Besluit Aanwijzing medewerkers BFT voor het Wid/Wet MOT toezicht

Het Bestuur van het Bureau Financieel Toezicht,

Gelet op artikel 8a, aanhef en lid 1, sub h en i èn lid 2, sub i en j van de Ministeriële Regeling van 3 september 2003, Stcrt. 2003, 174 (Uitvoeringsregeling Wet identificatie bij dienstverlening en Wet melding ongebruikelijke transacties;

Gelet op de artikelen 7 en 8 van de Wet identificatie bij dienstverlening (Wid);

Gelet op artikel 9 van de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT);

Gelet op artikel 1, onderdeel d en e van het Koninklijk besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing van instellingen en diensten in het kader van de Wid en de Wet MOT;

Besluit:

Artikel 1

a. Het Bestuur van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) belast de onder b. genoemde functionarissen met het toezicht op de naleving van artikel 7 en 8 Wid en artikel 9 Wet MOT.

b. Onder functionarissen wordt hier verstaan: de algemeen directeur, sectordirecteur Wid/MOT, de onderzoekers Wid/MOT toezicht (toezichthouders in de zin van de Algemene wet bestuursrecht), de beleidsmedewerkers, de informatieanalist(en) en de personen fungerend als waarnemer van de hiervoor genoemden, allen werkzaam bij het BFT.

Artikel 2

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Aanwijzing medewerkers BFT voor het Wid/Wet MOT toezicht.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2003.

Artikel 4

Dit Aanwijzingsbesluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Utrecht, 17 augustus 2005.
Bureau Financieel Toezicht,
L.R. van der Weij, bestuursvoorzitter.

Naar boven