Tijdelijke subsidieregeling LSA

18 januari 2005

Nr. 2004-0000049238

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van de Wet overige BiZa-subsidies en artikel 34 van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;

Besluit:

§ 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

b. het LSA: het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken;

c. het Activiteitenplan: door de minister te subsidiëren programma van activiteiten voor een bepaald boekjaar, waarin de aard, de doelstelling en de doelgroep van de activiteiten worden beschreven;

d. het Jaarverslag: het door het LSA op te stellen overzicht van het verloop van de verrichte activiteiten.

Artikel 2

a. De minister verstrekt overeenkomstig deze regeling het LSA een subsidie ten behoeve van het uitvoeren van het door het LSA opgestelde en door de minister goedgekeurde Activiteitenplan.

b. Geen subsidie wordt verstrekt voorzover voor een activiteit, verricht op grond van het Activiteitenplan reeds een subsidie door een ander bestuursorgaan is verstrekt dan wel andere inkomsten van derden zijn verkregen, tenzij in de financiële verantwoording duidelijk is opgenomen welk aandeel elk der financierende partijen hebben betaald.

Artikel 3

a. De in artikel 2 bedoelde subsidie bedraagt ten hoogste € 229.770,00 per boekjaar.

b. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt elk jaar verhoogd met een compensatie voor de arbeidskostenontwikkeling, overeenkomstig de loonbijstellingsbrieven van het Ministerie van Financiën.

§ 2

De subsidieverlening en vaststelling

Artikel 4

1. Het LSA dient de aanvraag tot subsidieverlening voor het volgende jaar uiterlijk in op 1 november voorafgaand aan het boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft.

2. De aanvraag gaat vergezeld van:

a. een aanduiding van het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd;

b. het Activiteitenplan;

c. een raming van de personele, organisatorische en overige kosten alsmede een raming van de baten, en

d. een opgave van de aangevraagde of verkregen subsidies of andere inkomsten als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Artikel 5

1. De minister beoordeelt voor 1 januari de subsidieaanvraag, mede aan de hand van de in artikel 4, tweede lid, genoemde gegevens.

2. Naast de gronden, genoemd in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, kan de minister de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk weigeren indien de beoordeling van het Activiteitenplan leidt tot de bevinding dat het niet in overeenstemming is met de vereisten van deze regeling of de beleidsdoelstellingen als bedoeld in de Memorie van Toelichting bij hoofdstuk VII van de rijksbegroting.

Artikel 6

1. De minister verleent voorschotten per boekjaar.

2. Het totaal van het voorschot in een boekjaar bedraagt 80 procent van het te verlenen subsidiebedrag.

3. Het voorschot wordt aan het begin van het betreffende boekjaar verstrekt.

4. Het restant van het voorschot tot een maximum van 20% van het subsidiebedrag wordt verstrekt na afloop van het betreffende boekjaar en na positieve beoordeling van het Jaarverslag en ontvangst van een goedkeurende accountantsverklaring.

5. De minister kan een voorschot een maand eerder of later verlenen, nadat het LSA hiervan in kennis is gesteld.

Artikel 7

1. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk 1 april van het jaar na het boekjaar ingediend bij de minister.

2. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:

a. een schriftelijke verantwoording omtrent het verloop, de uitvoering en de resultaten van de activiteiten ingevolge het desbetreffende Activiteitenplan, afgezet tegen de realisatie van de geraamde kosten en baten ingevolge artikel 4, tweede lid, onder c;

b. de op het boekjaar betrekking hebbende jaarrekening, bedoeld in artikel 361, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek;

c. het op het boekjaar betrekking hebbende jaarverslag, bedoeld in artikel 391, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek, en

d. de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 4:78, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

3. De subsidievaststelling geschiedt uiterlijk op 1 juli van het jaar waarin de aanvraag als bedoeld in het eerste lid is gedaan.

§ 3

De verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 8

1. De uitvoering van het Activiteitenplan vindt plaats binnen het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

2. Indien het LSA een wijziging aanbrengt in de doelstelling, looptijd of financiering van het Activiteitenplan dan wel afziet van de in het activiteitenplan vermelde activiteiten, deelt het LSA dit onverwijld schriftelijk mede aan de minister.

Artikel 9

Het LSA verschaft de minister op diens verzoek te allen tijde inlichtingen omtrent de voortgang en de resultaten van de activiteiten ingevolge het Activiteitenplan.

Artikel 10

1. Voor de activiteiten van het LSA die op basis van het Activiteitenplan worden verricht en voor de overige activiteiten van het LSA die gefinancierd worden door derden wordt een gescheiden administratie gevoerd.

