Tijdelijke Warenwetregeling overgangsbepaling voedingssupplementen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 augustus 2005, nr. VGP/VL 2607707, houdende de vaststelling van een overgangsbepaling voor voedingssupplementen (Tijdelijke Warenwetregeling overgangsbepaling voedingssupplementen)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PbEG L 183), alsmede op artikel 15, eerste lid, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

Artikel 1, derde lid, van het Warenwetbesluit voedingssupplementen blijft buiten toepassing.

Artikel 2

In afwijking van artikel 3, eerste lid, van het Warenwetbesluit voedingssupplementen is het gebruik van niet krachtens dat eerste lid aangewezen microvoedingsstoffen toegestaan, voor zover:

a. de desbetreffende microvoedingsstof reeds werd gebruikt in een voedingssupplement dat uiterlijk 12 juli 2002 in Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie rechtmatig in het verkeer was gebracht; en

b. de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid geen ongunstig advies heeft verleend met betrekking tot het gebruik, al dan niet in een bepaalde vorm, van de desbetreffende microvoedingsstof, op basis van een dossier ter ondersteuning van het gebruik van de betrokken stof dat uiterlijk op 12 juli 2005 door Onze Minister of een lidstaat van de Europese Unie is ingediend bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke Warenwetregeling overgangsbepaling voedingssupplementen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Op 12 juli 2002 is gepubliceerd richtlijn nr. 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PbEG L 183), verder te noemen: richtlijn 2002/46/EG. De ter uitvoering van richtlijn 2002/46/EG vereiste voorschriften zijn vastgesteld bij het Warenwetbesluit voedingssupplementen en de Warenwetregeling voedingssupplementen.

Artikel 4, zesde lid, van richtlijn 2002/46/EG, biedt de lidstaten de mogelijkheid onder voorwaarden op hun grondgebied het gebruik toe te staan van vóór 12 juli 2002 in de Europese Unie in de handel gebrachte voedingssupplementen met vitaminen en mineralen die niet zijn opgenomen in bijlage I van de richtlijn, of die een vorm hebben die niet is opgenomen in bijlage II van de richtlijn. Voedingssupplementen met deze vitaminen of mineralen (verder te noemen: vóór 12 juli 2002 in de handel gebrachte voedingssupplementen) dienen echter wel te voldoen aan de overige eisen van richtlijn 2002/46/EG, onder andere inzake de etikettering.

Ter uitvoering van artikel 4, zesde lid, van richtlijn 2002/46/EG, is in artikel 1, derde lid, van het Warenwetbesluit voedingssupplementen (verder: het besluit) bepaald dat het besluit onder bovenbedoelde voorwaarden niet van toepassing is op vóór 12 juli 2002 in de handel gebrachte voedingssupplementen. Deze bepaling in het besluit gaat evenwel verder dan toegelaten bij artikel 4, zesde lid, van richtlijn 2002/46/EG, aangezien als gevolg daarvan de etiketteringsvoorschriften van richtlijn 2002/46/EG (§ 3 van het besluit) niet van toepassing zouden zijn op deze vóór 12 juli 2002 in de handel gebrachte voedingssupplementen. Dat laatste zou in strijd kunnen komen met richtlijn 2002/46/EG.

Deze tekortkoming van het besluit dient op zo kort mogelijke termijn hersteld te worden. Aangezien daarmee niet gewacht kan worden op de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het besluit, worden de ter zake vereiste regels tijdelijk bij deze spoedregeling vastgesteld krachtens artikel 15, eerste lid, van de Warenwet. Deze spoedregeling vervalt bij de inwerkingtreding van de ter zake vereiste wijziging van het besluit.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven