Vaststellingsregeling bedragen 2005 Regeling bekostiging financieel toezicht

Vaststellingsregeling bedragen voor 2005, bedoeld in artikel 20 van de Regeling bekostiging financieel toezicht

10 januari 2005

Nr. FM 2004-01665 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 20 van de Regeling bekostiging financieel toezicht;

Besluit:

Artikel 1

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op:

a. € 12.200 voor de behandeling van een aanvraag of verzoek tot verlening, uitbreiding of wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

b. € 13.000 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

c. € 6.500 voor de behandeling van een verzoek tot uitbreiding of wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

d. € 0 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 16, vierde lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

e. € 3.200 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

f. € 1.600 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

g. € 2.300 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, vijfde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 voor de bieder en de instelling te wier laste de effecten zijn uitgegeven en op € 250 voor de bestuurders, commissarissen en andere functionarissen, met dien verstande dat geen bedrag in rekening wordt gebracht voor een ontheffing ten aanzien van het biedingsbericht;

h. € 7.200 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 6c, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

i. € 215 per uur dat er werkzaamheden worden verricht voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

j. € 850 voor de behandeling van een aanvraag, anders dan bedoeld onder k, tot verlening van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 16, eerste lid of 26a, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

k. € 800 voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 16, eerste lid of 26a, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, in verband met het vergroten van een gekwalificeerde deelneming;

l. € 215 per uur dat er werkzaamheden worden verricht voor de behandeling van een aanvraag tot verlening van een erkenning als bedoeld in artikel 22 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

m. € 3.100 voor de behandeling van een verzoek tot inschrijving in het register als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren.

2. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, ter vergoeding van de kosten van een toetsing van de deskundigheid of betrouwbaarheid van een beleidsbepaler, medebeleidsbepaler of houder van een gekwalificeerde deelneming, wordt vastgesteld op:

a. € 1.350 voor een toetsing die voortvloeit uit de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

b. € 1.350 voor een toetsing die voortvloeit uit de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

c. € 0 voor een toetsing die voortvloeit uit de Wet inzake de geldtransactiekantoren.

3. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, ter vergoeding van de kosten van een toetsing van de deskundigheid of betrouwbaarheid van een beleidsbepaler, medebeleidsbepaler of houder van een gekwalificeerde deelneming, wordt vastgesteld op:

a. € 0 voor een toetsing als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren;

b. € 1.350 voor een toetsing als bedoeld in artikel 11 van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen;

c. € 1.350 voor een toetsing als bedoeld in artikel 22 van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995.

Artikel 2

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel a, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 330.

2. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel b, onder 1°, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 4.600.

3. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel b, onder 2°, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 23.100.

4. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel b, onder 3°, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op 0,0077 procent van het totale bedrag dat door de bieder wordt betaald voor het aantal effecten dat door hem wordt verkregen vanaf het intreden van de omstandigheid, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, onder a of b, van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995, tot aan het moment van gestanddoening, bedoeld in artikel 9t, vierde lid, en artikel 9u van dat koninklijk besluit, met dien verstande dat het bedrag niet hoger is dan € 630.000.

5. Het bedrag, bedoeld in artikel 8, aanhef en onderdeel c, van de Regeling bekostiging financieel toezicht, wordt vastgesteld op € 1.100.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

Algemeen

In deze regeling zijn de bedragen voor de kosten van de eenmalige toezichthandelingen als bedoeld in artikel 20 van de Regeling bekostiging financieel toezicht voor het jaar 2005 vastgesteld. Deze eenmalige handelingen zijn opgenomen in de artikelen 7 en 8 van de Regeling bekostiging financieel toezicht. De bedragen, bedoeld in de artikelen 9 tot en met 11 van de Regeling bekostiging financieel toezicht, zullen onder toepassing van de artikelen 21 en 22 van die regeling door de toezichthoudende autoriteiten worden vastgesteld. Alle bedragen zijn gebaseerd op de toezichtkosten zoals opgenomen in de begrotingen van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank voor het jaar 2005, waarmee de Minister van Financiën heeft ingestemd.

Autoriteit Financiële Markten

Bij de vaststelling van de bedragen voor afzonderlijke toezichthandelingen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is kostendekking het uitgangspunt. Dit heeft in een aantal gevallen geleid tot een verlaging ten opzichte van 2004. Voor een aantal handelingen daalt de benodigde toezichtinspanning, zoals bij de vergunningen uit hoofde van de Wet toezicht beleggingsinstellingen. Omgekeerd heeft het uitgangspunt van kostendekking in een aantal gevallen aanleiding gegeven voor een verhoging van het tarief. De gebleken hogere benodigde toezichtinspanning voor een vergroting van een verklaring van geen bezwaar uit hoofde van de Wet toezicht effectenverkeer, heeft geleid tot een aanzienlijke verhoging van het tarief. Het overgaan op één tarief voor bestuurderstoetsingen in plaats van verschillende tarieven voor verschillende toetsingen, leidt tot een verschuiving in de toepasselijke tarieven.

De Nederlandsche Bank

Evenals in 2004 worden de tarieven voor de toetsing van de betrouwbaarheid die voortvloeien uit de Wet inzake de geldtransactiekantoren, vastgesteld op nul. Voor deze toetsingen zullen in 2005 geen specifieke kosten in rekening worden gebracht. Deze kosten zullen onder toepassing van artikel 11 van de Regeling bekostiging financieel toezicht worden omgeslagen. Het bedrag voor de behandeling van een verzoek tot inschrijving in het register als bedoeld in de Wet inzake de geldtransactiekantoren wordt licht verhoogd, tengevolge van een inflatiecorrectie.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven