Wijziging Regeling diervoeders

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 augustus 2005, nr. TRCJZ/2005/2485, houdende wijziging van de Regeling diervoeders in verband met de uitvoering van Europese voorschriften

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op verordening (EG) nr. 1292/2005 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 augustus 2005 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft diervoeding (Pb EU L 205);

Gelet op artikel 28 van de Kaderwet diervoeders en artikel 24 van het Besluit diervoeders;

Besluit:

Artikel I

De Regeling diervoeders1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘punt 1’ vervangen door: punt I;

b. In onderdeel c wordt ‘punten 2.I en 3.II, onderdelen B, C en D’ vervangen door: punten II en III, onderdelen C, D en E.

2. In het tweede lid wordt ‘punt 2.I, onderdeel A’ vervangen door: punt II, onderdeel A.

B

Artikel 69 komt te luiden:

Artikel 69

Als diervoeders als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet waarvoor ter uitvoering van punt II van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001 een erkenning of registratie is vereist om die te bereiden, te bewerken, te verwerken, en in voorkomend geval in verband daarmee in voorraad of voorhanden te hebben, worden aangewezen diervoeders die de volgende producten bevatten:

a. vismeel als bedoeld in punt II, onderdeel B, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001;

b. dicalciumfosfaat of tricalciumfosfaat als bedoeld in punt II, onderdeel C, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001;

c. bloedproducten of bloedmeel als bedoeld in punt II, onderdeel D, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001.

C

Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘eerste lid,’ en wordt ‘punt 2.I’ telkens vervangen door: punt II.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

4. Het nieuwe tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef vervalt ‘eerste lid,’ en wordt ‘in samenhang met onderdeel c’ vervangen door: in samenhang met onderdeel b.

b. In de onderdelen a en b, wordt ‘punt 2.I, onderdeel D, onder b’ telkens vervangen door: punt II, onderdeel C, onder a.

5. Het nieuwe derde lid komt te luiden:

3. De eisen, bedoeld in artikel 27 van het besluit, aan een erkenning als bedoeld in artikel 69, aanhef in samenhang met onderdeel c, zijn opgenomen in:

a. punt II, onderdeel D, onder c, eerste alinea, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001, dan wel

b. punt II, onderdeel D, onder c, onder ii, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001.

D

Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘eerste lid,’ en wordt ‘punt 2.I’ vervangen door: punt II.

2. In het tweede lid vervalt ‘eerste lid,’ en wordt ‘punt 2.I, onderdeel C, onder b’ vervangen door: punt II, onderdeel C, onder a.

3. In het derde lid vervalt ‘eerste lid,’ en wordt ‘punt 2.I, onderdeel D, onder b’ vervangen door: punt II, onderdeel D, onder c.

E

Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De minister keurt de reinigingsprocedure, bedoeld in punt II, onderdelen B, onder e, C, onder c, en D, onder e, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001, goed.

2. In het tweede lid wordt ‘punt 2.I, onderdelen B, onder f, C, onder e, D, onder e, en E, onder a, tweede alinea, en onder b, tweede alinea’ vervangen door: punt II, onderdelen B, onder f, C, onder d, en D, onder a, tweede alinea, onder b, tweede alinea, en onder f, tweede alinea.

3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘punt 2.I, onderdeel E, onder a, tweede alinea, en onder b, tweede alinea’ vervangen door: punt II, onder D, onder a, tweede alinea, en onder b, tweede alinea,;

b. In onderdeel b wordt ‘punt 3.II, onderdeel B’ vervangen door: punt III, onderdeel C.

F

Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘punt 2.I’ vervangen door: punt II;

b. In onderdeel 2° wordt ‘C, onder b’ vervangen door: C, onder a;

c. Onderdeel 3° komt te luiden:

3°. D, onder a, eerste alinea, en onder c, onder ii, derde gedachtestreepje;

d. Onderdeel 4° vervalt.

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. punt III, onderdeel C, onder a en onder c, onder ii en iii, laatste alinea, en onderdeel F.

G

In artikel 100, onderdeel d, wordt ‘punt 1’ vervangen door: punt I.

H

Artikel 112 vervalt.

Artikel II

In artikel 8, tweede lid, van de Regeling tarieven I&R2 wordt ‘artikel 22, tweede lid’ vervangen door: artikel 22, derde lid.

Artikel III

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2005.

2. Artikel II werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 (PbEG L 147) (hierna: verordening (EG ) nr. 999/2001) bevat voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (BSE en scrapie). In deze verordening zijn in artikel 7 en bijlage IV voorschriften opgenomen inzake diervoeders. Bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001 wordt met ingang van 1 september gewijzigd door verordening (EG) nr. 1292/2005 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 augustus 2005 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft diervoeding (PbEU L 205) (hierna verordening (EG) nr. 1292/2005).

Op grond van bijlage IV is het in beginsel verboden om aan landbouwhuisdieren diervoeder te vervoederen dat onder andere gehydrolyseerde eiwitten, bloedmeel en bloedproducten bevat. Er gelden echter voor gehydrolyseerde eiwitten, bloedmeel en bloedproducten onder bepaalde voorwaarden enkele uitzonderingen op dit verbod, welke met verordening (EG) nr. 1292/2005 wordt uitgebreid.

Gehydrolyseerde eiwitten

Verordening (EG) nr. 1292/2005 brengt ten aanzien van gehydrolyseerde eiwitten de volgende versoepelingen aan:

– Afkomst van gehydrolyseerde eiwitten:

Gehydrolyseerde eiwitten die worden gebruikt voor diervoeders mogen thans van alle delen van niet-herkauwers afkomstig zijn.

– Gebruik van gehydrolyseerde eiwitten:

Gehydrolyseerde eiwitten mogen thans ook aan herkauwers worden vervoederd.

– Voorwaarden voor het gebruik:

De voorwaarden waaronder de hierboven gehydrolyseerde eiwitten, afkomstig van delen van niet-herkauwers en van de huiden van herkauwers mogen worden gebruikt of vervaardigd, zijn komen te vervallen. Thans gelden voor de vervaardiging van gehydrolyseerde eiwitten slechts de voorwaarden zoals die in verordening (EG) nr. 1774/2002 inzake dierlijke bijproducten zijn neergelegd.

Deze wijzigingen houden in dat per 1 september 2005 gehydrolyseerde eiwitten, afkomstig van delen van niet-herkauwers of van de huiden van herkauwers aan alle gehouden gewervelde en ongewervelde dieren mogen worden vervoederd.

Deze wijzigingen nemen niet weg dat gehydrolyseerde eiwitten afkomstig van veren ingevolge artikel 4, onderdeel j, van de Regeling diervoeders aangewezen blijven als verboden voedermiddelen en dat het verbod verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van dieren te vervoederen aan hetzelfde soort dat op grond van artikel 22 van verordening (EG) nr. 1774/2002 inzake dierlijke bijproducten geldt, onverkort van toepassing is.

Bloedmeel en bloedproducten

Ten aanzien van het gebruik bloedmeel en bloedproducten brengt verordening (EG) nr. 1292/2005 de volgende wijzigingen aan:

– Gebruik van bloedproducten:

Bloedproducten afkomstig van niet-herkauwers, mogen thans – onder de in onderdeel D van bijlage IV, bij verordening (EG) nr. 999/2001 opgenomen voorwaarden - worden vervoederd aan niet-herkauwers, zoals pluimvee en varkens.

– Voorwaarden voor het gebruik:

De voorwaarden voor het gebruik van bloedmeel en bloedproducten zijn aangepast. De inrichtingen waar diervoeders worden vervaardigd, die bloedmeel of bloedproducten bevatten, moeten zijn erkend. Thans is een erkenning voor zelfmengers onder voorwaarden niet meer toegestaan en kan worden volstaan met een registratie. Voorts mag de minister onder voorwaarden toestaan dat binnen één inrichting diervoeders voor zowel herkauwers als voor niet-herkauwers wordt vervaardigd. Deze voorwaarden zijn opgenomen in onderdeel D, onder c, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001.

Deze wijzigingen houden in dat per 1 september bloedproducten afkomstig van niet-herkauwers mogen worden vervoerd aan alle niet-herkauwende gehouden ongewervelde en gewervelde dieren. Bloedmeel afkomstig van niet-herkauwers mag enkel aan vissen worden vervoederd. Aan het gebruik van bloedmeel en bloedproducten zijn voorwaarden verbonden, welke zijn opgenomen in onderdeel D, van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001.

Botfragmenten in knol- en bolgewassen

In knol- en wortelgewassen, die voor diervoeders worden gebruikt, kunnen botfragmenten worden aangetroffen. Contaminatie van deze gewassen met in de bodem aanwezige botfragmenten is moeilijk te voorkomen. Ingevolge de gewijzigde bijlage IV, onderdeel A, onder d, van verordening (EG) nr. 999/2001 behoeft de toezichthouder, de Voedsel en Waren Autoriteit of de Algemene Inspectiedienst, deze diervoeders niet van de markt te weren indien op grond van een risicobeoordeling blijkt dat de botfragmenten geen gevaar voor de volksgezondheid vormen.

Aan de onderdelen van verordening (EG) nr. 999/2001 die betrekking hebben op diervoeders is uitvoering gegeven in de artikelen 68 tot en met 73 van de Regeling diervoeders. De artikelen in deze regeling worden met de onderhavige wijzigingsregeling zodanig gewijzigd dat aan de hierboven beschreven wijzigingen binnen Nederland uitvoering kan worden gegeven.

Voorts zijn – in verband met een gewijzigde nummering en opzet van bijlage IV bij verordening (EG) nr. 999/2001 – de verwijzingen naar de diverse onderdelen van bijlage IV aangepast en is artikel 112 van de Regeling diervoeders ingetrokken omdat dit artikel is uitgewerkt.

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Regeling tarieven een omissie te herstellen.

Administratieve lasten

De voorgestelde wijzigingen leveren een verhoging van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven op. Omdat de verhoging beperkt is, is de onderhavige regeling niet voorgelegd aan het College toetsing administratieve lasten. De beperkte verhoging van de administratieve lasten komt als volgt tot stand.

Voor inrichtingen die diervoeders produceren die gehydroliseerde eiwitten bevatten, gelden geen voorwaarden meer. Dit betekent dat ze niet meer behoeven te zijn erkend. Ook behoeven voertuigen die deze eiwitten vervoeren niet langer in het bezit te zijn van een door de minister goedgekeurde reinigingsprocedure. Ongeveer 65 bedrijven zijn momenteel erkend. De lasten die deze erkenning met zich mee brengt, is onder te verdelen in tijdsbesteding voor het bijhouden van gegevens en begeleiding van inspecteurs bij controles. Dit kost bedrijven jaarlijks 75 minuten. Uitgaande van een uurtarief van € 30,36 betekent dit dat de jaarlijkse lasten per bedrijf zijn geschat op € 38,–. Voor 65 bedrijven bedraagt de structurele administratieve lastenvermindering derhalve € 2467,– in totaal.

Voorts behoeven bedrijven die herkauwers en niet-herkauwers houden, niet langer toestemming te hebben van de minister voor het opslaan van diervoeders waarin gehydrolyseerde eiwitten zijn verwerkt. Daarentegen wordt het voor bedrijven die herkauwers en niet-herkauwers houden, en diervoeders opslaan waarin bloedproducten zijn verwerkt, verplicht hiervoor toestemming te vragen. Deze groep van bedrijven komt qua grootte overeen. Dat betekent dat de administratieve lastenverlaging in verband met de afschaffing van de eisen voor gehydrolyseerde eiwitten wegvallen tegen de administratieve lastenverhoging in verband met de introductie van de toestemming voor het opslaan van diervoeders die bloedproducten bevatten op bedrijven waar zowel herkauwers als niet-herkauwers worden gehouden. Dit betreft de structurele administratieve lasten, zoals de begeleiding van inspecteurs bij controles. Het tegen elkaar wegvallen van deze structurele administratieve lasten laat onverlet dat de introductie van de toestemming voor opslag van diervoeders met bloedproducten een eenmalige administratieve lastenverhoging tot gevolg heeft. Per bedrijf bestaan de lasten voor het aanvragen van een toestemming uit een tijdsbesteding van de toestemming van 6 minuten. Uitgaande van een uurtarief van € 30,36 betekent dit een eenmalige lastenverhoging van € 3,04 per bedrijf. Voor 2500 bedrijven bedragen de eenmalige administratieve lasten derhalve € 7600,–.

Thans is het toegestaan om diervoeders te vervaardigen voor niet-herkauwende dieren, waarin bloedproducten verwerkt zijn. Voor inrichtingen die deze diervoeders vervaardigen is een erkenning dan wel registratie vereist. Voertuigen die dergelijke voeders vervoeren dienen in het bezit te zijn van een door de minister goedgekeurde reinigingsprocedure. Per bedrijf zijn de eenmalige lasten voor de aanvraag van de erkenning of registratie, uitgaande van een uurtarief van € 30,36 en uitgaande van een tijdsbesteding van 6 minuten € 3,04 per bedrijf. Voor 65 bedrijven bedraagt de eenmalige administratieve lastenverhoging derhalve ongeveer € 197,–.

De structurele lasten zijn onder te verdelen in tijdsbesteding voor het bijhouden van gegevens en begeleiding van inspecteurs bij controles. Dit kost bedrijven jaarlijks 75 minuten. Uitgaande van een uurtarief van € 30,36 betekent dit dat de lasten per bedrijf € 38,– bedragen. Voor 65 bedrijven bedraagt de administratieve lastenverhoging derhalve € 2476,– in totaal.

In totaal levert de onderhavige wijzigingsregeling derhalve een eenmalige lastenverzwaring op van € 7797,–.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 193; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 7 december 2004, Stcrt. 240.

  • 2

    Regeling van 23 december 2002, Stcrt. 248; gewijzigd bij Regeling van 13 december 2004, Stcrt. 248.

Naar boven