Wijziging Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 augustus 2005, nr TRCJZ/2005/2442, houdende wijziging van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (opheffing verbod schelpdiervisserij buiten de 12-mijlszone en instelling weekendverbod garnalen)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel I

De Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Het is verboden te vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van schelpdieren in:

a. de gebieden, genoemd in bijlage 3,

b. de exclusieve 12-mijlszone, bedoeld in artikel 1 van de Regeling instelling 12-mijlszone,

c. het zeegebied, en

d. de kustwateren.

B

1. In artikel 11 worden onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het zesde tot en met het achtste lid, drie leden ingevoegd:

3. In afwijking van het eerste lid is het verboden om van vrijdag 12.00 uur tot de daaropvolgende zondag 24.00 uur te vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon crangon).

4. Het derde lid is niet van toepassing, indien het vissen wordt uitgevoerd als toeristische activiteit met een daarvoor geschikt vaartuig en de vangst niet op de markt wordt gebracht.

5. In afwijking van het derde lid is het in een aaneengesloten periode van 26 weken die aanvangt op de eerste zondag in oktober om 24.00 uur, toegestaan om buiten de Nederlandse wateren tijdens opeenvolgende tijdvakken van twee weken telkens acht etmalen te vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon crangon). Het eerste tijdvak begint op de eerste zondag in oktober om 24.00 uur en loopt twee weken later op zondag om 24.00 uur af.

2. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘zeegebieden’ vervangen door: zeegebied.

3. In het zevende lid (nieuw) wordt ‘het derde lid’ telkens vervangen door: het zesde lid.

4. Het achtste lid (nieuw) komt te luiden:

8. De vergunning, bedoeld in het zesde lid, wordt ingetrokken indien:

a. de vergunninghouder afstand van de vergunning heeft gedaan als bedoeld in het zevende lid, onderdeel a;

b. de visserijactiviteiten van een vissersvaartuig ten behoeve waarvan de vergunning is verleend definitief worden beëindigd als bedoeld in artikel 7 van verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PbEG L 337), en ten aanzien van de beëindiging door de minister of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verleend.

5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

9. De minister kan de vergunning, bedoeld in het zesde lid voor een periode van twee weken schorsen, indien naar het oordeel van de minister met het vissersvaartuig ten behoeve waarvan de vergunning is toegekend de visserij is uitgeoefend in strijd met het derde of vijfde lid. Indien binnen een jaar na afloop van de schorsing naar het oordeel van de minister nogmaals met het vaartuig in strijd met het derde of vijfde lid wordt gehandeld, kan de minister de vergunning voor een periode van vier weken schorsen.

C

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Niet naleven van beperkingen of voorschriften als bedoeld in het eerst lid wordt aangemerkt als handelen zonder ontheffing, vrijstelling of vergunning als bedoeld in de artikelen 11 en 12.

D

De bij deze regeling vastgestelde bijlage, wordt als bijlage 3 aan de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren toegevoegd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 september 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 augustus 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Bijlage 3 behorend bij artikel 4

Gebied 1 (het Friese Front)

Het gebied dat wordt begrensd door de lijn lopend door de volgende coördinaten:

D_1_D:

3° 38’ 8”

OL

55° 38’ 41”

NB

D_2_D:

4° 15’ 36”

OL

55° 21’ 54”

NB

D_3_GB:

2° 45’ 44,6”

OL

54° 22’ 38”

NB

D_4_GB:

2° 53’ 48,4”

OL

54° 37’ 15,4”

NB

D_5_GB:

3° 12’ 26,9”

OL

55° 22’ 51,7”

NB

Gebied 2 (de Doggersbank)

Het gebied dat wordt begrensd door de lijn lopend door de volgende coördinaten:

FF_1

5° 14’ 1,4”

OL

54° 13’ 23,9”

NB

FF_2

5° 13’ 37,6”

OL

53° 49’ 47,1”

NB

FF_3

4° 12’ 57,6”

OL

53° 24’ 59,3”

NB

FF_4

4° 12’ 53,9”

OL

53° 47’ 59,4”

NB

Gebied 3 (de Klaverbank)

Het gebied dat wordt begrensd door de lijn lopend door de volgende coördinaten:

