De ledenraad van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders
(KBvG),
Overwegende,
dat de Ledenraad van de KBvG het wenselijk en noodzakelijk acht om aan
het bestuur van de KBvG de bevoegdheid toe te kennen tot het geven van nadere
regels betreffende de in de Administratieverordening gerechtsdeurwaarders
en de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders behandelde
onderwerpen;
dat de door het bestuur van de KBvG te geven nadere regels slechts verbindend
kunnen zijn voor de leden van de KBvG en haar organen;
Gelet op artikel 80, vijfde lid, Gerechtsdeurwaarderswet;
Gezien het ontwerp van het bestuur en de bijbehorende toelichting;
Gehoord te hebben het advies van de Algemene Ledenvergadering van de KBvG;
Stelt de navolgende verordening vast:
Artikel I
De Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders wordt als
volgt gewijzigd:
Artikel 15 komt te luiden:
1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beroeps- en gedragsregels
gerechtsdeurwaarders.
2. Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders
(KBvG) is bevoegd tot het geven van nadere regels betreffende de in deze verordening
behandelde onderwerpen.
3. De nadere regels als bedoeld in het tweede lid zijn slechts verbindend
voor de leden en de organen van de KBvG en treden in werking met ingang van
de eerste dag van de tweede maand na de dag van bekendmaking of zoveel eerder
als zij zelf bepaalt, met dien verstande dat tussen de dag van de bekendmaking
en die van de inwerkingtreding ten minste een termijn van één
maand ligt.
4. De nadere regels als bedoeld in het tweede lid kunnen bij besluit van
de Ledenraad worden vernietigd tot het moment waarop deze in werking zijn
getreden.
Artikel II
De Administratieverordening gerechtsdeurwaarders wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11 komt te luiden:
1. Deze verordening wordt aangehaald als: Administratieverordening gerechtsdeurwaarders.
2. Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders
(KBvG) is bevoegd tot het geven van nadere regels betreffende de in deze verordening
behandelde onderwerpen.
3. De nadere regels als bedoeld in het tweede lid zijn slechts verbindend
voor de leden en de organen van de KBvG en treden in werking met ingang van
de eerste dag van de tweede maand na de dag van bekendmaking of zoveel eerder
als zij zelf bepaalt, met dien verstande dat tussen de dag van de bekendmaking
en die van de inwerkingtreding ten minste een termijn van één
maand ligt.
4. De nadere regels als bedoeld in het tweede lid kunnen bij besluit van
de Ledenraad worden vernietigd tot het moment waarop deze in werking zijn
getreden.
Artikel III
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de
tweede maand na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt
geplaatst.
Artikel IV
Deze verordening wordt aangehaald als: Reparatieverordening I KBvG.