Aanwijzing belading van voertuigen

Categorie: Opsporing

Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO

Afzender: College van procureurs-generaal

Adressaat: Hoofden van de parketten en via de hoofden van de parketten de opsporingsinstanties politie en Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Vervoer (IVW/DV)

Registratienummer: 2005A006

Datum vaststelling: 12-04-2005

Datum inwerkingtreding: 01-09-2005

Geldigheidsduur: 01-09-2009

Publicatie in: Stcrt. 166 van 29-08-2005

Vervallen: Aanwijzing Overbelading (2003A001)

Relevante beleidsregels: Richtlijn voor strafvordering belading van voertuigen (2005R003)

Wetsbepalingen: Art. 1 sub 4 Wet op de economische delicten; art. 31 Wet goederenvervoer over de weg; art. 6a Besluit goederenvervoer over de weg; artt. 5.1.2, 5.18.17 en 5.18.18 Voertuigreglement

Jurisprudentie: -

Bijlage(n): Weeg- en meetinstructie

Achtergrond

Ter handhaving van artikel 31 van de Wet goederenvervoer over de weg juncto artikel 6a van het Besluit goederenvervoer over de weg in verbinding met de artikelen 5.1.2, 5.18.17 en 5.18.18 van het Voertuigreglement, worden zowel door de politie als de IVW/DV controles uitgevoerd op beladen voertuigen en samenstellen van voertuigen, door het verrichten van metingen (d.m.v. wiellastmeters) en/of wegingen (d.m.v. weegbruggen). De door deze artikelen beschermde belangen zijn niet alleen het tegengaan van oneerlijke concurrentie, maar ook de beperking van schade aan de weg (rijsporen) en de handhaving van de verkeersveiligheid (remvertraging).

Bij meting met behulp van een wiellastmeter volgt bij sommige systemen een print-out (telstrookje) met daarop het resultaat. Deze print-out bevat bruto gegevens. De gecorrigeerde waarde wordt in het proces-verbaal opgenomen. Dit strookje kan aan de bestuurder van de vrachtauto worden meegegeven.

Samenvatting

In deze aanwijzing wordt aangegeven wanneer opsporingsambtenaren proces-verbaal dienen op te maken in het geval van overbelading c.q. onjuiste belading.

Opsporing

Het rekenprogramma van de KLPD berekent na invulling van de gevraagde waarden op vrij eenvoudige wijze de percentages van de overschrijdingen. Het verdient aanbeveling, ter voorkoming van fouten, dat ook andere handhavingsdiensten hiervan gebruik maken

Samenstellen van voertuigen (vrachtauto en aanhangwagen en trekker en oplegger)

In de WGW worden een (trekkend) motorrijtuig, een aanhangwagen en het samenstel van trekker en oplegger gedefinieerd als een vrachtauto. De onderscheiden voertuigen van een trekker/oplegger zoals aangetroffen op de weg kunnen elkaar danig beïnvloeden. Het loskoppelen van zo'n samenstel voor het wegen daarvan brengt praktische problemen met zich mee. Mede in het licht van de definities in de WGW, blijft het apart wegen van elk voertuig bij het samenstel trekker met oplegger, om de maximaal toegestane massa per voertuig vast te stellen, daarom in beginsel achterwege. Hetzelfde geldt eveneens voor het loskoppelen van de trekker/oplegger om de koppelingsdruk vast te stellen.

Met gebruikmaking van het in het kentekenbewijs en/of kentekenregister genoemde ledige massa van de trekker, kunnen de volgende waarden worden berekend:

- de last onder de koppeling van de oplegger;

- de massa van de oplegger.

De uitkomst van deze berekende waarden en eventuele overschrijdingen kunnen, in verband met de verkeersveiligheid, worden gebruikt voor het toepassen van de maatregel. Hierbij wordt voor de afzonderlijke voertuigen van dezelfde waarden uitgegaan als bij een motorrijtuig met aanhangwagen.

Bij het constateren van een te hoge koppelingsdruk waarbij de metingen plaatsvinden met wiellastmeters, wordt in beginsel proces-verbaal opgemaakt voor de (meestal tegelijkertijd voorkomende) aslastoverschrijding (of eventueel andere onder de Richtlijn voor strafvordering belading van voertuigen vallende overtredingen), ook als deze overtreding leidt tot een lager aantal sanctiepunten. Wanneer geen andere tegelijkertijd voorkomende overtreding vallend onder deze Richtlijn wordt geconstateerd, wordt voor een te hoge koppelingsdruk proces-verbaal opgemaakt.

1. Art. 5.18.17 Voertuigreglement

1.1. Overschrijding van de toegestane maximum last van enige as of asstel van een motorrijtuig en/of aanhangwagen.

1.1.1 Wanneer de toegestane maximum last van enige as of asstel met 10% of meer wordt overschreden, dient proces-verbaal te worden opgemaakt.

1.1.2 Wanneer de toegestane maximum last van enige as of asstel met 20% of meer wordt overschreden dient naast het opmaken van proces-verbaal, te worden overgegaan tot het opleggen van de maatregel van overladen.1

1.2 Overschrijding van de toegestane maximum massa van een motorrijtuig en/of aanhangwagen en overschrijding van de som van de aslasten van een motorrijtuig en/of autonome aanhangwagen.

1.2.1 Wanneer de toegestane maximum massa met 5% of meer wordt overschreden of de som van de aslasten de toegestane maximum massa met 5% of meer overschrijdt, dient proces-verbaal te worden opgemaakt.

1.2.2 Wanneer de toegestane maximum massa met 10% of meer wordt overschreden of de som van de aslasten de toegestane maximum massa met 10% of meer overschrijdt, dient naast het opmaken van proces-verbaal, te worden overgegaan tot het opleggen van de maatregel van overladen.

1.3 Overschrijding van de toegestane maximum last onder de koppeling.

1.3.1 Wanneer de toegestane maximum last onder de koppeling met 10% of meer wordt overschreden, dient proces-verbaal te worden opgemaakt.

1.3.2 Wanneer de toegestane maximum last onder de koppeling met 20% of meer wordt overschreden dient naast het opmaken van proces-verbaal, te worden overgegaan tot het opleggen van de maatregel van overladen.

2. Art. 5.18.18 Voertuigreglement

2.1. De totale massa van aanhangwagens of de som van de aslasten van autonome aanhangwagens bedraagt meer dan de op het kentekenbewijs van het trekkend motorrijtuig of in het kentekenregister vermelde toegestane maximum te trekken massa.

2.1.1 Wanneer door het trekkende voertuig een oplegger / aanhangwagen wordt voortbewogen waarvan de totale massa of de som van de aslasten meer bedraagt dan de in het kentekenbewijs van het trekkende motorvoertuig of in het kentekenregister vermelde toegestane maximum massa dient bij een overschrijding van 10% of meer proces-verbaal te worden opgemaakt.

2.1.2 Wanneer door het trekkende voertuig een oplegger / aanhangwagen wordt voortbewogen waarvan de totale massa of de som van de aslasten meer bedraagt dan de in het kentekenbewijs van het trekkende motorvoertuig of de in het kentekenregister vermelde toegestane maximum massa, dient bij een overschrijding van 20% of meer de maatregel van overladen te worden toegepast.

2.2 Overschrijding van de toegestane maximum massa of de som van de aslasten van samenstellen van voertuigen.

2.2.1 Wanneer de in het kentekenbewijs of het in kentekenregister van het samenstel vermelde toegestane maximum massa wordt overschreden met 5% of meer of als de som van de aslasten deze toegestane maximum massa overschrijdt met 5% of meer dient proces-verbaal te worden opgemaakt.

2.2.2 Wanneer de in het kentekenbewijs of in het kentekenregister van het samenstel vermelde toegestane maximum massa wordt overschreden met 10% of meer of als de som van de aslasten deze toegestane maximum massa overschrijdt met 10% of meer dan dient naast het opmaken van proces-verbaal, te worden overgegaan tot het opleggen van de maatregel van overladen.

2.3 Overschrijding van de toegestane maximum massa of de som van de aslasten van een voertuig of een samenstel van voertuigen van meer dan 50.000 kg., niet zijnde een rijdend werktuig.

2.3.1 Wanneer de totale massa of de som van de aslasten van een voertuig of een samenstel van voertuigen, niet zijnde een rijdend werktuig, meer bedraagt dan 50.000 kg dient bij een overschrijding van 5% of meer proces-verbaal te worden opgemaakt.

2.3.2 Wanneer de totale massa of de som van de aslasten van een voertuig of een samenstel van voertuigen, niet zijnde een rijdend werktuig, meer bedraagt dan 50.000 kg dient bij een overschrijding van 10% of meer, naast het opmaken van een proces-verbaal, te worden overgegaan tot het opleggen van de maatregel van overladen.

