Instellingsregeling Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Regeling van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 juni 2005, nr. DDS5357209, houdende instelling van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Besluiten:

Artikel 1

Er is een Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb).

Artikel 2

1. De NCTb is onder gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overeenkomstig hun onderscheiden ministeriële bevoegdheden belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid inzake terrorismebestrijding alsmede met taken op het gebied van bewaking en beveiliging ter voorkoming van onder meer terroristische aanslagen.

2. Tot het werkterrein van de NCTb behoren:

a. het zorg dragen voor de ontwikkeling van een helder en eenduidig beleid op het vlak van terrorismebestrijding, daaronder begrepen strategische en internationale beleidsontwikkeling en communicatiestrategie;

b. het regisseren van de samenwerking van de verschillende partijen op het specifieke terrein van terrorismebestrijding via structurele (procesgerichte) en incidentele (actiegerichte) regie en het – mede daardoor – realiseren van een hoge samenwerkingsgraad tussen die partijen;

c. het bijeenbrengen, combineren en veredelen van informatie van inlichtingenverschaffende diensten en bestuurlijke en wetenschappelijke bronnen ten behoeve van integrale analyses en dreigingsbeelden inzake terrorisme;

d. het zorg dragen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart tegen met name terrorisme;

e. het toezicht op de inrichting van de keten van de beveiliging van de burgerluchtvaart en het toezicht op de kwaliteit van de beveiliging van de burgerluchtvaart;

f. het onderhouden, uitvoeren en vernieuwen van het nationaal stelsel van bewaken en beveiligen;

g. het regisseren van de voorlichting en woordvoering over terrorismebestrijding.

Artikel 3

Het beheer van de NCTb berust bij de Minister van Justitie.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 juni 2005.
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Toelichting

Sinds mei 2004 functioneert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb). De werkzaamheden van de Ministeries van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn samengebracht binnen één organisatorische eenheid. Een en ander is uiteengezet in de brief van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer van 10 september 2004 (Kamerstukken II 2003/04, 29 754, nr. 1). Zoals in die brief is aangegeven, vallen de werkzaamheden van de NCTb onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, terwijl de NCTb beheersmatig is ondergebracht bij het Ministerie van Justitie.

In verband met de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de beide ministers voor de NCTb is voor de NCTb deze afzonderlijke instellingsregeling vastgesteld. Het werkterrein van de NCTb zoals dat in deze regeling is vastgelegd, is tevens van belang voor de afbakening van de reikwijdte van de specifieke bepaling in de vervangingsregeling die geldt in geval van tijdelijke afwezigheid van een minister. Hierin is bepaald dat voor aangelegenheden betreffende het werkterrein van de NCTb de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties elkaar vervangen (zie KB van 8 december 2004, Stcrt. 243).

De NCTb is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het beleid op het gebied van terrorismebestrijding en de uitvoering van dat beleid, zoals beschreven in onder meer de eerdergenoemde brief van 10 september 2004 en de brieven aan de Tweede Kamer van 10 november 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 29 854, nr. 3) en 24 januari 2005 (Kamerstukken II 2004/05, 29 754, nr. 5). Het gaat hierbij onder meer om het bijeenbrengen, combineren en veredelen van informatie van inlichtingenverschaffende diensten (dit zal voorzover dit de AIVD betreft geschieden overeenkomstig een door de NCTb en de AIVD vast te stellen protocol), bestuurlijke en wetenschappelijke bronnen ten behoeve integrale analyses en dreigingsbeelden inzake terrorisme, het leiding geven aan de ambtelijke besluitvorming en advisering ingeval van terroristische crises of dreigende terroristische crises, het identificeren van mogelijke doelwitten en het ontwikkelen van de vereiste beschermingsmaatregelen (onder meer ter bescherming van de vitale infrastructuur en het nationale alerteringssysteem), het zorg dragen voor de vormgeving van de bijzondere bijstand en bijzondere bijstandsverlening in concrete gevallen, het zorg dragen voor oefeningen en evaluaties en het monitoren van beleidsterreinen waarvoor de eerste verantwoordelijkheid primair bij andere departementen ligt, zoals financiële stromen in relatie tot terrorisme, CBRN-terrorisme en infrastructurele voorzieningen. De NCTb is voorts belast met de werkzaamheden op het terrein van bewaking en beveiliging, welke tot doel hebben de samenhang te verzekeren bij de voorbereiding van maatregelen ter voorkoming van een onder meer terroristische aanslag. De NCTb draagt tevens zorg voor de beveiliging van de burgerluchtvaart tegen met name terrorisme en het toezicht op de inrichting van de keten van de beveiliging van de burgerluchtvaart en het toezicht op de kwaliteit van de beveiliging. Deze taken worden in twee afzonderlijk van elkaar functionerende onderdelen van de NCTb uitgevoerd.

De hoofdtaken zijn vastgelegd in artikel 2, eerste lid, van de onderhavige instellingsregeling. Artikel 2, tweede lid, bevat een concretisering van deze hoofdtaken. Daarbij is aansluiting gezocht bij de taakomschrijvingen van de onderscheiden organisatieonderdelen van de NCTb, zoals deze in de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2005 zijn opgenomen.

Onder terrorismebestrijding moet worden begrepen het zoveel mogelijk voorkomen van terroristische aanslagen alsmede het op voorhand beperken van de schade als gevolg van een terroristische aanslag. Het begrip terrorismebestrijding omvat daarmee het gehele pakket van mogelijkheden om daden van terrorisme te voorkomen, zoals deze zijn beschreven in onder meer de brieven van 10 september 2004, 10 november 2004 en 24 januari 2005: het doelmatig verkrijgen en gebruiken van informatie; het beschikken over middelen en bevoegdheden om tijdig in te grijpen; een adequate bewaking en beveiliging van potentiële doelwitten; een grensoverschrijdende aanpak en het beperken van de voedingsbodem voor de rekrutering van potentiële daders. Wat betreft radicalisering behoren tot het werkterrein van de NCTb die aspecten die direct aan terrorismebestrijding kunnen worden gerelateerd. In concreto betekent dit dat de maatregelen die worden genomen om geradicaliseerde personen of organisaties van de Nederlandse samenleving uit te sluiten of verstoring van radicaliseringsprocessen onder het werkterrein van de NCTb vallen. De bredere beleidsmatige aanpak van het verschijnsel radicalisering, bijvoorbeeld op het terrein van integratie, valt niet onder de reikwijdte van het begrip terrorismebestrijding. Maatregelen die erop gericht zijn om radicalisering tegen te gaan door personen en organisaties in de Nederlandse samenleving in te sluiten (onder insluiten wordt in dit verband verstaan het actief aanspreken van burgers op en verlenen van actieve hulp bij het invullen van hun eigen verantwoordelijkheid om deel uit te maken van de samenleving), behoren derhalve niet tot het werkterrein van de NCTb.

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes