Instellingsregeling WBI

Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 juni 2005, nr. 2350225/01 tot instelling van de Werkgroep Bijzondere Informatiebeveiliging (Instellingsregeling WBI)

De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1

Verklaring van gebruikte begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. bijzondere informatie: staatsgeheimen en overige bijzondere informatie waarvan kennisname door niet-gerechtigden nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen van de staat, van zijn bondgenoten of van één of meer ministeries;

b. bijzondere informatiebeveiliging: beschermen van bijzondere informatie tegen kennisname door niet-gerechtigden;

c. Cryptofaciliteit: eenheid die tot taak heeft het leveren van bijdragen aan het realiseren van systemen en (cryptografische) producten voor de beveiliging van bijzondere informatie van de rijksoverheid;

d. CVIN: Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland;

e. NBV: Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging;

f. rubricering: aanduiding waarmee wordt aangegeven dat een gegeven bijzondere informatie is en welke mate van beveiliging aan die informatie moet worden gegeven;

g. WBI: Werkgroep Bijzondere informatie beveiliging, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2

Werkgroep Bijzondere Informatiebeveiliging

1. Er is een Werkgroep Bijzondere Informatiebeveiliging (WBI).

2. Een ministerie wendt zich met betrekking tot de bijzondere informatiebeveiliging voor advies tot de WBI.

3. De WBI ontvangt aanwijzingen van het CVIN.

Artikel 3

Taken WBI

De WBI heeft tot taak:

1. het adviseren, door tussenkomst van het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, van het CVIN ten aanzien van het beleid van de overheid inzake de bijzondere informatiebeveiliging en de samenhang in het beleid inzake de bijzondere informatiebeveiliging en maatregelen ter zake;

2. het uitvoering geven aan het vastgestelde overheidsbeleid teneinde een consistent niveau van de bijzondere informatiebeveiliging te garanderen, door het adviseren aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het verlenen van goedkeuring – na evaluatieonderzoek – voor het gebruik van technische informatiebeveiligingssystemen of componenten daarvan ten behoeve van de beveiliging van bijzondere informatie;

3. het adviseren van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten aanzien van het aanpassen van de matrix met exclusiviteitseisen, zoals opgenomen in het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie;

4. het adviseren van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten aanzien van het door Nederland te voeren beleid op het gebied van de bijzondere informatiebeveiliging in internationaal verband;

5. het adviseren van het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst ten aanzien van de beschikbaarstelling aan derden van nationaal ontwikkelde technische informatiebeveiligingssystemen of componenten daarvan, die zijn goedgekeurd of na evaluatie zullen worden goedgekeurd voor de beveiliging van bijzondere informatie;

6. het adviseren inzake het vaststellen van het jaarlijkse programma en bestedingsplan van de Cryptofaciliteit.

Artikel 4

Samenstelling en werkwijze

1. De WBI bestaat uit een vertegenwoordiger van:

– de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst:

– het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal

– Veiligheid:

– het ministerie van Buitenlandse Zaken;

– het ministerie van Defensie;

– het ministerie van Justitie.

2. De vertegenwoordiger van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst is tevens voorzitter van de WBI.

3. De WBI kent de volgende agendaleden:

– het ministerie van Algemene Zaken;

– de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

4. Het hoofd NBV en het hoofd Cryptofaciliteit zijn vaste adviseurs van de WBI.

5. Het secretariaat van de WBI is belegd bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

6. De WBI kent vaste vertegenwoordigers. De vaste vertegenwoordigers kunnen zich, indien daar aanleiding toe is, laten vervangen of zich laten ondersteunen door specialisten van het eigen ministerie ter zake.

7. De WBI kan zich in haar vergaderingen laten adviseren door externe deskundigen..

8. De WBI is bevoegd om ter voorbereiding of uitvoering van haar taak, commissies en werkgroepen in te stellen en projecten uit te (laten) voeren.

9. Als een ministerie dat niet in de WBI is vertegenwoordigd betrokken is bij een door de WBI te behandelen vraagstuk, dan zal dat ministerie worden uitgenodigd om een vertegenwoordiger aan de beraadslagingen van de WBI over dat vraagstuk te laten deelnemen.

10. De WBI vergadert in ieder geval vier keer per kalenderjaar en daarnaast telkens op verzoek van een of meerdere leden.

Artikel 5

Advisering

1. Er wordt gestreefd naar unanimiteit bij de advisering. Indien er geen unanimiteit wordt bereikt worden adviezen van de WBI vastgesteld overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de werkgroep.

2. Op verzoek van vertegenwoordiger(s) die ter vergadering een standpunt hebben ingenomen dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid van de werkgroep, wordt het standpunt bij het advies vermeld.

Artikel 6

Veiligheidsonderzoek

1. De vertegenwoordigers van de ministeries die lid of agendalid zijn van de WBI en adviseurs van de WBI moeten zijn gemachtigd om kennis te nemen van stukken voorzien van de hoogste rubricering en relevante merkingen.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op:

a. de in artikel 4, zesde lid, bedoelde vervangers van de vaste vertegenwoordigers;

b. de in artikel 4, zesde lid, bedoelde specialisten;

c. de in artikel 4, zevende lid, bedoelde deskundigen;

d. de in artikel 4, negende lid, bedoelde vertegenwoordigers.

