Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid

Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 9 juni 2005, nr. VG 2005-0051M, houdende bepalingen inzake taken en werkwijze van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid)

De Staatssecretaris van Financiën,

Mede namens de Ministers van Verkeer en Waterstaat, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Defensie;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. RVR: Raad voor Vastgoed Rijksoverheid;

b. regio-RVR: regionale Raden voor Vastgoed Rijksoverheid;

c. diensten: de in artikel 3, eerste lid genoemde directies en directoraten-generaal;

d. bewindspersonen: de in artikel 3, eerste lid genoemde ministers en staatssecretaris;

e. ProRail: taakorganisatie belast met de aanleg en het beheer van spoorweginfrastrucuur onder aansturing van de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 2

Raad voor Vastgoed Rijksoverheid

Er is een Raad voor Vastgoed Rijksoverheid.

Artikel 3

Samenstelling RVR

1. De RVR bestaat uit een voorzitter, een secretaris en de navolgende leden:

a. de directeur van de dienst Domeinen, namens de Staatssecretaris van Financiën;

b. de plaatsvervangend directeur-generaal van de Rijkswaterstaat, namens de Minister van Verkeer en Waterstaat;

c. de directeur van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, namens de Staatssecretaris van Defensie;

d. de directeur Vastgoed van de Rijksgebouwendienst, namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

e. de directeur van de Dienst Landelijk Gebied, namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

2. Het lid namens de Minister van Verkeer en Waterstaat vertegenwoordigt ProRail in de RVR op een door ProRail en de RVR nader overeen te komen wijze.

Artikel 4

Werkwijze RVR

1. De leden van de RVR kunnen zich bij afwezigheid of ontstentenis laten vertegenwoordigen door een in overleg met de voorzitter aangewezen vaste plaatsvervanger.

2. Aan de voorzitter en de secretaris komt geen stemrecht toe.

3. Besluitvorming vindt plaats op basis van unanimiteit, dan wel bij meerderheidsbeslissing indien de RVR unaniem aangeeft hiermee in te stemmen.

4. De Staatssecretaris van Financiën benoemt de voorzitter in samenspraak met de in artikel 3, eerste lid, onder b tot en met e, genoemde bewindspersonen.

5. De functie van secretaris wordt uitgeoefend door de directeur van de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën.

6. De RVR regelt zijn werkwijze nader in een reglement van orde.

Artikel 5

Regionale Raden voor Vastgoed Rijksoverheid

1. Er zijn regionale Raden voor Vastgoed Rijksoverheid.

2. De RVR stelt de grenzen van de regio-RVR vast.

Artikel 6

Samenstelling regio-RVR

1. De regio-RVR bestaat uit een voorzitter, een of meer secretarissen en leden vertegenwoordigende de navolgende diensten:

a. dienst Domeinen (Ministerie van Financiën);

b. Rijkswaterstaat (Ministerie van Verkeer en Waterstaat);

c. Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (Ministerie van Defensie);

d. Rijksgebouwendienst (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer);

e. Dienst Landelijk Gebied (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit);

f. ProRail.

2. Bij de invulling van de functies van voorzitter en secretaris geldt een evenredige vertegenwoordiging van de in het eerste lid onder a tot en met e genoemde diensten.

Artikel 7

Werkwijze regio-RVR

1. De voorzitter bekleedt tevens het lidmaatschap namens de dienst die hij vertegenwoordigt.

2. De voorzitter en de secretaris worden op voordracht van de regio-RVR benoemd door de RVR.

3. De voorzitter en de leden hebben stemrecht. Aan de secretaris komt geen stemrecht toe.

4. Besluitvorming vindt plaats op basis van unanimiteit, dan wel bij meerderheidsbeslissing indien de regio-RVR unaniem aangeeft hiermee in te stemmen.

5. De nadere werkwijze van de regio-RVR wordt geregeld in het reglement van orde bedoeld in artikel 4, zesde lid.

Artikel 8

Taken RVR en regio-RVR

1. De RVR heeft de navolgende taken:

a. het nemen van maatregelen die de rol van het Rijk als partij op de vastgoedmarkt in Nederland versterken binnen de kaders van het grondbeleid van het Rijk;

b. het waarborgen van samenwerking tussen de diensten gericht op het doelmatig aankopen, verkopen en beheren van vastgoed door het Rijk, om tijdig en tegen zo laag mogelijke kosten vastgoed beschikbaar te hebben voor het realiseren van publieke doelstellingen;

c. het bevorderen van bedrijfseconomische afwegingen bij beslissingen van het Rijk over anticiperende transacties met vastgoed;

d. het adviseren van de bewindspersonen gevraagd of ongevraagd over het vastgoedbeleid van het Rijk.

2. De regio-RVR heeft de taken genoemd in het eerste lid onder a tot en met c.

Artikel 9

Verplichte afstemming

1. De RVR waarborgt dat grondtransacties (aan- en verkoop) waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze vanwege hun aard, locatie of omvang de belangen van het Rijk als geheel, dan wel van meer dan één dienst raken, tussen de diensten worden afgestemd. De RVR stelt daartoe een zodanige werkwijze vast dat slagvaardig handelen van de diensten eveneens is gewaarborgd.

2. De RVR of de regio-RVR worden in elk geval gehoord over voornemens van de diensten tot:

a. vaststelling of wijziging van beleid op het gebied van aankoop, verkoop en daarmee verband houdend beheer van grond;

b. investering in informatiesystemen voor zover deze het werkgebied van de RVR raken;

c. samenwerking met andere organisaties binnen en buiten de overheid op het werkterrein van de RVR.

3. Elk lid van de RVR of de regio-RVR kan verzoeken een voornemen verband houdende met het operationeel vastgoedbeleid van een dienst tot onderwerp van verplichte afstemming in de RVR of de regio-RVR te maken.

4. Indien de RVR geen gehoor geeft aan een verzoek als bedoeld in het derde lid, brengt de voorzitter van de RVR dit schriftelijk ter kennis van de bewindspersonen. De bewindspersonen nemen terzake een bindend besluit.

5. Indien de regio-RVR geen gehoor geeft aan een verzoek als bedoeld in het derde lid, brengt de voorzitter van de betreffende regio-RVR dit schriftelijk ter kennis van de RVR. De RVR neemt terzake een bindend besluit.

Artikel 10

Werkprogramma

1. De RVR stelt jaarlijks een werkprogramma op. Een beschrijving van de voorgenomen werkzaamheden van de regio-RVR wordt bij het werkprogramma gevoegd.

2. De RVR stelt het werkprogramma eerst vast nadat dit aan de bewindspersonen ter goedkeuring is voorgelegd en instemming is verkregen.

3. De RVR en de regio-RVR kunnen besluiten andere werkzaamheden dan welke in het werkprogramma zijn genoemd ter hand te nemen.

4. Ingeval de RVR daartoe besluit stelt de voorzitter van de RVR de bewindspersonen daarvan vooraf schriftelijk in kennis.

5. Ingeval de regio-RVR daartoe besluit stelt de voorzitter van de regio-RVR de RVR daarvan vooraf in kennis.

Artikel 11

Jaarverslag

1. De RVR biedt de bewindspersonen jaarlijks een verslag aan van de verrichte

werkzaamheden.

2. Een beschrijving van de door de regio-RVR verrichte werkzaamheden wordt bij het jaarverslag gevoegd.

Artikel 12

Commissies, project- of werkgroepen

1. De RVR en de regio-RVR kunnen besluiten vaste of tijdelijke commissies, project- of werkgroepen in te stellen.

2. De RVR en de regio-RVR stellen de taakstelling, de werkzaamheden en de

bezetting van commissies, project- of werkgroepen vast.

Artikel 13

Ondersteuning

1. De ondersteuning van de RVR berust bij de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën.

2. De ondersteuning van de regio-RVR berust bij het secretariaat van de regio-RVR.

3. De diensten detacheren ieder minimaal één medewerker ten behoeve van de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën.

4. De diensten dragen ieder de eigen kosten die voortkomen uit te verrichten werkzaamheden voor de RVR en de regio-RVR.

Artikel 14

Evaluatie

1. De RVR stelt in 2007 een verslag op over de doelmatigheid en de effecten van het Rijksvastgoedbeleid en de werkzaamheden van de RVR.

2. Nadat het verslag is vastgesteld door de RVR wordt het toegezonden aan de bewindspersonen.

Artikel 15

Intrekking

Het Instellingsbesluit Raad voor Vastgoed Rijksoverheid wordt ingetrokken.

Artikel 16

Bekendmaking

Deze regeling wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

Artikel 17

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.

Artikel 18

Citeertitel

Deze regeling wordt aangeduid als: Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid.

De Staatssecretaris van Financiën, J.G. Wijn.

Toelichting

Algemeen

De grondmarkt in Nederland is een complexe markt met vele partijen. Gebleken is dat de doelmatigheid en de professionaliteit van het optreden van de Rijksoverheid als speler op de vastgoedmarkt verbetering behoeft. In de Nota Grondbeleid (Op grond van nieuw beleid), Kamerstukken II, vergaderjaar 2000–2001, 27 581, nr. 2 onderkent het kabinet een aantal knelpunten in het optreden van de Rijksoverheid op de grondmarkt. Het kabinet concludeert dat het wenselijk is te komen tot een structurele samenwerking tussen verschillende Rijksdiensten die actief zijn op de vastgoedmarkt. De Nota Grondbeleid bouwt op dit punt voort op de resultaten van de Stuurgroep Activabeheer, waaraan de vijf betrokken departementen deelnamen. Deze resultaten zijn vastgelegd in de eindrapportage van de Werkgroep Activabeheer getiteld Grond voor Samenwerking (Het virtueel vastgoedbedrijf, eindrapportage, 25 september 2000). Met de instelling van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR) wordt in een structurele samenwerking tussen de in dit besluit genoemde diensten voorzien die leidt tot wederzijdse verplichtingen tussen de diensten. De inhoud van de onderhavige regeling sluit volledig aan op de Nota Grondbeleid en het rapport Grond voor Samenwerking.

Intrekking Instellingsbesluit RVR

Bij besluit van 21 september 2001, nummer VG 01-53 (Stcrt. 2001, nr. 188) werd het Instellingsbesluit Raad voor Vastgoed Rijksoverheid vastgesteld, regelende de instelling, taken en werkwijze van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid. Bij de inwerkingtreding van de Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid is het Instellingsbesluit ingetrokken. De totstandkoming van de onderhavige regeling is primair noodzakelijk in verband met de instelling van de regio-RVR en voorts gelet op wijzigingen van het lidmaatschap van de RVR namens de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De vertegenwoordiging van ProRail in de RVR en de regio-RVR vindt thans eveneens regeling. De Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid voorziet tot slot in enkele noodzakelijke aanpassingen, deels van redactionele aard.

Raad voor Vastgoed Rijksoverheid

De RVR bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een vijftal leden. Als leden van de RVR worden aangemerkt de in artikel 3, eerste lid onder a tot en met e genoemde functionarissen. Deze functionarissen worden bij uitzondering vertegenwoordigd door hun vaste plaatsvervangers. De aanduiding ‘Raad’ voor het lichaam is ontleend aan het model van een interdepartementale bestuursraad, niet aan dat van een adviesraad. De RVR vormt geen bij wet ingesteld adviescollege in de zin van de Kaderwet adviescolleges (Wet van 3 juli 1996, Stb. 378). Het lid namens de Minister van Verkeer en Waterstaat vertegenwoordigt ProRail (taakorganisatie in vennootschapsvorm belast met de aanleg en het beheer van de spoorweginfrastructuur onder aansturing van de Minister van Verkeer en Waterstaat) in de RVR.

Deelname aan de besluitvoering binnen de RVR is voorbehouden aan de leden van de RVR. Er is gekozen voor een zogenoemd technisch voorzitterschap. De voorzitter heeft daarom (evenals de secretaris) geen stemrecht. De voorzitter kan het overleg en de besluitvorming beter begeleiden indien hij geen eigen (beleids)belang heeft bij de uitkomst daarvan. Aan alle leden komt één stem toe. Besluitvorming vindt in beginsel plaats bij eenparigheid van stemmen. Een unanieme beslissing kan ook tot stand komen indien één of meer leden zich van stemming onthouden. Wanneer de RVR echter in bijzondere situaties unaniem aangeeft in te kunnen stemmen met een meerderheidsbeslissing of -advies is eenparigheid van stemmen niet vereist. In de gevallen dat de RVR niet tot besluitvorming kan overgaan omdat een lid of een minderheid van leden niet kan instemmen met een voorstel, wordt dit aan de bewindspersonen bericht.

De voorzitter wordt benoemd door de Staatssecretaris van Financiën, in samenspraak met de andere in de RVR vertegenwoordigde bewindspersonen. De directeur van de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën is aangewezen als secretaris van de RVR.

Regionale Raden voor Vastgoed Rijksoverheid

Artikel 5, eerste lid van de regeling regelt de instelling van de regio-RVR. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat de RVR de grenzen van de regio-RVR in geografische zin vaststelt.

Het ontstaan van de regio-RVR vloeit voort uit het feit dat de RVR diverse activiteiten en projecten op gang heeft gebracht die de regionale RVR-diensten in onderlinge samenwerking, dan wel afstemming (gaan) uitvoeren. Tevens geldt dat als gevolg van de toename van bekendheid van de door de RVR geïnitieerde activiteiten en projecten, ook bij lagere overheden zoals provincies en gemeenten en andere vastgoedinstanties, meer behoefte ontstaat aan een zichtbaar en vast aanspreekpunt in de regio voor afstemming met vastgoeddiensten welke onderdeel uitmaken van de Rijksoverheid. Omgekeerd geldt dat de door deze overheden en instanties te ontwikkelen projecten relevant kunnen zijn voor de RVR en de regio-RVR-diensten. De regio-RVR vormt ook in dit opzicht een nuttig platform.

De regio-RVR bestaat uit een voorzitter, een of meer secretarissen (accountmanagers) en leden vertegenwoordigende de dienst Domeinen (Financiën), Rijkswaterstaat (Verkeer en Waterstaat), de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (Defensie), de Rijksgebouwendienst (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), de Dienst Landelijk Gebied (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), alsmede ProRail.

De invulling van het voorzitterschap en de secretariaatsfunctie(s) binnen de regio-RVR wordt naar evenredigheid verdeeld over genoemde diensten, exclusief ProRail. Idealiter zijn voorzitter en secretaris binnen één regionale Raad afkomstig uit twee verschillende diensten. Bij de invulling van het lidmaatschap wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van alle diensten. Het voorzitterschap van de regio-RVR omvat tevens het lidmaatschap namens de dienst welke de voorzitter vertegenwoordigt. Aldus wordt bereikt dat elke dienst één stem heeft. Binnen de regio-RVR geldt, in tegenstelling tot de RVR, niet het principe van het technisch voorzitterschap. De voorzitter, die zoals opgemerkt een vastgoeddienst vertegenwoordigt, heeft naast de leden stemrecht. Aan de secretaris van de regio-RVR komt daarentegen geen stemrecht toe. Voorzitter en secretaris worden op voordracht van de betreffende regio-RVR benoemd door de RVR. Besluitvorming binnen de regio-RVR geschiedt op dezelfde wijze als voorzien bij de RVR. Unanimiteit is uitgangspunt hierbij. Een meerderheidsbeslissing volstaat indien de regio-RVR unaniem aangeeft hiermee in te stemmen.

Regeling nadere werkwijze

Artikel 6 van het ingetrokken Instellingsbesluit Raad voor Vastgoed Rijksoverheid bepaalt dat de RVR zijn werkwijze nader kan regelen. De RVR heeft uitvoering gegeven aan deze bepaling door vaststelling eind 2002 van het Reglement van Orde voor de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid en de daarbij behorende toelichting. Het ontstaan van de regio-RVR vergt een wijziging van dit reglement, aangezien hierin blijkens artikel 7, vijfde lid juncto artikel 4, zesde lid van de onderhavige regeling, tevens bepalingen over de werkwijze van de regio-RVR zijn voorzien.

Taken en werkzaamheden RVR en regio-RVR

Artikel 8 van de onderhavige regeling beschrijft de aan de RVR en de regio-RVR opgedragen algemene taken. De in artikel 8, eerste lid onder d genoemde taak (advisering bewindspersonen over vastgoedbeleid) is, blijkens artikel 8, tweede lid, voorbehouden aan de RVR.

De door de RVR uit te voeren werkzaamheden worden beschreven in het RVR-werkprogramma (zie onder werkprogramma). De regio-RVR is in dit kader belast met de uitvoering van de regionale werkprogramma’s (zie eveneens onder werkprogramma) welke als bijlagen worden toegevoegd aan het RVR-werkprogramma. Bij de invulling van het regio-RVR-werkprogramma wordt aan het navolgende gedacht. De regio-RVR vervult een belangrijke rol bij het creëren en voortzetten van overlegstructuren op vastgoedgebied in de regio. Het stimuleren en benutten van (vastgoed-)kennis en ervaring tussen de in de regio-RVR participerende vastgoeddiensten en het organiseren van de uitwisseling van vastgoedinformatie tussen de diensten kunnen eveneens gerekend worden tot de taken van de regio-RVR. De regio-RVR vervult voorts een rol bij het begeleiden van regionale (vastgoed)projecten en signaleert tijdig (beleids)ontwikkelingen op vastgoedterrein. Daarnaast is de regio-RVR een onmisbare schakel bij de regionale uitvoering en toepassing van door de RVR geïnitieerde werkprogrammaonderdelen zoals het Protocol operationele melding en afstemming aankopen, het ontwikkelde beleid rond het matchen van vraag en aanbod in geval van noodzakelijke hervestigingslocaties, de actualisatie van de reallocatieprocedure (voorheen leurprocedure) waardoor de vervreemding van overtollig Rijksvastgoed op effectieve(re) wijze door betere afstemming (in RVR-verband) vorm gegeven kan worden, alsmede de Indicatieve Planning Vastgoedverkeer met als onderdelen Actualisatie Ruimtelijke Analyse Vastgoedplannen en Grondbezit Rijksoverheid en de op basis hiervan te ontwikkelen uitvoeringsstrategie in de regio. Algemeen uitgangspunt bij de taakvervulling door de regio-RVR is het zelfstandig activiteiten en projecten initiëren en (laten) uitvoeren. Uitzondering hierop vormt de situatie waarbij een voorgenomen regio-RVR-besluit bovenregionale implicaties heeft zodat een landelijke RVR-aanpak ter verzekering van uniformiteit de voorkeur heeft. Daarnaast kan zich de situatie voordoen dat de RVR door de regio-RVR wordt verzocht te besluiten ingeval besluitvorming in de regio niet mogelijk is.

Over de (genoemde) taken en andere aangelegenheden de RVR betreffende vindt afstemming plaats tussen de RVR en de regio-RVR.

Afstemming en coördinatie

Artikel 9, eerste lid van de regeling legt elk van de leden de plicht op voorgenomen grondtransacties van de eigen dienst die voor andere leden van belang kunnen zijn in RVR-verband af te stemmen. De RVR heeft met het Protocol operationele melding en afstemming aankopen, welk in de administratieve organisatie van de vastgoeddiensten wordt opgenomen, uitvoering gegeven aan deze opdracht en een kader vastgesteld voor wat betreft aan te kopen vastgoed. Het onder regie van de RVR in kaart brengen van de aan- en verkoopplannen en het grondbezit van de Rijksvastgoeddiensten is hierbij een belangrijk hulpmiddel. De te vernieuwen reallocatieprocedure welke op de aanbodzijde van Rijksvastgoed ziet kan eveneens in het kader van dit artikellid worden genoemd. Afstemming tussen de in de RVR participerende (regionale) vastgoeddiensten vindt voorts plaats in het kader van de eerder genoemde Indicatieve Planning Vastgoedverkeer.

Het tweede lid van artikel 9 heeft tot doel dat bepaalde onderwerpen die de diensten raken op vastgoedgebied in ieder geval ter sprake worden gebracht in de RVR of de regio-RVR. Ook hiervoor geldt dat de RVR en de regio-RVR zich niet behoeven te beperken tot de in dit artikel met name genoemde onderwerpen. Het derde lid biedt elk van de leden van de RVR en de regio-RVR de mogelijkheid een onderwerp op vastgoedterrein te benoemen waarvoor afstemming in de RVR of de regio-RVR moet worden nagestreefd. Dit kunnen onderwerpen van de eigen dienst zijn, maar ook van één van de andere diensten. Het vierde en het vijfde lid schetsen de situatie ingeval geen gehoor wordt gegeven aan het verzoek van een lid tot verplichte afstemming in RVR- of regio-RVR-verband en bepalen het niveau waarop in deze situaties terzake besloten dient te worden.

Werkprogramma

De projecten en activiteiten die de RVR en de regio-RVR voornemens zijn te realiseren worden jaarlijks beschreven in een werkprogramma. In het werkprogramma is tevens een planning opgenomen ten aanzien van de door de RVR en de regio-RVR te verrichten werkzaamheden. Het regio-RVR-werkprogramma wordt als bijlage toegevoegd aan het RVR-werkprogramma. RVR en regio-RVR stemmen terzake af. De inhoud van het regio-RVR-programma ziet op projecten en activiteiten die de regio-RVR zelfstandig kan verrichten.

Vóórdat het RVR-werkprogramma door de RVR wordt vastgesteld, wordt dit ter goedkeuring en ter verkrijging van instemming voorgelegd aan de betrokken bewindspersonen. Na kennisgeving aan deze bewindspersonen kunnen ook andere werkzaamheden, die hun basis niet vinden in het werkprogramma door de RVR, ter hand worden genomen. Ingeval de regio-RVR daartoe besluit stelt de voorzitter van de regio-RVR de RVR daarvan in kennis. De RVR kan na in kennis stelling onder meer besluiten de andere werkzaamheid, indien deze van landelijke importantie is en een centrale aanpak vergt, als RVR-activiteit of project uit te voeren. Andere dan de in het werkprogramma vermelde en uit te voeren werkzaamheden dienen opgenomen te worden in het eerstvolgende te redigeren RVR-⁠werkprogramma.

Jaarverslag

De werkzaamheden die in een bepaald jaar door de RVR en de regio-RVR zijn verricht worden verantwoord in een jaarverslag. Het door de regio-RVR te redigeren verslag met betrekking tot uitgevoerde werkzaamheden wordt als bijlage toegevoegd aan het RVR-jaarverslag en heeft geen zelfstandige status. Het regio-RVR-verslag beschrijft de door de regio-RVR zelfstandig uitgevoerde activiteiten en projecten, alsmede de werkzaamheden die zij in opdracht van de RVR heeft verricht. RVR en regio-RVR stemmen af terzake van de wijze waarop de inpassing van het regio-RVR-verslag geschiedt.

Commissies, project- of werkgroepen

In het kader van de uitvoering van zelfstandige en/of opgedragen taken, kunnen de RVR en de regio-RVR besluiten vaste of tijdelijke commissies, project- of werkgroepen in te stellen. De RVR en de regio-RVR stellen de taakstelling, alsmede de werkzaamheden en de bezetting van commissies, project- of werkgroepen vast.

Ondersteuning

De RVR wordt in zijn werkzaamheden ondersteund door de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën. De directie bereidt de agenda van de RVR voor en geeft uitvoering aan de besluiten van de RVR. Onder de ondersteunende werkzaamheden van de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën valt tevens het beheer van het archief van de RVR. De directeur van de projectdirectie vastgoed is tevens secretaris van de RVR. De regio-RVR wordt ondersteund door de in de regionale raden aangestelde secretarissen. Het secretariaat van de regio-RVR beheert het archief van de regio-RVR. De kosten verbonden aan het vervullen van de functie van secretaris van de regio-RVR komen voor rekening van de dienst welke de secretaris levert. Elke dienst die vertegenwoordigd is in de RVR detacheert een medewerker ten behoeve van de projectdirectie vastgoed. De kosten die met de detachering van de medewerkers gepaard gaan worden gedragen door de diensten zelf. Hierbij gaat het om de zuivere salariskosten. Voor niet-direct toe te rekenen kosten (bijvoorbeeld de kosten van onderzoek) wordt in voorkomende gevallen een verdeelsleutel overeengekomen.

Evaluatie

Evaluatie van de doelmatigheid en de effectiviteit van het vastgoedbeleid van de Rijksoverheid en de bijdrage van de RVR aan dit beleid is voorzien in het jaar 2007. De resultaten van deze evaluatie worden door de RVR vastgelegd in een rapportage welke aan de betrokken bewindspersonen wordt voorgelegd.

Naar boven