Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar milieuopsporingsambtenaar in dienst van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam 2005

Besluit van de Minister van Justitie van 5 juli 2005, nr. 5362551/Justis/05, strekkende tot aanwijzing van milieu-opsporingsambtenaren bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam tot buitengewoon opsporingsambtenaar

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaan;

Gelezen het verzoek van de directeur van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam van 3 mei 2005;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten en

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van milieuopsporingsambtenaar in dienst van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van feiten, strafbaar gesteld bij of krachtens:

a. De in artikel 1a van de Wet op de economische delicten (WED) genoemde wetten alsmede de artikelen 26, 33 en 34 van de WED;

b. Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Woningwet;

c. artikelen 173, 173a, 173b, 174, 175, 179, 180, 181, 182, 184, 185, 198, 199, 225, 435, onder ten vierde en 461 van het Wetboek van Strafrecht;

d. verordeningen en of Keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen;

e. andere strafbare feiten, indien en voor zover de buitengewoon opsporingsambtenaar daarmee in een concreet opsporingsonderzoek is belast, voor de duur van dat onderzoek;

2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 20 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Amsterdam-Amstelland.

Artikel 6

1. De directeur van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was binnen de dienst;

b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

2. Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, dienst Justis, afd. IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Ingetrokken wordt: Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, Milieudienst Amsterdam 2000, nr. 5059540/DBZ/00.

Artikel 8

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 8 genoemde besluit, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 5 jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar milieuopsporingsambtenaar in dienst van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam 2005.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, dienst Justis, afdeling IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 juli 2005.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de coördinator Buitengewoon Opsporingsambtenaar, G.V.A. van Raaij.

Toelichting

Bij brief van 3 mei 2005 heeft de directeur van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam verzocht om verlenging van de categoriale beschikking betreffende de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht voor de functie van milieuopsporingsambtenaar.

De Minister van Justitie

namens deze:

de coördinator Buitengewoon Opsporingsambtenaar,

G.V.A. van Raaij

Naar boven