Reglement verdeling van zaken College van Beroep voor het bedrijfsleven

Bij besluit van 16 december 2002 heeft het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven een reglement verdeling van zaken vastgesteld.

Op 30 mei 2005 heeft het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven besloten het op 16 december 2002 vastgesteld reglement verdeling van zaken in te trekken en te vervangen door het navolgende reglement.

Reglement verdeling van zaken

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven,

Gelet op het bepaalde in het Bestuursreglement, betreffende de verdeling van zaken;

Gehoord het advies van het medezeggenschapsorgaan;

Stelt het volgende vast:

1. Het College kent de secties I en II.

2. Deze secties zijn belast met de behandeling van beroepen voortvloeiend uit de toepassing van wetgeving volgens de indeling, zoals aangegeven op een ter griffie van het College gedeponeerde en door het bestuur vastgestelde lijst. Van deze indeling kan, in geval van capaciteitsproblemen bij een van beide secties, worden afgeweken.

3. De toedeling van zaken binnen de secties geschiedt onder verantwoordelijkheid van de sectievoorzitter aan kamers die in beginsel worden samengesteld aan de hand van criteria als beschikbaarheid en bekendheid met het onderwerp of de zaak.

4. Verzoeken om voorlopige voorziening worden hetzij behandeld door de vice-presidenten hetzij in overleg met de sectievoorzitters toegedeeld aan door het bestuur hiervoor aangewezen leden van het College. Deze leden zijn in beginsel verbonden aan de sectie die ook de hoofdzaak zal behandelen.

5. Zaken die op formele gronden worden afgedaan met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht worden behandeld door een daarvoor aangewezen raadsheer of vice-president. De hiertegen ingediende verzetten worden behandeld door een andere, daarvoor aangewezen raadsheer of vice-president.

6. Leden van ieder der secties kunnen in voorkomend geval verzoeken om wraking of verschoning van leden van de eigen en de andere sectie behandelen.

7. Vanaf 10 dagen voor een zitting wordt aan de procespartijen desgevraagd mededeling gedaan van de naam van de raadsheren, aan wie de behandeling van hun zaak is opgedragen. Voorts worden de namen bekendgemaakt door ophanging van de rollijst bij de ingang van de zittingszaal.

Aldus gedaan op 30 mei 2005.

Namens het bestuur,
R.R. Winter.

Naar boven