KB_1

3° 18’ 57”

OL

54° 11’ 57,8”

NB

KB_2

3° 19’ 3,6”

OL

53° 49’ 47,1”

NB

KB_3_GB

2° 54’ 14”

OL

53° 50’ 11,2”

NB

KB_4_GB

2° 51’ 54,9”

OL

53° 57’ 45,3”

NB

KB_5_GB

2° 48’ 22,5”

OL

54° 12’ 5,2”

NB

Toelichting

1. Algemeen

Door middel van de onderhavige regeling wordt de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (hierna: de Beschikking) op drie punten gewijzigd. Allereerst wordt het verbod op de schelpdiervisserij buiten de 12-mijlszone opgeheven, met uitzondering van een drietal, buiten de 12-mijlszone gelegen gebieden. Daarnaast wordt met de onderhavige wijziging een verbod ingesteld op het vissen op garnalen in het weekeinde. Tot slot wordt een bepaling opgenomen die de intrekking van de garnalenvergunning regelt in geval van de definitieve beëindiging van de garnalenvisserij.

2. Opheffing verbod schelpdiervisserij buiten de 12-mijlszone

Op basis van de Beschikking zoals deze voorheen gold was het Nederlandse vissers verboden zonder vergunning de schelpdiervisserij uit te oefenen in de gehele visserijzone, derhalve ook buiten de 12-mijlszone. Het is buitenlandse vaartuigen uit andere EU-lidstaten evenwel wel toegestaan om buiten de 12-mijlszone de schelpdiervisserij onbelemmerd uit te oefenen. Op communautair niveau is er, mede gelet op de beperkte omvang dan de schelpdiervisserij buiten de 12-mijlszone, geen aanleiding tot nadere beheersmaatregelen.

Zoals ook meegedeeld in de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 27 mei 2005 (29 67 nr. 11), leidde de Beschikking, zoals deze voorheen gold, tot ongewenste ongelijkheid tussen Nederlandse vissers en vissers van andere EU-landen. Om deze reden is in genoemde brief aangekondigd dat het voor Nederlandse vissers geldende verbod om de schelpdiervisserij buiten de 12-mijlszone uit te oefenen wordt opgeheven. De onderhavige wijziging geeft uitvoering aan deze aankondiging.

Ten aanzien van een drietal, buiten de 12-mijlszone gelegen gebieden, blijft het verbod te vissen met vistuigen geschikt voor het vangen van schelpdieren evenwel gehandhaafd. Het betreft die gebieden (de Doggersbank, het Friese Front en de Klaverbank) die in de Nota Ruimte (TK 2003–2004, 29435, nr. 2) zijn aangemerkt als gebieden die vanwege hun bijzondere ecologische waarden in aanmerking komen voor bescherming. De formele aanwijzing van deze drie gebieden als speciale beschermingszone volgens de vogel- en habitatrichtlijn dan wel als Marine Protected Area volgens het OSPAR-verdrag in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 zal waarschijnlijk in 2008 zijn afgerond. Om te voorkomen dat er nieuwe ingrepen plaatsvinden, die een latere aanwijzing als beschermd gebied onmogelijk maken, geldt een interim-beschermingsregime totdat het afwegingskader van de Natuurbeschermingswet 1998 van kracht wordt.

In het Integraal Beheersplan Noordzee 2015 zijn verder de exacte begrenzingen van bovengenoemde gebieden bepaald en vastgelegd. Deze begrenzingen zijn overgenomen in bijlage 3 van de Beschikking.

3. Weekendverbod garnalenvisserij

Met de onderhavige wijziging van de Beschikking wordt voorts een verbod ingesteld op het vissen op garnalen in het weekeinde. In deze regeling wordt onder weekeinde verstaan de periode van vrijdag 12.00 uur tot de daaropvolgende zondag 24.00 uur. In die periode mogen de vissers buiten de haven geen vistuigen aan boord hebben die geschikt zijn voor het vangen van garnalen. Deze maatregel dient ter ondersteuning van de bescherming van de platvisbestanden in de Nederlandse wateren. Bij de garnalenvisserij is er namelijk veel bijvangst van jonge platvis. Een vermindering van de visserij-inspanning op garnalen betekent een vermindering van de hoeveelheid gevangen jonge platvis als bijvangst, wat bijdraagt aan herstel van met name het scholbestand. Deze maatregel dient ter versterking van de reeds bestaande beschermingsmaatregelen in de communautaire regelgeving, namelijk het gebruik van de sorteermachine en de zeeflap.

Het verbod geldt voor alle Nederlandse vissers, ook de vissers die buiten de Nederlandse wateren vissen. Aanleiding hiervoor is de voorzorgsaanpak die aan het gemeenschappelijk visserijbeleid ten grondslag ligt. Bij Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van de Europese Unie van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen is voor de Deense, Duitse en Nederlandse kust de zogenoemde scholbox ingesteld om de bestanden jonge schol te beschermen. De voorzorgsaanpak en de gemeenschapstrouw leiden er toe dat een nationaal noodzakelijk geachte maatregel ter bescherming van de jonge schol niet beperkt moet blijven tot de eigen wateren. Deze geldt ook voor de Nederlandse garnalenvissers die buiten de Nederlandse wateren vissen en in voorkomend geval in de scholbox. Een duurzame visserij is immers een van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Voor de houders van een garnalenvergunning die het vissen uitoefenen als toeristische activiteit is er een uitzondering gemaakt op het verbod op het vissen op garnalen in het weekeinde. De totale vangst bij deze activiteit is vaak niet meer dan 50 kilogram en wordt meegegeven aan de toeristen. De invloed op de platvisbestanden is derhalve zo beperkt, dat een uitzondering gerechtvaardigd is. Een schip is geschikt voor het uitoefenen van de visserij als toeristische activiteit indien voor het schip een certificaat van onderzoek voor de vaart met meerdere passagiers is afgegeven. De afgifte van dit certificaat wordt verzorgd door de Nederlandse Scheepvaartinspectie.

Ten behoeve van de vissers met een garnalenvergunning die buiten de Nederlandse wateren vissen, is een uitzondering gemaakt op het verbod op het vissen op garnalen in het weekeinde. In de periode van oktober tot en met maart geldt voor hen dat zij een beperkt aantal dagen mogen vissen op garnalen. In de winterperiode kan het namelijk voorkomen dat het weer op zee te ruw is om te vissen. Om te voorkomen dat vissers voor niets grote afstanden afleggen naar de viswateren, is het hen toegestaan de te vissen dagen flexibel in te delen binnen periodes van twee weken. De te vissen dagen kunnen dan ook in het weekeinde liggen. De totale inspanning van deze schepen neemt echter niet toe in verhouding tot de situatie met een verbod op het vissen op garnalen in het weekeinde.

Ten behoeve van de handhaving van deze voorschriften is in artikel 11, negende lid, aan de minister de bevoegdheid toegekend om de vergunning voor het gebruik van vistuig geschikt voor het vangen van garnalen te schorsen voor een periode van 2 weken. Een schorsing van 2 weken is een evenredige maatregel en is zwaar genoeg om de gevolgen van de overtreding te compenseren. In geval van herhaling van de overtreding zal de termijn van schorsing worden verhoogd naar vier weken.

De wijziging van artikel 13 stelt buiten twijfel dat het niet naleven van een voorschrift of beperking op grond van dat artikel, een overtreding is in de zin van de Wet op de economische delicten.

4. Definitieve beëindiging garnalenvisserij

In het achtste lid van artikel 11 wordt bepaald dat bij definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten van een vissersvaartuig de vergunning voor het gebruik van vistuig voor het vangen van garnalen wordt ingetrokken. Met deze structurele voorziening hoeft dit niet bij elke afzonderlijke saneringsronde in de desbetreffende nationale subsidieregeling te worden geregeld. De vergunning wordt bij sanering ingetrokken, omdat het ongewenst is dat een visser die een vergoeding heeft ontvangen voor het beëindigen van de visserijactiviteiten van een vaartuig nog winst kan maken door zijn vergunning te verkopen.

5. Administratieve lasten

Deze wijziging van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren leidt niet tot nieuwe of toegenomen informatieverplichtingen voor de visser richting de overheid. Er is dus geen sprake van een toename van de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1977, 255; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 29 december 2004 (Stcrt. 253).

Naar boven