Wijziging Regeling agressieve dieren
Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 3 augustus 2005, nr. TRCJZ/2005/2352, houdende wijziging van de Regeling agressieve dieren in verband met het uitzonderen van honden met een FCI erkende stamboom, van de regeling
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 73 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet;
Besluit:
Artikel I
Artikel 3 van de Regeling agressieve dieren1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot het eerste en tweede lid.
3. In het eerste lid (nieuw) vervalt het zinsdeel ‘voorts’.
4. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:
2. Het verbod om een dier in Nederland te brengen, bedoeld om artikel 73, eerste lid, van de wet is niet van toepassing indien voldaan is aan de onderdelen a en b van het vorige lid.
5. Er wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Onverminderd het eerste en het tweede lid, is artikel 73, eerste en tweede lid van de wet alleen niet van toepassing indien de houder beschikt over een stamboom van het dier en deze stamboom is erkend door een bij de Fédération Cynologique Internationale aangesloten organisatie.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 3 augustus 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit a.i., J.P. Balkenende.
Toelichting
Met deze regeling wordt artikel 3 van de Regeling agressieve dieren gewijzigd. Aanleiding voor de wijziging is een uitspraak in een zaak van het Hof Arnhem van 11 maart 2005. Het Hof stelt in deze zaak vast dat verdachte een hond voorhanden heeft van het Pitbullterriërtype, zoals aangewezen op grond van de Regeling agressieve dieren. Wel behoren de vermoedelijke moederhond en de ouderhonden van de vaderhond tot het ras American staffordshire terriër. Het Hof concludeert op basis hiervan dat kan worden aangenomen dat verdachtes hond tevens tot dit ras behoort en derhalve naar redelijke wetsuitleg niet onder de Regeling agressieve dieren behoort te vallen. Het dier heeft echter geen stamboom of chip van de Raad van Beheer op Kynologisch gebied, waaruit de raszuiverheid zou kunnen worden opgemaakt.
De redenering van het Hof leidt ertoe dat voor de handhaving van de Regeling agressieve dieren behalve naar de kenmerken van de hond ook steeds gekeken zal moeten worden naar de afkomst van de hond, waaruit de raszuiverheid kan blijken. In veel gevallen is bij honden zonder erkende stamboom echter niet met zekerheid vast te stellen wat de afkomst van de hond is. Wanneer de handhaving van de Regeling agressieve dieren afhankelijk wordt gemaakt van de vermoedelijke afkomst van de hond bestaat er dan ook een groot risico dat kruisingen die in belangrijke mate voldoen aan de kenmerken van een Pitbullterriër buiten de regeling komen te vallen. Dit is niet wenselijk. Bij honden waarvan de raszuiverheid niet met zekerheid is vastgesteld, kan immers niet worden uitgesloten dat zij zijn voortgekomen uit een lijn die is gefokt op agressie. Gezien het onvoorspelbare karakter van de Pitbullterriër kan voorts niet worden uitgesloten dat een hond die voorheen nooit agressief gedrag heeft vertoond, dit in de toekomst wel zal doen.
Met onderhavige wijziging van de Regeling agressieve dieren, wordt bepaald dat alleen honden met een stamboom, welke is erkend door een bij de Fédération Cynologique Internationale aangesloten organisatie of honden die voldoen aan één van de overige ontheffingen van artikel 3 van de regeling, zijn uitgezonderd van het verbod van artikel 73, eerste en tweede lid, GWWD. Door het invoegen van deze beperking worden alleen honden met een erkende stamboom als rashonden beschouwd. Een stamboom welke is erkend door een buitenlandse organisatie die is aangesloten bij de Fédération Cynologique Internationale moet hierbij ook beschouwd worden als bewijs van raszuiverheid. Het risico dat kruisingen buiten de Regeling agressieve dieren komen te vallen wordt hiermee aanzienlijk verkleind.
Los van het invoegen van het ‘stamboomcriterium’ wordt met deze wijziging het eerste lid van artikel 3 geschrapt, omdat dit lid is uitgewerkt. Het oude tweede en derde lid worden hiertoe vernummerd en aangepast.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit a.i.,
J.P. Balkenende