Relatieve bevoegdheid

Een proces-verbaal wordt in beginsel ingezonden aan het parket van het arrondissement waar:

- een NV of BV de statutaire vestigingsplaats heeft;

- het adres zoals is opgenomen in het uittreksel KVK is gelegen van een VOF/CV of Stichting;

- een eigenaar van een eenmanszaak of de bestuurder (chauffeur) de woonplaats heeft;

- de pleegplaats is gelegen bij een buitenlandse vervoerder.

Overgangsrecht

De beleidsregels in deze aanwijzing hebben onmiddellijke gelding op de datum van inwerkingtreding.

Bijlage

Weeg- en meetinstructie

Algemeen

Naar aanleiding van het door TNO Wegtransportmiddelen ingestelde en het door haar opgemaakte rapport d.d. 7 februari 1997 betreffende het onderzoek naar de juistheid van de door de (toenmalige) Rijksverkeersinspectie en Politie gehanteerde weegmethoden dient bij het opmaken van een proces-verbaal ter zake belading en/of aslast c.q. asstellastoverschrijding voorliggende weeg- en meetinstructie op nauwgezette wijze te worden gevolgd. Naast deze instructie dienen tevens de door de fabrikant opgegeven aanwijzingen te allen tijde worden opgevolgd.

Het niet volgen van deze instructie of de door de fabrikant opgegeven aanwijzingen kan leiden tot ongewenste weeg- en meetfouten en onjuiste weeg- en meetresultaten.

Van de gevolgde controlepunten uit deze weeg- en meetinstructie dient aantekening te worden gemaakt.

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze weeg- en meetinstructie wordt verstaan onder:

aslast: de som van de wiellasten van één as.

asconfiguratie: de combinatie van twee of meer assen.

asstellast: de som van de wiellasten van twee of meer assen, evenwijdig gelegen op een onderlinge afstand van minder dan 1,8 meter, waarvoor in het kenteken- c.q. registratiebewijs of in het kentekenregister een gezamenlijke maximum toegestane waarde is vastgesteld. Onder asstel wordt tevens begrepen elke andere asconfiguratie, waarvoor in het kenteken-/registratiebewijs of in het kentekenregister een gezamenlijke maximum toegestane waarde is vastgesteld.

som van de aslasten: door meting vastgestelde som van twee of meer assen van een motorrijtuig, een autonome aanhangwagen of een samenstel van voertuigen.

totale massa: door weging vastgestelde massa van het totale voertuig of samenstel van voertuigen.

meetplatform: gekoppelde dan wel niet gekoppelde wiellastmeters.

weegplatform: weegbrug.

weegvloer: een horizontaal of nagenoeg horizontaal liggende ondergrond.

wiellast: de last welke door een wiel van een voertuig op het meetplatform wordt uitgeoefend. Een samenstel van wielen, op een wielnaaf gemonteerd, wordt als één wiel beschouwd.

A 1 Wiellastmeter

1. Eisen ten aanzien van de meetlocatie.

• De plaats van het meten moet zo vlak mogelijk zijn.

Voor de vaststelling van aslasten of asstellasten moet gestreefd worden naar een horizontale ligging van de meetvloer, waarbij een maximum helling van 5% ten opzichte van de breedte van het voertuig is toegestaan. Bij de vaststelling van wiellasten is het noodzakelijk dat de meetvloer in elke richting horizontaal is.

• De grondplaat van het meetplatform moet gelijkmatig worden ondersteund door de meetvloer.

Harde ondergronden met uitstekende stenen en wegen met groeven zijn niet geschikt.

Eventuele ruimte tussen de grondplaat van het meetplatform en het wegdek mag in geen geval meer bedragen dan 10 mm.

2. Geldigheid ijkdatum.

Voor aanvang van de meting of een serie metingen dient de geldigheid van de ijkdatum te worden gecontroleerd.

3. De meetprocedure.

• Voor elke meting dient de nulinstelling van het meetplatform te worden gecontroleerd.

• Het actieve meetdeel van het meetplatform moet recht voor het wiel worden geplaatst.

• Het voertuig c.q. het samenstel van voertuigen dient langzaam in rechte lijn op het meetplatform te worden gereden.

• De te meten wielen dienen `centraal' en geheel op het actieve meetgedeelte van het meetplatform tot toegevoegde weegstaat te worden vermeld.

• Wanneer gebruik wordt gemaakt van een dummy meetplatform is de plaatsing van het wiel gelijk aan de plaatsing op het meetplatform.

