Aanpassing aanvraag opneming buitenlandse kinderopvang in centraal register buitenlandse kinderopvang

Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juli 2005, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/A&Z/2005/53005, tot aanpassing aanvraag opneming van buitenlandse kinderopvang in het centraal register buitenlandse kinderopvang

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 48 van de Wet kinderopvang;

Besluit:

Artikel 1

Inhoud maatregel

1. Aanvragen van ouders tot opneming van buitenlandse kinderopvang in het centraal register buitenlandse kinderopvang die ingevolge artikel 48 van de Wet kinderopvang tot 1 juli 2005 met gebruikmaking van het aanvraagformulier bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn ingediend, worden in het centraal register geregistreerd vanaf 1 januari 2005, indien aannemelijk is gemaakt dat de kwaliteit van een buiten Nederland gevestigd kindercentrum of gastouderbureau dat overeenkomt met een in Nederland op grond van de Wet kinderopvang geregistreerd kindercentrum of geregistreerd gastouderbureau. De vorige volzin is eveneens van toepassing op aanvragen die na 1 juli 2005 doch voor 1 april 2006 worden gedaan, indien wordt aangetoond dat voorafgaand aan 1 juli 2005 gebruik is gemaakt van een buiten Nederland gevestigd kindercentrum of gastouderbureau dat overeenkomt met een in Nederland op grond van de Wet kinderopvang geregistreerd kindercentrum of geregistreerd gastouderbureau. De termijn van 1 april 2006 wordt voor eerste aanvragen verlengd als overeenkomstig artikel 11 van de Wet kinderopvang uitstel voor de aangifte inkomstenbelasting is verleend.

2. Aanvragen van ouders tot opneming van buitenlandse kinderopvang in het centraal register buitenlandse kinderopvang die ingevolge artikel 48 van de Wet kinderopvang na 1 juli 2005 met gebruikmaking van het aanvraagformulier worden ingediend, worden in het centraal register geregistreerd vanaf het tijdstip waarop de aanvraag bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is binnengekomen, indien aannemelijk is gemaakt dat de kwaliteit van een buiten Nederland gevestigd kindercentrum of gastouderbureau overeenkomt met een in Nederland op grond van de Wet kinderopvang geregistreerd kindercentrum of geregistreerd gastouderbureau, tenzij de tweede en de derde volzin van het eerste lid van toepassing is.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2005.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Vanaf 1 januari 2005 kunnen ouders die gebruikmaken van een buiten Nederland gevestigd kindercentrum of gastouderbureau op grond van artikel 48 van de Wet kinderopvang bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzoek doen tot opneming van die opvang in het centraal register buitenlandse kinderopvang. Een in het buitenland gevestigd kindercentrum of gastouderbureau wordt slechts in dat register opgenomen, indien door de ouders aannemelijk is gemaakt dat de kwaliteit ervan naar aard en strekking overeenkomt met die van de Nederlandse instellingen. Een verzoek geschiedt overeenkomstig een bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgesteld formulier (verwezen zij naar Stcrt. 2005, 33).

Opneming in het register is een van voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. In een aantal gevallen is gebleken dat ouders die gebruikmaken van buitenlandse kinderopvang en bij de Belastingdienst een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang hebben ingediend de buitenlandse opvang vooralsnog niet hebben laten registeren in het centraal register buitenlandse kinderopvang. De betreffende ouders krijgen daartoe alsnog de gelegenheid.

Voor ouders die na 1 juli 2005 doch voorafgaand aan 1 april 2006 bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzoek tot opneming van de buitenlandse kinderopvang in het centraal register buitenlandse kinderopvang hebben gedaan, geldt dat het tijdstip van de aanvraag bepalend is voor de inschrijvingsdatum in het register, tenzij de betreffende ouders kunnen aantonen dat zij ook voorafgaand aan 1 juli 2005 gebruik hebben gemaakt van buitenlandse kinderopvang. Het aanvraagformulier zal daarop worden aangepast. De datum van 1 april 2006 hangt samen met het laatste moment waarop ingevolge de Wet kinderopvang een aanvraag tot vaststelling van de tegemoetkoming van het Rijk (over het kalenderjaar 2005) in de kosten van kinderopvang kan worden gedaan, indien deze niet is voorafgegaan door een aanvraag tot verlening van de tegemoetkoming van het Rijk. Dit is van belang voor die ouders die in één keer na afloop van het kalenderjaar 2005 bij de Belastingdienst de tegemoetkoming aanvragen, doch gedurende dat gehele kalenderjaar gebruik hebben gemaakt van (buitenlandse) kinderopvang. Wanneer uitstel voor de aangifte inkomstenbelasting wordt verleend, geldt dat tevens de aanvraagtermijn voor inschrijving in het centraal register met de uitsteltermijn wordt verlengd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven