Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Arbeidsomstandigheden van 15 juni 2005, Directie ARBO, nr. ARBO/A&V//2005/45999 tot wijziging van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid en de wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de inwerkingtreding van het Productenbesluit asbest en enige andere wijzigingen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel I

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving worden als volgt gewijzigd:

A

In bijlage 1, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt deel 1, Arbowet 1998, als volgt gewijzigd:

1. Artikel 11 met bijbehorend boetenormbedrag komt te luiden:

Artikel

Lid

Beboetbare feiten

Boetenorm-

bedrag

11

 

algemene verplichtingen van de werknemers

 
  

De werknemer is verplicht om in verband met de arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen en naar vermogen zorg te dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van andere personen.

€ 225*

  

Met name is hij verplicht om:

a. arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze te gebruiken

 
  

b. de hem ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en na gebruik op de daartoe bestemde plaats op te bergen, een en ander voor zover niet krachtens deze wet is bepaald dat de werknemers niet verplicht zijn beschermingsmiddelen als vorenbedoeld te gebruiken;

 
  

c. de op arbeidsplaatsen of anderszins aangebrachte beveiligingen niet te veranderen of buiten noodzaak weg te halen en deze op de juiste wijze te gebruiken;

 
  

d. mee te werken aan het voor hem georganiseerde onderricht bedoeld in artikel 8;

 
  

e. de door hem opgemerkte gevaren voor de veiligheid en gezondheid terstond ter kennis te brengen aan de werkgever of degene die namens deze ter plaatse met de leiding is belast;

 
  

f. de werkgever en de werknemers en de andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, eerste tot en met derde lid, de inschakeling van de personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid en de arbodienst, indien nodig bij te staan bij de uitvoering van hun verplichtingen en taken op grond van deze wet.

 

2. De volgende artikelen met boetenormbedragen worden in numerieke volgorde ingevoegd:

13

 

bijstand deskundige werknemers op het gebied van preventie en bescherming

 
 

1

De werkgever laat zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen op grond van deze wet bijstaan door een of meer deskundige werknemers.

€ 450

 

2

Voorzover de mogelijkheden onvoldoende zijn om de bijstand binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door een combinatie van deskundige werknemers en andere deskundige personen.

€ 450

 

3

Indien er geen mogelijkheden zijn om de bijstand binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door andere deskundige personen.

€ 450

 

4

De werknemers en de andere deskundige personen beschikken over een zodanige deskundigheid, ervaring en uitrusting, zijn zodanig in aantal, gedurende zoveel tijd beschikbaar en zodanig georganiseerd, dat zij de bijstand naar behoren kunnen verlenen.

€ 900

 

9

In de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5, worden de maatregelen beschreven die nodig zijn om te voldoen aan het vierde en tiende lid.

€ 225

 

10

In afwijking van het eerste tot en met het derde lid, kan de werkgever die een natuurlijke persoon is met niet meer dan 15 werknemers, de taken in het kader van de bijstand zelf verrichten, indien hij beschikt over voldoende deskundigheid, ervaring en uitrusting om deze taken naar behoren te vervullen.

€ 450

    

14

 

maatwerkregeling aanvullende deskundige bijstand bij specifieke taken op het gebied op het gebied van preventie en bescherming

 
 

1

In aanvulling op artikel 13 laat de werkgever zich bij de volgende taken bijstaan door een of meer deskundige personen ten behoeve van wie overeenkomstig artikel 20 een certificaat is afgegeven:

€ 450

  

a. het toetsen van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5, en daarover adviseren;

 
  

b. de bijstand bij de begeleiding van werknemers die door ziekte niet in staat zijn hun arbeid te verrichten, met inbegrip van de bijstand bij de uitvoering van bij of krachtens artikel 71a, eerste, tweede, derde, vierde en zevende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gestelde regels;

 
  

c. het uitvoeren van:

1°. het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 18;

2°. de aanstellingskeuring, indien de werkgever deze laat verrichten;

 
  

d. het houden van een arbeidsomstanbdighedenspreekuur.

 
 

2

Bij de toepassing van het eerste lid wordt het volgende in acht genomen:

€ 450

  

a. de bijstand bij de taken, bedoeld in het eerste lid, wordt doeltreffend uitgevoerd;

 
  

b. de bijstand bij de taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt binnen het bedrijf of de inrichting georganiseerd;

 
  

c. voorzover de mogelijkheden onvoldoende zijn om de bijstand bij de taak, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door een of meer andere deskundige personen ten behoeve van wie overeenkomstig artikel 20 een certificaat is afgegeven;

 
  

d. de personen die de bijstand verrichten zijn zodanig in aantal, gedurende zoveel tijd beschikbaar en zodanig georganiseerd, dat zij de bijstand van de taken, bedoeld in het eerste lid, naar behoren kunnen verlenen.

 
 

6

De deskundige werknemers en andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, en de personen, bedoeld in het eerste lid, werken bij het verlenen van bijstand aan een werkgever samen.

€ 135

    

14a

 

vangnetregeling aanvullende deskundige bijstand op het gebied van preventie en bescherming

 
 

2

De werkgever laat zich met betrekking tot de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, bijstaan door een arbodienst, ten behoeve waarvan overeenkomstig artikel 20 een certificaat is afgegeven en die deel uitmaakt van de organisatie van het bedrijf of de inrichting.

€ 450

 

3

Voorzover de mogelijkheden onvoldoende zijn om de bijstand binnen het bedrijf of de inrichting te organiseren, wordt de bijstand verleend door een andere arbodienst ten behoeve waarvan, overeenkomstig artikel 20, een certificaat is afgegeven.

€ 450

 

4

De deskundige werknemers en andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, en de werknemers van een arbodienst, werken bij het verlenen van bijstand aan een werkgever samen.

€ 135

B

In bijlage 1, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt deel 2, Arbeidsomstandighedenbesluit, als volgt gewijzigd:

1. In hoofdstuk 2 worden de volgende artikelen met bijbehorende boetenormbedragen in numerieke volgorde ingevoegd, luidende:

afdeling 3

 

arbodiensten en deskundigen

 

2.13

 

samenwerkingsverband

 
 

1

Het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 2.6a, tweede lid, wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen de werkgever en de externe deskundigen of de werkgever van deze deskundigen. In deze overeenkomst wordt in ieder geval de taakverdeling vastgelegd tussen de interne deskundige en de externe deskundigen.

€ 45

 

2

Het samenwerkingsverband wordt aangegaan voor een periode die in ieder geval even lang is als de geldigheidsduur van het certificaat arbodienst, bedoeld in artikel 2.14, tweede lid, dat ten behoeve van dat samenwerkingsverband wordt verleend.

€ 45

    

2.14a

 

taken deskundigen

 
 

1

Bij de taak, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van de wet wordt bijstand verleend door een deskundige die in het bezit is van tenminste een van de certificaten, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid.

€ 900

 

2

Bij de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van de wet wordt bijstand verleend door een deskundige die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid arbeids- en bedrijfsgeneeskunde als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid.

€ 900

 

3

Bij de taak, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel d, van de wet wordt bijstand verleend door een deskundige die in het bezit is van tenminste een van de certificaten, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid. Indien deze deskundige niet in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, wordt voor de bijstand bij deze taak voorts een deskundige ingeschakeld die in het bezit is van voornoemd certificaat.

€ 900

2. De volgende artikelen met bijbehorende boetenormbedragen komen te luiden:

4.6a

 

maatregelen bij ongewilde gebeurtenissen

 
 

1

Voor zover uit de resultaten van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, blijkt dat er gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers bestaat, zijn in aanvulling op afdeling 4 van hoofdstuk 2 doeltreffende procedures opgesteld die in werking treden indien zich een ongewilde gebeurtenis als bedoeld in artikel 4.4, eerste, respectievelijk tweede lid voordoet.

€ 900

 

2

De procedures, bedoeld in het eerste lid, worden opgenomen in de ri&e.

€ 135

 

3

Op grond van de procedures, bedoeld in het eerste lid, zijn zodanige technische of organisatorische maatregelen genomen, dat wanneer zich een ongewilde gebeurtenis voordoet de gevolgen hiervan zoveel mogelijk worden beperkt.

€ 2.250

 

4

Ter naleving van het derde lid worden in ieder geval de volgende maatregelen genomen:

€ 1.800

  

a. er worden onmiddellijk doeltreffende maatregelen genomen om de gevolgen van een ongewilde gebeurtenis zoveel mogelijk te beperken en wordt zo spoedig mogelijk zorg gedragen voor het herstel van de veilige toestand;

€ 270

  

b. de werknemers worden onverwijld ingelicht over de ongewilde gebeurtenis en wordt er zorg voor gedragen dat zij zich verwijderen uit de getroffen zone;

€ 2.250

  

c. betreden uitsluitend de werknemers of andere personen, belast met het uitvoeren van de noodzakelijke herstelwerkzaamheden, met gebruik van doeltreffende middelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, de getroffen zone. Deze werknemers en andere personen zijn niet langer dan strikt noodzakelijk voor het herstel van de veilige toestand in de desbetreffende zone aanwezig;

€ 900

  

d. zijn in aanvulling op afdeling 4 van hoofdstuk 2 doeltreffende waarschuwings- en andere communicatiesystemen beschikbaar ten behoeve van de signalering van een toegenomen risico voor de veiligheid en gezondheid en die voldoen aan het bepaalde bij of krachtens afdeling 2 van hoofdstuk 8;

€ 270

  

e. voorkomen wordt dat anderen dan de personen, bedoeld in onderdeel c., de getroffen zone betreden.

 
 

6

De werkgever zorgt ervoor dat bedrijfshulpverleners en de hulpverleningsorganisaties, bedoeld in artikel 2.16, alsmede de deskundigen, genoemd in artikel 13 van de wet, en de deskundigen of arbodiensten, genoemd in de artikelen 14 en 14a van de wet, desgewenst kennis kunnen nemen van de maatregelen, bedoeld in het vierde lid.

€ 45

 

7

De informatie over de maatregelen, bedoeld in het zesde lid, omvat in ieder geval:

€ 45

  

a. een beschrijving van de gevaren op grond van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2;

 
  

b. een beschrijving van de redelijkerwijs voorzienbare specifieke gevaren op grond van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, die kunnen ontstaan bij een ongewilde gebeurtenis;

 
  

c. een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen ter naleving van artikel 4.4, eerste, tweede en vierde lid;

 
  

d. een omschrijving van de procedures, bedoeld in het eerste lid.

 
    

4.10c

 

uitvoering en inhoud van onderzoek

 
 

2

Aan de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst worden alle gegevens ter beschikking gesteld die nodig zijn om de blootstelling van de werknemers aan gevaarlijke stoffen te kunnen beoordelen en te kunnen adviseren over de periodiciteit en inhoud van de arbeidsgezondheidskundige onderzoeken, de te nemen preventieve maatregelen of persoonlijke beschermende maatregelen.

€ 45

    

4.23

 

uitvoering en inhoud van arbeidsgezondheidskundig onderzoek

 
 

2

De deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst heeft recht op inzage in de lijst van blootgestelde werknemers die zijn belast met werkzaamheden met blootstelling aan kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen (o.b.v. artikel 4.15). Hem staan voorts alle gegevens ter beschikking die hij nodig heeft om de blootstelling te kunnen beoordelen en te kunnen adviseren over de periodiciteit en de inhoud van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, de te nemen preventieve maatregelen of persoonlijk beschermende maatregelen.

€ 45

    

4.52

 

arbeidsgezondheidskundig onderzoek

 
 

1

Zolang de blootstelling aan asbeststof duurt, worden, in aanvulling op artikel 4.10a, derde lid, de betrokken werknemers ten minste éénmaal in de drie jaar opnieuw in gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 4.10a te ondergaan.

€ 45

 

3

Indien het resultaat van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 4.10a, daartoe aanleiding geeft, worden doeltreffende maatregelen genomen om schade voor de gezondheid van de betrokken werknemer door blootstelling aan asbeststof te voorkomen.

€ 2.250

 

4

Aan de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst wordt inzage gegeven in gegevens die in het register, bedoeld in artikel 4.53, zijn vermeld.

€ 45

    

4.90

 

Registratie

 
 

1

In een register wordt bijgehouden welke werknemers arbeid met biologische agentia van categorie 3 en 4 verrichten.

€ 225

 

2

In dit register wordt tevens per werknemer geregistreerd welke werkzaamheden hij heeft verricht en, voor zover dit te bepalen is, aan welk biologisch agens of welke biologische agentia hij als gevolg van deze werkzaamheden of als gevolg van een incident of ongeval, is of mogelijkerwijs is blootgesteld.

€ 45

 

3

Het in het eerste lid bedoelde register wordt ten minste tien jaar na de laatste blootstelling of mogelijke blootstelling bewaard.

€ 45

 

4

Het register wordt een navenant langere tijd, doch niet meer dan veertig jaar na de laatste blootstelling bewaard, in geval een werknemer is blootgesteld of mogelijk is blootgesteld aan een biologisch agens dat infecties tot gevolg kan hebben die:

– naar bekend is latent of hardnekkig kunnen zijn

€ 45

  

– op basis van de huidige stand van de techniek naar verwachting eerst jaren later kunnen worden onderkend

 
  

– een lange incubatietijd hebben

 
  

– ondanks behandeling steeds weer terugkeren, of

 
  

– ernstige complicaties op langere termijn hebben.

 
 

5

Iedere werknemer heeft recht op inzage in de hem betreffende gegevens uit het register.

€ 45

 

6

Aan de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst wordt desgevraagd inzage verschaft in het register.

€ 45

    

6.10

 

audiometrisch onderzoek

 
 

1

Werknemers die worden blootgesteld aan een geluidsdosisniveau van 80 dB(A) moeten, in aanvulling op artikel 18 Arbowet 1998, in de gelegenheid worden gesteld een arbeidsgezondheidskundig onderzoek in de vorm van een audiometrisch onderzoek te ondergaan.

€ 45

 

2

Zolang de blootstelling aan het in het eerste lid genoemde geluidsniveau duurt, moeten de werknemers met tussenpozen van vier jaar of met kortere tussenpozen indien naar het oordeel van de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst noodzakelijk is, opnieuw in de gelegenheid worden gesteld om een audiometrisch onderzoek te ondergaan.

€ 45

 

3

De deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst moet het beoordelings- en metingsregister kunnen inzien dat op grond van artikel 6.7, vijfde lid, moet worden opgemaakt.

€ 45

    

3. De artikelen 4.45, 4.49 en 4.55 met bijbehorende boetenormbedragen komen te luiden:

4.45

 

voorkomen of beperken van blootstelling

 
 

1

De concentratie van asbeststof in de lucht wordt zo laag mogelijk gehouden.

€ 2.250

 

2

Ter naleving van het eerste lid worden de volgende maatregelen genomen:

*

  

a. gebouwen, installaties en uitrustingen die dienen voor het toepassen of het bewerken van asbest of van asbesthoudende producten worden zoveel mogelijk vrij van stof gehouden;

*

  

b. asbest als grondstof wordt opgeborgen en vervoerd in een daartoe geschikte en gesloten verpakking;

*

  

c. afvalstoffen, ontstaan als gevolg van het toepassen of bewerken van asbest of van asbesthoudende producten, worden zo spoedig mogelijk verzameld en afgevoerd in een daartoe geschikte en gesloten verpakking, voorzien van een etiket met de duidelijke en goed leesbare vermelding dat de inhoud daarvan asbest bevat;

*

  

d. bij het uitvoeren van reparatie- of onderhoudswerkzaamheden worden geen elektrisch of pneumatisch aangedreven verspanende werktuigen met een toerental hoger dan 100 omwentelingen per minuut of met een lineaire zaagsnelheid groter dan 25 meter per minuut gebruikt.

 
  

Voor het ten laste leggen van één of meer van deze onderdelen wordt het boetenormbedrag bij het eerste lid gehanteerd (€ 2.250).

 
    

4.49

 

melding

 
 

1

Aan de toezichthouder wordt schriftelijk gemeld:

a. de soorten asbest of asbesthoudende producten alsmede de hoeveelheid van ieder van deze soorten of producten die worden toegepast of bewerkt

b. de werkzaamheden die met asbest of asbesthoudende producten worden verricht, alsmede de werkmethoden

€ 900

 

2

Indien het voornemen bestaat om in de gegevens, bedoeld in het eerste lid, belangrijke wijzigingen aan te brengen, wordt dit voornemen schriftelijk aan de toezichthouder gemeld.

€ 900

    

4.55

 

werkplan

 
 

1d

Het in artikel 4.54, vierde lid, bedoelde werkplan bevat de maatregel om metingen te verrichten overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel 4.50, tweede lid, en om monsters te nemen overeenkomstig artikel 4.50, achtste lid, nadat de ruimte is gereinigd, teneinde vast te stellen of de concentratie van asbeststof in de lucht niet hoger is dan 1/20 van de in artikel 4.46, eerste lid, genoemde grenswaarde dan wel of de concentratie van crocidolietstof in de lucht niet hoger is dan 1/20 van de in artikel 4.56, tweede lid, genoemde grenswaarde

€ 900

 

2

Het slopen of het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten, dan wel van crocidoliet of van crocidoliethoudende producten wordt uitgevoerd volgens het in artikel 4.55, eerste lid, bedoelde werkplan.

€ 2.250

4. Na artikel 4.45 wordt een artikel met bijbehorende boetenormbedragen ingevoegd, luidende:

4.45a

 

bijzondere bepalingen asbesthoudende grond

 
 

1

Indien de handelingen, bedoeld in artikel 5, onderdelen e en f, van het Productenbesluit asbest betrekking hebben op asbesthoudende grond, worden deze werkzaamheden begeleid door een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid arbeidshygiëne of veiligheidskunde als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid.

€ 900

 

2

2. Indien de handelingen, bedoeld in het eerste lid, in de buitenlucht plaatsvinden, wordt na het beëindigen van deze handelingen een visuele inspectie uitgevoerd op de aanwezigheid van asbest teneinde vast te stellen dat de concentratie asbest niet hoger is dan honderd milligram per kilogram droge stof als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van het Productenbesluit asbest.

€ 450

C

In Bijlage 1, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet 1998, komen de artikelen 4.9 en 4.30 met bijbehorende boetenormbedragen in deel 3, Arbeidsomstandighedenregeling, als volgt te luiden:

4.9

 

onderhouden, verbouwen, herstellen en slopen

 
 

1

Het onderhouden, verbouwen, herstellen en slopen van K1-, K3-, KT- of T-schepen vindt slechts plaats nadat een onderzoek, uitgevoerd overeenkomstig de bij artikel 4.10 gestelde regels heeft plaatsgevonden en in verband met dit onderzoek een volledig en correct ingevulde veiligheids- en gezondheidsverklaring is uitgereikt aan de werkgever die de onderhouds-, herstellings-, verbouwings- of sloopwerkzaamheden zal uitvoeren.

€ 900 2)

 

2

Het onderhouden, verbouwen, herstellen en slopen van K1-, K3-, KT- of T-schepen vindt voorts slechts plaats voor zover die werkzaamheden en de ruimten waarin deze worden uitgevoerd, zijn vermeld in de in artikel 4.9, eerste lid, bedoelde veiligheids- en gezondheidsverklaring als zijnde toegestaan.

€ 900 2)

 

3

Een veiligheids- en gezondheidsverklaring als bedoeld in het eerste lid van artikel 4.9 wordt bij een gasdeskundige aangevraagd.

€ 900

    

4.30

 

uitzonderingen slopen

 
 

7

De volgende werkzaamheden, vinden plaats volgens een deugdelijke werkmethode, gebaseerd op een doeltreffende beoordeling van het blootstellingsniveau en beheersmaatregelen die blootstelling zoveel mogelijk voorkomen:

€ 2.250

  

a. verwijderen van asbest- of crocidoliethoudende pakkingen uit procesinstallaties of verwarmingstoestellen,

 
  

b. verwijderen van asbestcement- of crocidoliet-houdende water-, gas-, rioolleiding- en mantelbuizen of delen daarvan,

 
  

c. verwijderen van asbest- of crocidoliethoudende rem- en frictiematerialen,

 
  

d. verwijderen van hechtgebonden asbest - of crocidoliethoudende geklemde vloerplaten onder verwarmingstoestellen.

 

D

Bijlage 2, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Lijst van ernstige beboetbare feiten Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt als volgt gewijzigd:

1. De ernstige beboetbare feiten met betrekking tot artikel 4.46, lid 1, Arbobesluit, artikel 4.55, lid 2, Arbobesluit, juncto artikel 4.54, lid 4 en artikel 4.56, lid 3, Arbobesluit komen te luiden:

Het blootstellen van werknemers aan concentraties van asbest in de inademingslucht boven de grenswaarde van 0,3 vezel per kubieke centimeter, vastgesteld, berekend of gemeten over een referentieperiode van acht uur.

(artikel 4.46, lid 1, Arbobesluit)

N.B. Bij werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 4.54 Arbobesluit (slopen asbest en crocidoliet), wordt uitgegaan van overschrijding van de wettelijke grenswaarde.

Het, bij slopen en verwijderen van asbest of crocidoliet of van producten die deze stoffen bevatten, niet treffen van maatregelen zoals die, ingevolge artikel 4.55, lid 1, onder a tot en met d, moeten zijn opgenomen in het in artikel 4.54, lid 4, bedoelde werkplan.

(artikel 4.55, lid 2, Arbobesluit, juncto artikel 4.54, lid 4)

N.B. Als een werkplan ontbreekt of onvolledig is, wordt gehandhaafd op basis van de in artikel 4.55 lid 1 onder a tot en met d genoemde artikelen. Overtreding daarvan wordt bij het slopen en verwijderen van asbest of crocidoliet of van producten die deze stoffen bevatten, altijd aangemerkt als een ernstig beboetbaar feit.

Het niet spoedig verzamelen en verpakken van crocidoliethoudende afvalstoffen.* (artikel 4.56, lid 3, Arbobesluit)

2. Het ernstige beboetbare feit met betrekking tot artikel 4.62b Arbobesluit vervalt.

E

Bijlage 3, behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, Lijst van direct beboetbare feiten Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het direct beboetbare feit met betrekking tot artikel 14, lid 1, Arbowet 1998 vervalt.

2. In numerieke volgorde worden de volgende direct beboetbare feiten ingevoegd:

Het niet begeleiden door een gecertificeerde arbeidshygiënist of veiligheidskundige van het afgraven, opslaan, vervoeren, ter beschikking stellen of reinigen van asbesthoudende grond.

(artikel 4.45a, lid 1, Arbobesluit)

Het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32a, lid 3 tot en met 6, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32a, lid 1, Arboregeling (lijmen en verven in binnensituaties), niet is toegestaan.

(artikel 4.62b Arbobesluit)

Het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32b, lid 2 tot en met 4, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32b, lid 1, Arboregeling (offset drukken), niet is toegestaan.

(artikel 4.62b Arbobesluit)

Het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32c, lid 2 en 3, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32c, lid 1, Arboregeling (zeefdrukken), niet is toegestaan.

(artikel 4.62b Arbobesluit)

Het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32d, lid 2, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32d, lid 1, Arboregeling (illustratiediepdrukken), niet is toegestaan.

(artikel 4.62b Arbobesluit)

Het werken met producten die niet voldoen aan het criterium genoemd in artikel 4.32e, lid 3, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32e, lid 2, Arboregeling (verpakkingsdiepdrukken en flexodrukken), niet is toegestaan.

(artikel 4.62b Arbobesluit)

Het werken met producten die niet voldoen aan het criterium genoemd in artikel 4.32f, lid 4, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32f, lid 2, Arboregeling (herstellen van autoschade), niet is toegestaan.

(artikel 4.62b Arbobesluit)

Het werken met producten die niet voldoen aan het criterium genoemd in artikel 4.32g, lid 3, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32g, lid 2, Arboregeling (coating timmerwerk in binnensituaties), niet is toegestaan.

(artikel 4.62b Arbobesluit)

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onderdeel B, 1° en 2° en onderdeel E, 1° dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2005.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 juni 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de Directeur-GeneraalArbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen, J.A.M. Hilgersom.

Toelichting

Algemeen

Dit besluit bevat diverse wijzigingen van de bijlagen bij beleidsregel 33. De bijlagen zijn aangepast aan het besluit van 17 december 2004 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met het Productenbesluit Asbest (Stb. 2005, 6), aan de wet van 7 april 2005 tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid (Stb. 202), aan het besluit van 20 mei 2005 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb. 279) in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid en aan enige andere wijzigingen.

Artikelsgewijs

Onderdeel A, punt 1 (Tarieflijst boetenormbedrag)

Artikel 11 is tekstueel gewijzigd. In onderdeel f. is ‘, andere personen en diensten, bedoeld in artikel 14,’ vervangen door: ‘en de andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, eerste tot en met derde lid, de inschakeling van de personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid en de arbodienst,.’

Onderdeel A, punt 2 (Tarieflijst boetenormbedrag)

Bij de wet van van 7 april 2005 tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid (Stb. 202) zijn de nieuwe artikelen 13, 14 en 14 a ingevoegd. Onderdelen van deze artikelen zijn per 1 juli 2005 beboetbaar gesteld in artikel 33, eerste lid, Arbeidsomstandighedenwet 1998 en dienen om die reden te worden opgenomen in de Tarieflijst.

Onderdeel B, punt 1 (Tarieflijst boetenormbedrag)

Bij het besluit van 20 mei 2005 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid (Stb. 279), zijn de nieuwe artikelen 2.13 en 2.14a ingevoegd. Artikel 2.13 en artikel 2.14a, eerste tot en met derde lid zijn bij datzelfde besluit beboetbaar gesteld in artikel 9.9.b, eerste lid, Arbeidsomstandighedenbesluit en dienen om die reden te worden opgenomen in de Tarieflijst.

Onderdeel B, punt 2 (Tarieflijst boetenormbedrag)

Bij het besluit van 20 mei 2005 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid (Stb. 279), zijn de artikelen 4.6a, 4.10c, 4.23, 4.52, 4.90 en 6.10 Arbeidsomstandighedenbesluit tekstueel gewijzigd. Daarbij is ‘de arbodienst’ vervangen door: ‘de deskundige persoon, bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, of de arbodienst’.

Onderdeel B, punt 3 (Tarieflijst boetenormbedrag)

De artikelen 4.45 en 4.49 Arbeidsomstandighedenbesluit zijn tekstueel gewijzigd. In artikel 4.45, tweede lid, is in onderdeel a ‘bewerken of verwerken’ vervangen door: ‘toepassen of het bewerken. In artikel 4.49 is in onderdeel a ‘gebruikt, bewerkt of verwerkt’ vervangen door ‘toegepast of bewerkt’ en aan het slot van onderdeel b is de puntkomma vervangen door een punt, aangezien onderdeel c is vervallen.

Artikel 4.55, eerste lid, onderdeel d is bij besluit van 17 december 2004 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met het Productenbesluit Asbest (Stb. 2005, 6) beboetbaar gesteld in artikel 9.9.c, eerste lid, Arbeidsomstandighedenbesluit en dient om die reden te worden opgenomen in de Tarieflijst.

Onderdeel B, punt 4 (Tarieflijst boetenormbedrag)

Bij besluit van 17 december 2004 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met het Productenbesluit Asbest (Stb. 2005, 6) is artikel 4.45a Arbeidsomstandighedenbesluit ingevoegd. Het eerste lid van dit artikel is bij datzelfde besluit beboetbaar gesteld in artikel 9.9.b, eerste lid, Arbeidsomstandighedenbesluit en het tweede lid is bij dit besluit beboetbaar gesteld in artikel 9.9.c, eerste lid, Arbeidsomstandighedenbesluit. Om die reden dienen het eerste en tweede lid van dit artikel te worden opgenomen in de Tarieflijst.

Onderdeel C (Tarieflijst boetenormbedrag)

Abusievelijk is het vierde lid van artikel 4.9 Arbeidsomstandighedenregeling in bijlage 1 behorend bij beleidsregel 33 Arbowet 1998 opgenomen. Aangezien dit lid niet beboetbaar is gesteld wordt deze fout nu hersteld door het vierde lid van artikel 4.9 Arbeidsomstandighedenregeling te schrappen. Hetzelfde geldt voor het zesde lid van artikel 4.30 Arbeidsomstandighedenregeling, dat het zevende lid moet zijn. Ook deze fout is nu hersteld door tekstueel lid zeven in plaats van lid 6 op te nemen in de Tarieflijst.

Onderdeel D, punt 1

Bij de ernstige beboetbare feiten, met betrekking tot het slopen van asbest, op grond van artikel 4.46, eerste lid en artikel 4.56, derde lid, Arbobesluit, is het uitroepteken dat nu nog voor het feit staat, verwijderd. Een uitroepteken impliceert dat er alleen sprake is van een ernstige beboetbaar feit indien er ernstig gevaar voor personen bestaat. Bij het slopen van asbest is dat gevaar per definitie aanwezig en is er dus geen sprake van een van de situatie afhankelijk feit.

Omdat het in de praktijk moeilijk blijkt om werkgevers een boete op te leggen op het moment dat een werkplan ‘slopen asbest’ ontbreekt, is aan het ernstige beboetbare feit op basis van artikel 4.55, tweede lid, Arbeidsomstandighedenbesluit de cursieve tekst toegevoegd.

Onderdeel D, punt 2

De intrekking van het ernstige beboetbare feit gebaseerd op artikel 4.62b Arbobesluit heeft te maken met de onevenwichtigheid die in het huidige handhavingsbeleid vervangingsregeling VOS zit. Alleen voor de werkzaamheden waarvoor destijds als eerste de vervangingsregeling is afgekondigd (lijmen en verven binnenshuis) is toen gekozen voor een zwaar handhavingsbeleid.

Voor de andere soort werkzaamheden die nadien (na begin 2000) eveneens vervangingsplichtig zijn geworden is het handhavingsbeleid nooit gelijk getrokken: dat zijn (nog) geen ernstige beboetbare feiten. Inmiddels is gebleken dat niet altijd ernstig gevaar optreedt bij het gebruik van oplosmiddelhoudende producten, maar dat dit van de situatie afhankelijk is. Om nu één lijn te trekken zullen alle werkzaamheden die te maken hebben met de vervangingsregeling VOS als direct beboetbare feiten worden aangemerkt. In onderdeel E is in punt 2 aangegeven dat een aantal direct beboetbare feiten om die reden zijn toegevoegd aan de lijst van direct beboetbare feiten.

Onderdeel E, punt 1

Door de wijzigingen per 1 juli 2005 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid, zal de Arbeidsinspectie op een andere manier gaan handhaven met betrekking tot het ontbreken van deskundige bijstand. Daarbij zal eerst een waarschuwing worden gegeven, en in tweede instantie pas een boete worden opgelegd. Om die reden dient het direct beboetbare feit gebaseerd op artikel 14, eerste lid, Arbowet 1998 (oud) te vervallen.

Onderdeel E, punt 2

Bij de inwerkingtreding van het Productenbesluit asbest per 8 maart 2005 is artikel 4.45a in het Arbeidsomstandighedenbesluit opgenomen. In de praktijk vergroot het afgraven, opslaan, vervoeren, ter beschikking stellen en reinigen van asbesthoudende grond zonder begeleiding door een gecertificeerde arbeidshygiënist of veiligheidskundige de onveiligheid van werknemers die met de asbesthoudende grond werken. Om die reden is artikel 4.45a, eerste lid, Arbeidsomstandighedenbesluit thans als direct beboetbaar feit opgenomen.

Zie voor de toelichting voor het opnemen van de direct beboetbare feiten op grond van artikel 4.62b Arbobesluit, de toelichting bij onderdeel D punt 2.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

namens deze:

de Directeur-GeneraalArbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen,

J.A.M. Hilgersom

Naar boven