• Alle assen, behorende tot een asconfiguratie van het te meten voertuig c.q. het samenstel van voertuigen dienen op gelijke hoogte met het meetplatform, te worden uitgevuld. Hierbij mag gebruik worden gemaakt van zogenaamde dummy-meetplatformen of opvulmatten. Uitfrezingen waarin meetplatformen op gelijke hoogte met het wegdek kunnen worden verzonken zijn toegestaan.

3.1 Tijdens het opnemen van de wiel- c.q. aslast dient of dienen:

• De remmen van het voertuig of samenstel van voertuigen volledig te zijn `gelost';

• Alle assen zich in een ontspannen toestand te bevinden;

• Gewacht te worden tot het voertuig volledig in rust is (bijv. vloeistoftransporten);

• Bij toepassing van luchtveersystemen te worden gewacht totdat dit systeem zich volledig heeft gestabiliseerd.

N.B. Indien het voertuig of samenstel is voorzien van een luchtveersysteem dient er op toegezien te worden dat door de chauffeur geen manipulaties gepleegd worden met dit systeem. De aslast kan hierdoor beïnvloed worden, waardoor een onjuiste weging ontstaat.

4. Berekening koppelingsdruk.

• De druk onder de koppeling van een oplegger kan worden berekend door de ledige massa van de trekker zoals vermeld in het kentekenbewijs in mindering te brengen op de som van de aslasten van de trekker.

5. Meetcorrectie.

• De gemeten waarden dienen te worden gecorrigeerd met de door de fabrikant opgegeven tolerantiewaarden.

• Uitsluitend gecorrigeerde waarden dienen in het proces-verbaal of in de aan het proces-verbaal toegevoegde meetstaat te worden vermeld.

6. Oorzaken welke leiden tot foutieve metingen.

• De meetvloer is niet schoon of vlak, het meetplatform zakt te veel door.

• De helling van de meetvloer is te groot. De lasten worden buiten het toegestane tolerantiegebied op het meetplatform overgebracht, hetgeen resulteert in een negatieve aanwijzing van de lasten.

• Het meetplatform stond niet op de nulinstelling toen het voertuig op het meetplatform werd gezet.

• Het wiel stond niet `centraal' en geheel op het actieve weeggedeelte van het meetplatform, hetgeen resulteert in een negatieve aanwijzing van de lasten.

• De niet te meten wielen c.q. assen zijn niet of niet op correcte wijze op gelijke hoogte met het meetplatform gesteld. Afhankelijk van de constructie van het voertuig resulteert dit in een positieve aanwijzing. Daarbij kunnen meetfouten worden versterkt door eventuele statische krachten in het mechanische gedeelte bij meervoudige asstellen.

A 2 Weegbrug

1. IJking

Voor aanvang van de weging dient gecontroleerd te worden of de weegbrug geijkt is.

2. De weegprocedure.

• Voor elke weging dient de nulinstelling van het weegplatform te worden gecontroleerd.

• Alle wielen van het te wegen voertuig of samenstel dienen geheel op het actieve weeggedeelte van het weegplatform tot stilstand te worden gebracht.

• Met een weegbrug mag alleen de massa van het gehele voertuig of samenstel van voertuigen worden vastgesteld. Voor het vaststellen van de afzonderlijke massa van voertuigen welke deel uit maken van een samenstel, bestaande uit bedrijfs- c.q. personenauto met middenasaanhangwagen, moeten deze voertuigen tijdens de weging worden losgekoppeld.

• Deelwegingen zijn toegestaan voor het vaststellen van de massa van het samenstel van voertuigen wanneer dit samenstel door lengte, breedte of gewicht niet in zijn geheel op de weegbrug geplaatst kan worden.

• Deelwegingen voor het bepalen van aslasten of de druk onder de koppeling zijn niet toegestaan.

3. Weegcorrectie.

• De gewogen waarden dienen te worden gecorrigeerd met de door de fabrikant opgegeven tolerantiewaarden.

• Uitsluitend gecorrigeerde waarden dienen in het proces-verbaal of in de aan het proces-verbaal toegevoegde weegstaat te worden vermeld.

4. Oorzaken welke leiden tot foutieve wegingen.

• Het weegplatform stond niet op de nulinstelling toen het voertuig of samenstel op het weegplatform werd gezet.

• De wielen stonden niet geheel op het actieve weeggedeelte van het weegplatform, hetgeen resulteert in een negatieve aanwijzing van de massa.

1 Het niet voldoen aan de maatregel (van overladen) levert een kantonovertreding op, te weten: art. 160 lid 6 WvW94.

Naar boven