Wijziging Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 juni 2005, nr. MC/MO-2594264, houdende een wijziging van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelezen de verzoeken van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten d.d. 6 mei 2004; de Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn d.d. 24 december 2004 en de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck d.d. 8 maart 2005;

Gelet op artikel 3 van de Wet tarieven gezondheidszorg (Stb. 1980, 646);

Gezien de adviezen van het College tarieven gezondheidszorg d.d. 18 mei 2004 en 31 mei 2005;

Besluit:

Artikel I

a. Als representatieve organisatie zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet tarieven gezondheidszorg, wordt aangewezen ten behoeve van de gezondheidscentra, de Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn (LVG) te Utrecht;

b. ten behoeve van de vrijgevestigde diëtisten, de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) te Oss;

c. ten behoeve van de vrijgevestigde psychotherapeuten, de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten (NVVP) te Utrecht.

Artikel II

In artikel 1, onder G, van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984 wordt ‘van de oefentherapeuten Mensendieck: Nederlandse Vereniging van Oefentherapeuten-Mensendieck’ vervangen door ‘van de oefentherapeuten Cesar en Mensendieck: Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck’;

Artikel III

Artikel 1, onder H, van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984 ‘van de oefentherapeuten César: Vereniging Bewegingsleer César’ vervalt.

Artikel IV

Artikel 1, onder Q, van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984 komt te luiden: van de instellingen voor zover deze zijn toegelaten op grond van artikel 8 van de Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten dan wel erkend zijn op grond van artikel 17 van de Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening om zorg te verlenen als bedoeld in de artikelen 3,4,5,6,7 of 8 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ: Arcares;

Artikel V

Aan de opsomming in artikel 1 van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984 wordt, na vervanging van de punt aan het slot van dit artikel door een puntkomma, toegevoegd:

X. van de gezondheidscentra; Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn;

Artikel VI

Aan de opsomming in artikel 1 van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984 wordt toegevoegd:

Y. van de vrijgevestigde diëtisten; Nederlandse Vereniging van Diëtisten;

Artikel VII

Aan de opsomming in artikel 1 van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984 wordt toegevoegd:

Z. van de vrijgevestigde psychotherapeuten; Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten.

Artikel VIII

Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum waarop het in de Staatscourant is geplaatst.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat:

– de naam en het adres van de indiener,

– de dagtekening,

– een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit,

– de gronden van het bezwaar.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

In het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984 zijn de organisaties opgesomd die mogen onderhandelen over de tarieven in de zin van de Wet tarieven gezondheidszorg. Met dit besluit worden de LVG, NVD en NVVP in voornoemd Besluit vermeld en daarmee bevoegd om ten behoeve van respectievelijk gezondheidscentra, vrijgevestigde diëtisten en vrijgevestigde psychotherapeuten te onderhandelen over tarieven in de zin van de Wet tarieven gezondheidszorg. Tevens wordt het Besluit op een enkel technische punt aangepast.

Bij brief van 8 maart 2005 heeft de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM) verzocht, vanwege het samengaan van de Vereniging Bewegingsleer Cesar en de Nederlandse Vereniging Oefentherapeuten-Mensendieck, om wijzing van het Besluit representatieve organisaties Wet tarieven gezondheidszorg 1984. Met het onderhavige Besluit wordt gevolg gegeven aan dat verzoek.

Bij Besluit van 22 december 2004, Stcrt. 31 december 2004, is Arcares representatief verklaard. Uit de tekst van het Besluit volgt dat Arcares tevens representatief wordt voor enkele organen van gezondheidszorg die niet slechts zorg verlenen als bedoeld in de artikelen 3,4,5,6,7 of 8 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ. Dit is uitdrukkelijk niet gewenst. Met de tekstuele aanpassing in artikel 1, onder Q, wordt de bevoegdheid beperkt tot die organen van gezondheidszorg die zorg verlenen als bedoeld in de artikelen 3,4,5,6,7 of 8 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ.

Met haar brief van 24 december 2004 heeft de LVG representativiteit aangevraagd voor zowel de gezondheidscentra als de regionale ondersteuningsorganisaties. Het CTG/Zaio heeft met zijn brief van 31 mei 2005 positief geadviseerd op dit verzoek wat betreft de gezondheidscentra en negatief met betrekking tot de regionale ondersteuningsorganisaties.

Uitgangspunt is dat organisaties voor een bepaalde categorie organen voor gezondheidszorg representatief kunnen worden verklaard. De omschrijving van het orgaan voor gezondheidszorg zoals deze in het Besluit werkingssfeer WTG staat is daarbij bindend. Ten aanzien van de representativiteit aanvraag voor regionale ondersteuningsorganisaties constateer ik met het CTG/ZAio dat deze niet zijn aangewezen als orgaan voor gezondheidszorg.

Gelet op de regeling criteria representativiteit heb ik besloten de LVG aan te wijzen als representatieve organisatie in de zin van artikel 3 eerste lid van de WTG ten behoeve van gezondheidscentra en het verzoek voor representativiteit voor regionale ondersteuningsstructuren af te wijzen.

Bij brief van 6 mei 2004 heeft de NVD een verzoek ingediend om aangewezen te worden als representatieve organisatie. Met inachtneming van de toentertijd vigerende regelgeving kon dat verzoek niet worden gehonoreerd. Eerst met ingang van 1 januari 2005 mogen vrijgevestigde diëtisten op grond van de ziekenfondswet dieetadvisering leveren. Daartoe is met het Besluit van 12 november 2004 het Besluit werkingssfeer WTG 1992 aangepast.

Bij brief van 20 december 20004 is aan de NVD toegezegd tot representativiteitsverklaring over te gaan na de inwerkingtreding van voornoemd besluit. Met het onderhavige Besluit wordt aan die toezegging gevolg gegeven.

Na een lange aanloopperiode is het Besluit van 27 oktober 2003, Stb 451, met het Besluit van 25 januari 2005, Stb 42, op 1 februari 2005 in werking getreden. Daarmee zijn onder andere de psychotherapeuten als orgaan voor gezondheidszorg aangewezen. Met het onderhavige Besluit wordt een laatste stap in dit traject gezet door de NVVP representatief te verklaren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven