De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Artikel I
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 20041 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:
1. Subonderdeel 15° vervalt.
2. De subonderdelen 16° en 17° worden vernummerd tot 15° en 16°.
3. Subonderdeel 18° vervalt.
4. De subonderdelen 19° en 20° worden vernummerd tot 17° en 18°.
B
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8
Aan de directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen wordt mandaat en machtiging verleend inzake de benoeming en het ontslag van de leden van het Adviescollege Programma Samenwerking Oost-Europa.
C
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt onderdeel c en worden de onderdelen d tot en met f geletterd tot c tot en met e.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken wordt voorts volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van verplichtingen inzake het verlenen van opdrachten aan externe juridische dienstverleners, met uitzondering van verplichtingen die het werkterrein van de hoofden van dienst, genoemd in artikel 1, onderdeel b, onder 13°, 15°, 17° en 18° betreffen.
D
In artikel 12, eerste lid, wordt de zinsnede ‘artikel 1, onderdeel b, onder 13° tot en met 20°’ vervangen door: artikel 1, onderdeel b, onder 13° tot en met 18°.
E
De artikelen 15 en 16 vervallen.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2005.
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, ALP L/1410, 2500 EC ’s-Gravenhage.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004 dient gewijzigd te worden in verband met de inwerkingtreding van de Wet van 9 december 2004, houdende wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van het bestuursorgaan van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan, met ingang van 1 juli 2005. Als gevolg daarvan wordt de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een zelfstandig bestuursorgaan. Vanaf deze datum is de Nederlandse mededingingsautoriteit geen dienstonderdeel meer van het Ministerie van Economische Zaken en zijn de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit en de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie geen hoofden van dienst meer binnen het ministerie.
Aangezien de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit nog wel bevoegdheden van de Minister van Economische Zaken in mandaat zal uitoefenen, zal een afzonderlijk besluit vastgesteld worden waarin dit nieuwe bestuursorgaan voor de uitoefening van deze bevoegdheden mandaat, volmacht en machtiging verkrijgt.