2. Het LSA doet onverwijld schriftelijk mededeling aan de minister van alle omstandigheden die van substantiële invloed kunnen zijn op de subsidie en de rechtmatige en doelmatige besteding daarvan.

§ 4

Overige en slotbepalingen

Artikel 11

1. Het LSA mag een risicoreserve vormen.

2. De omvang van de risicoreserve bedraagt ten hoogste 20 procent van de verleende subsidie per boekjaar.

Artikel 12

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

2. De regeling vervalt op 1 januari 2010, met uitzondering van de artikelen 7 en 9 die op 1 januari 2011 vervallen.

Artikel 13

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling LSA.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Th.C. de Graaf.

Toelichting

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2005 komt de verantwoordelijkheid voor de subsidiëring van het beleidssecretariaat en de personele ondersteuning van het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te liggen. Met ingang van dat jaar draagt het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport daartoe de subsidieverantwoordelijkheid structureel over van zijn begroting naar die van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Aanleiding

Het Ministerie van VWS heeft aangegeven dat de subsidierelatie met het LSA niet meer past bij het in de nota Kennis, Innovatie en Meedoen neergelegde beleid.

Deze subsidierelatie past beter bij het beleid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties onderschrijft deze visie. De activiteiten van het LSA richten zich immers op het bevorderen van bewonersparticipatie in de aandachtswijken in de grote steden. Vanuit deze gedachte onderhield het Ministerie van BZK reeds een subsidierelatie met het LSA. Deze subsidie was bedoeld voor de uitvoering van participatie activiteiten in de grote steden. De VWS subsidie was bedoeld voor de daarmee gemoeide personele kosten.

Met de inwerkingtreding van deze regeling bestaat er met ingang van 1 januari 2005 één nieuwe subsidiestroom naar het LSA. De subsidie is bedoeld voor de uitvoering van de activiteiten en de daaraan verbonden personele en organisatiekosten.

Waarvoor is de subsidie bedoeld?

De subsidie is bedoeld voor het uitvoeren van activiteiten die bewonersparticipatie in de grote steden bevorderen en voor de daarmee gepaard gaande personele en organisatiekosten.

De activiteiten die het LSA voor het ministerie gaat verrichten bestaan uit:

– het voeren van het beleidssecretariaat en de ondersteuning van het LSA;

– organisatorische en inhoudelijke ondersteuning van de organisatie en het netwerk van het LSA;

– uitvoeren van activiteiten gericht op uitwisseling van kennis en ervaring tussen bewoners van de grote steden;

– specifieke stimuleringsinzetten: bijdragen aan de ontwikkeling, stimulering en overdracht van experimenten en projecten zoals het adoptieprogramma, het jongerenpanel en de ABCD-methode;

– overdracht van, voor bewoners relevante, informatie over stedelijk beleid en ontwikkelingen daarbinnen middels de eigen periodiek en website.

Aansturing van het LSA

Het LSA voert jaarlijks na 1 april een overleg met het Ministerie van BZK, vertegenwoordigd door de directeur Grotestedenbeleid en Interbestuurlijke Betrekkingen, over het Activiteitenplan voor het lopende boekjaar en de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 7.

Dit overleg heeft het karakter van een werkoverleg dat zowel terugblikt op het afgelopen jaar en dat ingaat op de voorgenomen activiteiten voor het lopende boekjaar.

Bij dit overleg kunnen derden worden betrokken zoals vertegenwoordigers van de G26; dat zijn 26 bij het grotestedenbeleid betrokken steden die een subsidierelatie met het LSA onderhouden. Dit werkoverleg laat onverlet het bepaalde in artikel 10, tweedelid.

Looptijd van de subsidieregeling

De subsidie loopt tot en met 31 december 2009.

Artikelsgewijs

Artikel 4

In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 4 zal in verband met de totstandkoming van onderhavige regeling en met het oog op het overgangsjaar 2005, het LSA niet voor 1 november 2004 een aanvraag tot subsidieverlening voor 2005 indienen. Het concept-Activiteitenplan 2005 dat in december 2004 wordt ingediend, zal als aanvraag tot subsidieverlening worden beschouwd.

Artikel 7, tweede lid en artikel 10, eerste lid

De activiteiten van het LSA welke zich richten op het bevorderen van bewonersparticipatie in de aandachtswijken van de grote steden kunnen behalve in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook in opdracht van andere bestuursorganen en derden worden verricht. De inkomsten die het LSA daarmee verkrijgt worden zorgvuldig bijgehouden en worden ook opgenomen in de informatie behorende bij de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 7, tweede lid.

Naar boven