 2000
Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t.
Informatie verkrijgbaar bij: Servicekantoren van de Informatie Beheer Groep 050-5997755
Bestemd voor: Studenten in het hoger onderwijs, die na het afronden van een masteropleiding een educatieve masteropleiding gaan volgen.
De hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep,
Gelet op artikel 11.5 Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000);
Besluit:
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
– WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000
– WHW: Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
– Educatieve masteropleiding: een opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in vakken van voortgezet onderwijs als bedoeld in art. 7.4a, derde lid, WHW.
Artikel 2
Doelgroep
Deze beleidsregel is van toepassing op de student, die een educatieve masteropleiding volgt en reeds in het bezit is van het afsluitend diploma van een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7.4a WHW.
Artikel 3
Het verzoek
De student bedoeld in artikel 2 kan op verzoek in aanmerking komen voor een verlenging van de prestatiebeurs van maximaal 12 maanden.
Artikel 4
Reikwijdte
Deze beleidsregel is niet van toepassing op studenten, die reeds een opleiding hebben gevolgd als bedoeld in artikel 7.4a, derde lid, WHW, als bedoeld in artikel 7.4b, tweede lid, WHW voor zover opleidend tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in algemene vakken, dan wel als bedoeld in 16.10 WHW en daarvoor in aanmerking zijn gekomen voor studiefinanciering.
Artikel 5
Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2005.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep,
namens deze:
de hoofddirecteur, Chr.G. Spanjaard.
Toelichting
Algemeen
Artikel 12.10 van de Wet studiefinanciering 2000 voorziet in het toekennen van een extra jaar prestatiebeurs voor studenten die na een afgeronde WO master opleiding de Universitaire Leraren Opleiding (ULO) willen volgen. Dit geschiedt om het beroep van leraar te stimuleren. Na de invoering van de Bachelor/Master-systematiek in het hoger onderwijs per 1 september 2002 (Wet invoering Bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs, Stb. 2002, 303) worden de universitaire lerarenopleidingen langzaam uitgefaseerd. Een aantal instellingen heeft de universitaire lerarenopleiding zelfs direct volledig afgeschaft en vervangen door een educatieve master.
Studenten die na het succesvol afsluiten van een niet-educatieve master alsnog kiezen voor het beroep van leraar, worden door het volledig afschaffen van de universitaire lerarenopleiding gedupeerd. Studiefinanciering in de vorm van een prestatiebeurs wordt immers slechts toegekend voor één bachelor en één masteropleiding tezamen. Indien daarna nog een educatieve master wordt gevolgd, bestaat hiervoor geen recht meer op een prestatiebeurs.
Omdat het ministerie van OCW van mening is dat het beroep van leraar moet worden gestimuleerd, heeft zij indertijd de regelgeving ten aanzien van universitaire lerarenopleidingen opgesteld. Het is dan ook onwenselijk dat de vervanging van universitaire lerarenopleidingen door educatieve masters dit stimuleringsbeleid ongedaan zou maken.
Op grond van het voorgaande wordt door middel van deze beleidsregel 12 maanden extra prestatiebeurs toegekend voor het volgen van een educatieve master opleiding na succesvolle afronding van een niet-educatieve master. Dit is conform de huidige ULO regelgeving.
Artikelsgewijs
Artikel 1
In dit artikel worden de in deze beleidsregel gehanteerde definities bepaald. Van belang is hier de omschrijving van een educatieve master. Het betreft een opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in vakken van voortgezet onderwijs. De duur van de educatieve master is hierbij niet van belang, er wordt in alle gevallen, indien aan de overige voorwaarden wordt voldaan, maximaal 12 maanden extra prestatiebeurs toegekend.
Artikel 2
In dit artikel wordt aangegeven op welke studenten deze beleidsregel van toepassing is. Het betreft studenten, die een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs hebben afgerond en vervolgens nog een educatieve masteropleiding gaan volgen. Normaliter komen deze studenten niet in aanmerking voor een verlenging van de prestatiebeurs, omdat slechts één master kan worden gevolgd met studiefinanciering. Met deze beleidsregel wordt dan ook expliciet afgeweken van dit uitgangspunt binnen de WSF 2000.
Artikel 3
De hierboven omschreven student kan een verzoek indienen bij de instantie die de toekenning van studiefinanciering uitvoert, de IB-Groep. Indien aan de in deze beleidsregel genoemde voorwaarden wordt voldaan, kan de student in aanmerking komen voor maximaal 12 maanden prestatiebeurs boven de reeds genoten prestatiebeurs. Het verzoek hiertoe is vooralsnog noodzakelijk, omdat de IB-Groep niet zelfstandig kan nagaan binnen de studiefinanciering of een student een afgerond masterdiploma bezit en daarna een educatieve masteropleiding volgt.
Artikel 4
Dit artikel geeft een uitzondering op de hoofdregel aan. Voorkomen moet worden dat een student twee maal studiefinanciering in de vorm van een prestatiebeurs zou kunnen ontvangen voor het volgen van een opleiding op het gebied van de educatie. Daarom wordt de student, die reeds eerder een masteropleiding op het gebied van educatie heeft gevolgd en daarvoor op enigerlei wijze studiefinanciering heeft ontvangen, uitgesloten van de hier omschreven voorziening. Dit betreft dan studenten die
– een universitaire lerarenopleiding volgen (hiervoor is reeds een andere voorziening getroffen binnen de studiefinanciering),
– reeds een dergelijke educatieve masteropleiding hebben gevolgd als eerste masteropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs of
– reeds een masteropleiding op het gebied van de educatie hebben gevolgd binnen het hoger beroepsonderwijs.
De hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep
namens deze:
de hoofddirecteur,
Chr.G. Spanjaard