Wijziging van de Uitvoeringsregeling internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen

20 juni 2005

Nr. WDB 2005/417

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 4a, derde lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

Deze regeling berust op artikel 4a, derde lid, artikel 7a, derde lid, en artikel 8a, derde lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.

B

In hoofdstuk 1 wordt na artikel 2 ingevoegd:

Artikel 2a

Voor de toepassing van afdeling 2 van Hoofdstuk IA van de wet worden met een lidstaat gelijkgesteld:

a. Aruba;

b. de Britse Maagdeneilanden;

c. het Eiland Man;

d. Guernsey;

e. Jersey;

f. Montserrat;

g. de Nederlandse Antillen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, J.G. Wijn.

Toelichting

De Ecofin-Raad van 7 juni 2005 heeft besloten dat de Richtlijn nr. 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op spaargelden in de vorm van rentebetaling (PbEU L 157/38) (hierna: de Richtlijn 2003/48/EG) vanaf 1 juli 2005 zal worden toegepast. Voorwaarde voor toepassing was, dat de in artikel 17, tweede lid, onderdeel i, van de Richtlijn 2003/48/EG genoemde landen met de Richtlijn 2003/48/EG gelijkwaardige maatregelen zouden treffen. Een voorwaarde was bovendien dat de afhankelijke en geassocieerde gebieden die genoemd zijn in artikel 17, tweede lid, onderdeel ii, van de Richtlijn 2003/48/EG voorzien in aan deze richtlijn gelijke maatregelen. Aan beide voorwaarden is inmiddels voldaan. De lidstaten van de Europese Unie hebben hiertoe overeenkomsten gesloten met elk van de betreffende landen en afhankelijke en geassocieerde gebieden.

Voor rentebetalingen tussen Nederland en de Nederlandse Antillen en Aruba zijn de gelijke maatregelen neergelegd in de Rijkswet tot wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk als gevolg van de Richtlijn 2003/48/EG (Stb. 2005/292) en de gezamenlijke regeling die hieraan uitwerking geeft (Stcrt. 2005, nr. 66).

Met vrijwel alle afhankelijke en geassocieerde gebieden is afgesproken dat Nederland in voorkomende situaties gegevens zal verstrekken inzake rentebetalingen door uitbetalende instanties en marktdeelnemers uit Nederland aan uiteindelijk gerechtigden die wonen in een van de voornoemde gebieden. Uitzondering hierop vormen de Kaaimaneilanden. In de praktijk zal voorts, bij ontstentenis van belastingheffing over de rente-inkomsten in deze gebieden, ook geen automatische gegevensverstrekking plaatsvinden aan Anguilla en de Turks en Caicos eilanden. De afhankelijke en geassocieerde gebieden waaraan wel gegevens verstrekt worden, zijn voor de toepassing van afdeling 2, van Hoofdstuk IA, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, gelijkgesteld met een lidstaat. Dit is geregeld in artikel I, onderdeel B, van de onderhavige regeling. Het gaat om de volgende afhankelijke en geassocieerde gebieden: Aruba, de Britse Maagdeneilanden, het Eiland Man, Guernsey, Jersey, Montserrat en de Nederlandse Antillen.

De Britse Maagdeneilanden, het Eiland Man, Guernsey, Jersey en de Nederlandse Antillen houden gedurende de overgangsperiode een bronheffing in en verstrekken Nederland dan ook geen gegevens op basis van automatische gegevensuitwisseling. Aruba, de Kaaimaneilanden en Montserrat daarentegen, leveren Nederland vanaf 1 juli 2005 automatisch gegevens met betrekking tot rentebetalingen die worden verricht door uitbetalende instanties of marktdeelnemers uit een van deze gebieden aan uiteindelijk gerechtigden die gevestigd zijn in Nederland.

De landen genoemd in artikel 17, tweede lid, onderdeel i, van de Richtlijn 2003/48/EG, te weten Zwitserland, Liechtenstein, Andorra, Monaco en San Marino, kennen alle een bronbelasting. Van een automatische gegevensuitwisseling tussen deze landen enerzijds en Nederland anderzijds is geen sprake. Wel kunnen op verzoek inlichtingen worden uitgewisseld voorzover deze inlichtingen betrekking hebben op belastingfraude.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.G. Wijn

  • 1

    Stcrt. 2004, 249.

Naar boven