Artikel 7

Evaluatie

1. De WBI evalueert haar functioneren vóór 1 mei 2009. Zij brengt het verslag van de evaluatie ter kennis van het CVIN.

2. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie, bedoeld in het eerste lid, besluit de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, nadat het CVIN hierover aan hem advies heeft uitgebracht, tot voortzetting of opheffing van de WBI.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling WBI.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Toelichting

Algemeen

De beveiliging van informatie binnen de openbare sector is van belang voor het goed functioneren van de overheid. In het beleid gericht op beveiliging van informatie is een onderscheid gemaakt tussen algemene informatiebeveiliging en bijzondere informatiebeveiliging. Met de instelling van de interdepartementale commissie Bijzondere Informatie Beveiligingsberaad (BIB-beraad) per 1 juni 1998 door de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken en van Defensie was voor de duur van vier jaar voorzien in een gremium voor interdepartementale afstemming voor bijzondere informatiebeveiliging. Vervolgens is besloten om de interdepartementale afstemming op het gebied van bijzondere informatiebeveiliging te beleggen in de Werkgroep Bijzondere Informatiebeveiliging (WBI). In dat licht geldt de WBI als de rechtsopvolger van het BIB-beraad, zoals dit ook in artikel 12, tweede lid, van het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie (VIR-BI) is opgenomen.

Op 1 januari 2001 is het Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging (NBV) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken overgegaan naar de Binnenlandse Veiligheidsdienst. De aansturende taak van het BIB-beraad aangaande het NBV is daarmee komen te vervallen.

In 2002 heeft de Ministerraad besloten tot de inrichting van een cryptofaciliteit. De cryptofaciliteit stimuleert, coördineert en levert bijdragen aan het realiseren van systemen en (cryptografische) producten of onderdelen daarvan voor de beveiliging van bijzondere informatie van de rijksoverheid. De Cryptofaciliteit is ondergebracht bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. De huidige vaste leden van de WBI – de ministeries van Defensie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Buitenlandse zaken – zijn tevens de departementen die bijdragen aan de Cryptofaciliteit, en daarmee ook de departementen die, op basis van een jaarlijks vast te stellen projectenprogramma, de Cryptofaciliteit sturen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Voor de verklaring van gebruikte begrippen is aangesloten bij het VIR-BI.

Artikel 2, tweede lid

Het beleid voor bijzondere informatiebeveiliging dat door of op basis van adviezen van de WBI is ontwikkeld, zal voor alle ministeries gelden. In voorkomende gevallen kunnen ministeries die niet in de WBI zijn vertegenwoordigd zich in eerste instantie voor advies met betrekking tot de uitvoering van het beleid wenden tot de diensten die een beveiligingsbevorderende taak voor de rijksoverheid hebben.

Artikel 3

De taken van de WBI zijn gericht op de beveiliging van bijzondere informatie. Bij de vormgeving en inzet van middelen ten behoeve van de beveiliging van bijzondere informatie dient de WBI. rekening te houden met belangen van inlichtingen-, veiligheids- en opsporingsdiensten. De belangen van deze diensten zijn in beginsel onderwerp van overleg in het CVIN.

Artikel 3, onderdeel 1

Het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) informeert het CVIN jaarlijks over de activiteiten van de WBI.

Artikel 3, onderdeel 2

Goedkeuring van technische informatiebeveiligingssystemen of componenten ten behoeve van de openbare sector zal geschieden op basis van een daartoe strekkend advies van de AIVD. Op basis van deze beoordeling beslist hoofd AIVD – namens de minister van BZK – over goedkeuring.

Artikel 3, onderdeel 3

Conform artikel 12, tweede lid, VIR-BI bepaalt dit onderdeel dat de WBI, als rechtsopvolger van het BIB-beraad, de minister van BZK adviseert over aanpassing van de matrix exclusiviteitseisen. Namens de minister van BZK verleent het hoofd van de AIVD toestemming voor gebruik van de betreffende systemen of componenten.

Artikel 3, onderdeel 4

De WBI adviseert over het door Nederland te voeren beleid op het gebied van bijzondere informatiebeveiliging in internationaal verband op hoofdlijnen. De AIVD vertegenwoordigt de WBI inzake deze adviestaak in uitvoerende zin.

Artikel 3, onderdeel 5

In dit onderdeel is vastgelegd dat bij beschikbaarstelling van bepaalde beveiligingssystemen of componenten daarvan aan derden – zijnde niet-rijksoverheid – advies wordt gevraagd aan de WBI.

Artikel 4, zesde lid

Dit lid bepaalt dat de WBI zich in haar vergaderingen kan laten adviseren door deskundigen ter zake die geen van de betrokken departementen vertegenwoordigen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven