Tijdelijke regeling conversie bromfietsen

Regeling houdende vaststelling van voorschriften voor de schouwing van reeds tot het verkeer toegelaten bromfietsen in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen (Tijdelijke regeling conversie bromfietsen)

9 augustus 2005

Nr. HDJZ/AWW/2005-1537

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel IV, zevende, negende en dertiende lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281) en de artikelen 62, vierde lid, 63, eerste en derde lid en 64, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Hoofdstuk 1

Schouwing

§ 1

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet: Wegenverkeerswet 1994;

b. erkenning: erkenning bedrijfsvoorraad als bedoeld in artikel 62 van de wet;

c. erkenninghouder: houder van een erkenning bedrijfsvoorraad als bedoeld in artikel 62 van de wet;

d. schouwing: onderzoek als bedoeld in artikel IV, tweede lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281);

e. schouwruimte: inrichting waarin een erkenninghouder de handelingen in het kader van de schouwing verricht;

f. schouwbevoegdheid: aan een erkenning verbonden bevoegdheid als bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel g, van het Kentekenreglement;

g. schouwbedrijf: erkenninghouder aan wie de schouwbevoegdheid is verleend;

h. bromfiets: motorrijtuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de wet;

i. steekproef: het heronderzoek als bedoeld in artikel IV, derde lid, van de van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281);

j. schouwformulier: het registratieformulier als bedoeld in artikel IV, tweede lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281).

§ 2

Schouweisen

Artikel 2

Een schouwbevoegdheid kan worden verleend indien wordt voldaan aan de in de artikelen 3 tot en met 5 gestelde eisen.

Artikel 3

De aanvrager van de schouwbevoegdheid is in het bezit van de erkenning en de daaraan verbonden bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel a, van het Kentekenreglement, of verkrijgt deze erkenning en de daaraan verbonden bevoegdheid uiterlijk gelijktijdig met de schouwbevoegdheid.

Artikel 4

Op het bedrijfsadres van de aanvrager van de schouwbevoegdheid:

a. kan de administratie van de schouwingen behoorlijk worden gevoerd;

b. is een afsluitbare voorziening aanwezig, waarin de afschriften van schouwformulieren en andere voor de schouwing relevante bescheiden kunnen worden opgeborgen;

c. is een door de Dienst Wegverkeer goedgekeurde voorziening aanwezig geschikt voor het gebruik van door de Dienst Wegverkeer goedgekeurde datacommunicatie, en

d. is een printer aanwezig die duidelijk leesbare printen, formaat A4, uitprint.

Artikel 5

Een schouwruimte voldoet aan de volgende eisen:

a. de schouwruimte is overdekt, behoorlijk af te sluiten, goed verlicht en voorzien van verwarming;

b. de schouwruimte heeft zodanige afmetingen en is zodanig ingericht dat ter schouwing aangeboden bromfietsen in deze ruimte zodanig kunnen worden opgesteld dat zij van alle zijden goed toegankelijk zijn;

c. de schouwruimte is voorzien van:

1°. een dubbel geïsoleerde veiligheidslamp dan wel een zaklantaarn al dan niet voorzien van een oplaadbare accu, die enerzijds een zodanige lichtsterkte heeft dat ook moeilijk bereikbare onderdelen van het voertuig voldoende helder kunnen worden verlicht om de inspectie van het voertuig mogelijk te maken, en die anderzijds zodanig is afgeschermd dat degene die de keuring uitvoert niet door het uitgestraalde licht wordt verblind,

2°. basisgereedschap voor de de- en montage van zichtbelemmerende onderdelen, te weten een set steek- en ringsleutels en een set schroevendraaiers.

§ 3

Schouwvoorschriften

Artikel 6

1. Een schouwbedrijf neemt in verband met de schouwing van bromfietsen het bij en krachtens de wet bepaalde in acht.

2. Een schouwbedrijf blijft voortdurend voldoen aan de eisen en voorschriften gesteld in deze regeling.

Artikel 7

Een schouwbedrijf draagt er zorg voor dat uitsluitend bromfietsen aan een schouwing worden onderworpen waarvan de volgende onderdelen duurzaam met elkaar zijn verbonden:

a. het frame dan wel de dragende constructie inclusief de bovenbouw;

b. het stuur en de complete stuurinrichting;

c. de wielen;

d. de motor, en

e. het zadel dan wel zitplaats aan de bestuurderszijde.

Artikel 8

Een schouwing wordt verricht in een schouwruimte die voldoet aan de in artikel 5 gestelde eisen.

Artikel 9

1. Tijdens de schouwing door het schouwbedrijf worden de volgende gegevens van de bromfiets vastgesteld:

a. het voertuigidentificatienummer;

b. de plaats van het voertuigidentificatienummer;

c. het merk;

d. het motornummer;

e. de handelsbenaming, en

f. het typegoedkeuringnummer.

2. De vastgestelde gegevens worden op de door de RDW vastgestelde wijze aan de RDW gemeld. Indien één of meer van de gegevens niet duidelijk of geheel niet kunnen worden vastgesteld, wordt dit gemeld aan de RDW.

3. Terstond nadat de RDW blijkens een transactienummer aan het schouwbedrijf heeft gemeld dat de melding als bedoeld in het tweede lid is ontvangen, vermeldt het bedrijf op de door de RDW vastgestelde wijze op het schouwformulier de aan de RDW gemelde gegevens, datum en tijdstip van de melding, de bedrijfsgegevens alsmede het door de RDW teruggemelde transactienummer en drukt het schouwbedrijf het schouwformulier af en ondertekent dit. Het schouwbedrijf draagt er zorg voor dat de op het schouwformulier vermelde gegevens goed leesbaar zijn.

4. Onverwijld nadat het schouwbedrijf de in de voorgaande leden opgenomen verplichtingen is nagekomen, wordt het schouwformulier aan de aanbieder van het voertuig afgegeven, tenzij het voertuig aan een steekproef wordt onderworpen.

5. Indien het voertuig aan een steekproef wordt onderworpen, deelt het schouwbedrijf dit aan de aanbieder van de bromfiets mede en houdt het schouwbedrijf het schouwformulier onder zich voor een periode van ten hoogste negentig minuten, vanaf het tijdstip van melding aan de RDW.

Artikel 10

1. Indien het voertuig blijkens de mededeling van de RDW aan een steekproef wordt onderworpen, gelden de volgende verplichtingen voor het schouwbedrijf:

a. in de staat van het voertuig dat aan een steekproef wordt onderworpen, worden gedurende negentig minuten na het tijdstip van afmelding geen wijzigingen aangebracht;

b. de aanbieder van de bromfiets die aan een steekproef wordt onderworpen wordt gewezen op diens plicht de bromfiets voor de uitvoering van de steekproef beschikbaar te houden;

c. voorafgaande aan de steekproef wordt het schouwformulier aan de daartoe aangewezen functionaris van de RDW overhandigd;

d. aan een steekproef wordt alle medewerking verleend en de terzake door de RDW gegeven aanwijzingen in acht genomen, waaronder in ieder geval wordt verstaan dat:

1°. gedurende de gehele steekproef een terzake kundig persoon namens het schouwbedrijf aanwezig is die feitelijke assistentie verleent bij het uitvoeren van de steekproef;

2°. de bromfiets ongeacht het tijdstip van aanvang van de steekproef in de schouwruimte aanwezig is;

3°. de schouwruimte en de daarin aanwezige voorzieningen en gereedschap alsmede de door de RDW goedgekeurde datacommunicatieapparatuur en de printer gedurende de steekproef beschikbaar worden gesteld.

2. Indien bij de steekproef wordt geconstateerd dat de op het schouwformulier vermelde gegevens niet overeenstemmen met de gegevens op het voertuig, het schouwformulier onjuist of onvolledig is ingevuld, of indien wordt geconstateerd dat de voorschriften met betrekking tot de schouwing of de steekproef niet in acht zijn genomen, wordt door de functionaris van de RDW een rapport opgemaakt dat door deze wordt ondertekend.

Artikel 11

1. Een schouwbedrijf geeft aan de aanvrager van het kentekenbewijs geen schouwformulier af waarvan de geldigheid is vervallen als bedoeld in artikel IV, vijfde lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281).

2. Een schouwbedrijf bewaart afschriften van de schouwformulieren van de door hem verrichte schouwingen in de voorziening, bedoeld in artikel 4, onderdeel b.

§ 4

Toezicht en sancties

Artikel 12

Artikel 11 van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad is van toepassing.

Hoofdstuk 2

Verschijning bij aanvraag kentekenbewijs

Artikel 13

De aanvrager van een kentekenbewijs als bedoeld in artikel IV, eerste lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281) verschijnt, overeenkomstig het bepaalde in artikel IV, zevende lid van die wet, persoonlijk bij:

a. een daartoe aangewezen vestiging van de Dienst Wegverkeer, of

b. een daartoe aangewezen postvestiging van Postkantoren BV.

Hoofdstuk 3

Legitimatievoorschriften

Artikel 14

Op de aanvraag van een kentekenbewijs als bedoeld in artikel IV, eerste lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281), zijn de hoofdstukken 1, 2, en 5a, met uitzondering van artikel twee, derde lid, van de Regeling legitimatievoorschriften kentekenbewijzen en kentekenplaten van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4

Voertuigidentificatienummer

Artikel 15

De Dienst Wegverkeer gaat over tot inslag of herinslag van het voertuigidentificatienummer als bedoeld in artikel artikel IV, negende lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281), indien:

a. het naar het oordeel van deze dienst aannemelijk is dat het voertuig van fabriekswege geen voertuigidentificatienummer heeft, of

b. deze dienst aan de hand van de deze dienst ter beschikking staande aanvullende gegevens het van fabriekswege ingeslagen voertuigidentificatienummer heeft vastgesteld.

Hoofdstuk 5

Slotbepalingen

Artikel 16

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281) in werking treedt en vervalt op het tijdstip waarop dat artikel vervalt.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling conversie bromfietsen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Deze regeling houdt verband met de invoering van de kentekenregistratie voor bromfietsen. De kentekenregistratie voor bromfietsen houdt in dat de – technische – gegevens omtrent bromfietsen en de (tenaamstellings)gegevens van de eigenaren of houders van bromfietsen worden opgenomen in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW). In dat kader krijgen bromfietsen een kenteken en wordt aan de eigenaren/houders een kentekenbewijs afgegeven. Tot nu toe behoorden bromfietsen tot de categorie voertuigen die van de kentekenplicht waren vrijgesteld. Door deze voertuigen nu onder het kentekenregime te brengen, wordt het systeem zoals dat nu van toepassing is op andere gekentekende voertuigen in beginsel ook op bromfietsen van toepassing. Teneinde dit – op het niveau van de formele wet – te realiseren is de Wegenverkeerswet 1994 aangepast (Stb. 2005, 281). Voor een nadere toelichting in dit verband wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij evenbedoelde wetswijziging.

In artikel IV van de bovengenoemde wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 zijn voorschriften opgenomen voor de kentekening van bromfietsen die op het moment van inwerkingtreding van de wet reeds in het verkeer zijn gebracht. Het tweede lid van dit artikel bevat de verplichting voor de aanvrager van een kentekenbewijs om met het voertuig naar een schouwbedrijf te gaan om de zogenoemde ‘schouwing’ te laten verrichten. De rol van het schouwbedrijf houdt met name in dat een aantal voertuiggegevens die op het voertuig aanwezig zijn, worden vastgesteld en doorgegeven aan de RDW. Tevens worden deze gegevens op een registratieformulier vermeld.

Om de deskundigheid en de integriteit van het bedrijf dat de schouwing verricht te garanderen, zijn in de onderhavige regeling eisen opgenomen waaraan een bedrijf moet voldoen om de bevoegdheid te krijgen schouwingen te verrichten en zijn voorschriften opgenomen waaraan een schouwbedrijf bij voortduring moet blijven voldoen. De bevoegdheid om schouwingen te verrichten is één van de bevoegdheden die op grond van artikel 46 van het Kentekenreglement kunnen worden verbonden aan de erkenning bedrijfsvoorraad. Het hebben van deze erkenning is dan ook een van de voornaamste eisen om in aanmerking te komen voor de bevoegdheid schouwingen te verrichten. De aanvraag van de bevoegdheid en het toezicht op de uitoefening van de bevoegdheid geschiedt op dezelfde wijze als bij de andere bevoegdheden die kunnen worden verbonden aan de erkenning bedrijfsvoorraad.

Behalve voorschriften voor de schouwing van bromfietsen wordt in de onderhavige regeling, op grond van artikel IV, zevende lid, van het bovengenoemde wetsvoorstel bepaald bij welke instantie de aanvrager van een kentekenbewijs voor een bromfiets moet verschijnen en welke legitimatievoorschriften hierbij mogen worden overlegd. Daarnaast wordt op grond van artikel IV, negende lid, geregeld dat het voertuigidentificatienummer kan worden (her)ingeslagen door de RDW indien dit onduidelijk of onvolledig is, of in zijn geheel ontbreekt.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven