Wijziging Regeling historische luchtvaart

29 juni 2005

Nr. HDJZ/LUV/2005-1439

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 3.13, vijfde lid, van de Wet luchtvaart, artikel 17 van het Besluit luchtvaartuigen en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel I

De Regeling historische luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, eerste lid, en artikel 6 vervalt telkens de zinsnede ‘, waarvoor op grond van artikel 2 een bewijs van luchtwaardigheid is afgegeven,’.

B

In artikel 8 vervalt de zinsnede ‘, waarvoor op grond van artikel 2 een bewijs van luchtwaardigheid is afgegeven en’.

C

In artikel 9 vervalt de zinsnede ‘waarvoor op grond van artikel 2 een bewijs van luchtwaardigheid is afgegeven,’.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

Bij de totstandkoming van de Regeling historische luchtvaart is in een aantal artikelen verwezen naar het speciaal bewijs van luchtwaardigheid. De reden hiervoor was aan te geven, dat het om een speciaal luchtvaartuig gaat. In de praktijk blijkt echter, dat deze verwijzing a contrario kan worden uitgelegd en dat alle historische luchtvaartuigen, waarvoor een standaard bewijs van luchtwaardigheid is afgegeven, geen historische luchtvaartuigen zouden zijn en derhalve niet onder de regeling zouden vallen.

Gelet op de begripsomschrijving van historisch luchtvaartuig in artikel 1 van de regeling, is het ook zonder deze verwijzing duidelijk dat het om een speciaal luchtvaartuig gaat en is die overbodig. Met de onderhavige regeling wordt de verwijzing geschrapt.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven